Artsenverzet in Eindhoven

Het boekje “het illegale verzet” in de stad Eindhoven en omgeving besteedt zeven pagina’s aan het Artsenverzet in de lichtstad. Dr Jos L. H. Specken schrijft daarin, anoniem: “Bijna alle artsen van Eindhoven en omgeving die, voor de oorlog, tezamen een afdeling van de Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst vormden, steeds in gesloten formatie aan het verzet hebben deelge­nomen, iets dat niet van iedere stad of streek gezegd kan worden.” 
Welke artsen of medici waren in het Eindhovense verzet en wie werkte met de Duitsers? Wat is het artsenverzet

Artsenverzet

Geen andere maatschappelijke beroepsgroep heeft zich tijdens de bezetting zo hecht georganiseerd en zich zo openlijk tegen de Duitsers verzet als de artsen. Bij de verzetsorganisatie van de artsen, genaamd Medisch Contact, sloten zich maar liefst 5000 van de ongeveer 6500 artsen aan. De acties van Medisch Contact keerden in de eerste plaats tegen de gelijkschakeling van de artsen. In maart 1943 kwam het tot een grote protestactie. Ruim zesduizend doktoren gaven de Artsenkamer te kennen afstand te doen van de uitoefening van hun beroep. De medici verwijderden de aanduiding "arts" van hun gevels en van hun recepten. Het was een symbolische daad, want hun beroepswerkzaamheden bleven ze normaal uitoefenen. Dit protest wordt ook wel aangeduid als “bordjesactie" of “pleister-manifestatie”.
Na ongeveer 14 dagen werd over het gehele land dezelfde dag de bordjesactie stopgezet en schreven ruim 5500 artsen via het departement van sociale zaken aan de Duitse instantie een brief, waarin zij nogmaals schriftelijk bevestigden, eerder hun praktijk neer te leggen, dan het lidmaatschap van de artsenkamer te aanvaarden. Het succes van deze actie had niet groter kunnen zijn. De opgelegde boeten werden teniet gedaan, terwijl van verdere dwang tot opgelegde boete werd afgezien.

"Fantastische organisatie"

Dr. Jos L. H. Specken vertelt in de Nieuwe Eindhovense krant van 22 maart 1963: ”De grote stommiteit van de Duitsers is geweest dat ze achter deze pleister-manifestatie een „fabelhafte Organisation” zochten. Zij waren zo dom om voor het hele artsenverzet een enorm respect te hebben. Dat was helemaal niet nodig geweest, want het is best mogelijk dat als ze van de daken geschreeuwd hadden dat de top van het verzet geliquideerd was, de weerstand heel wat minder sterk zou zijn geworden.” En die top was te liquideren, want ze hadden onze gangen maar hoeven te volgen om het hele zaakje in te rekenen. Dat zegt de Eindhovense arts dr. Jos L. H. Specken (60) als hij na twintig jaar de gebeurtenissen van maart 1943 nog eens overpeinst. En dr. Specken kan het weten, want hij is een van de topfiguren uit het artsenverzet geweest. Hij vertegenwoordigde de artsen uit Limburg, Noord Brabant en Zeeland in het centrum van het Medisch Contact, dat de verzetsactiviteiten stimuleerde, organiseerde en de strijdvaardigheid van de vaderlandslievende artsen levendig hield.
Spannende dagen, vertelt dr. Specken. We hebben ooit een hele nacht in het geheim vergaderd of we het wel mochten wagen ons verzet door te zetten. Er stonden enorme belangen op het spel. Daags na de pleisteractie bijvoorbeeld, kreeg ik om zeven uur in de morgen een telefoontje van een collega, die van het bed was gelicht en op het punt stond weggevoerd te worden. „Specken, wat moet ik doen?” vroeg hij me. „Meegaan,” zei ik. Ik heb onmiddellijk daarop enkele mensen opgetrommeld ,en ben met hen alle artsen af geweest om hen te waarschuwen dat ze onder moesten duiken. De verdwijning van deze artsen maakte het voor de Duitsers nog moeilijker. Ze durfden het risico niet meer aan en kwamen met een compromisvoorstel.”

Artsenverzet begon al in 1942

Een wezenlijk onderdeel van het nazificeringsproces was de gelijkschakeling van beroepsgroepen. Een daarvan betrof de artsen. Binnen Hitlers Nazionalsozialismus met zijn biologisch gefundeerde racisme en de cultus van een gezonde en vitale volksgemeenschap vervulde gezondheids- en medische zorg een belangrijke functie. Zo steriliseren de nazi's binnen tien jaar, in Duitsland, ongeveer 400.000 mensen. Op 14 juli 1933 werd in Duitsland namelijk een sterilisatiewet aangenomen die moet voorkomen dat geestelijk gehandicapten en mensen met een erfelijke aandoening kinderen krijgen. In 1935 wordt deze wet uitgebreid: vanaf nu mogen ook Joden, homoseksuelen en Sinti en Roma tegen hun wil worden gesteriliseerd. Het was de consequentie van hun meedogenloze rassenleer die streefde naar de biologische volmaaktheid van het Duitse volk. In hoeverre waren Nederlandse artsen ontvankelijk voor deze idealen en praktijken?

Ten minste 90 procent van de artsen in ons land was, voor de oorlog, lid van de Nederlandse Maatschappij ter Bevordering tot Geneeskunde (NMBG). Het streven van de bezetter om deze beroepsorganisatie onder Duits beheer te plaatsen liep uit op een debacle.

Het lidmaatschap van de artsenkamer hield in aanvaarding van de nazistische opvatting omtrent het dokters ambt, d.w.z. het ondergeschikt maken van de arts aan de vermeende belangen van de staat naar het inzicht van Hitler of diens trawanten. Dit hield derhalve in aanvaarding van de rassenleer, sterilisatie en massaal doden van erfelijk zieken en krankzinnigen, meewerken aan de eliminatie van de Joden en het desverlangd inlichtingen verstrekken over bepaalde patiënten. Om de ondergrondse te bestrijden wenste de bezetter, dat de artsen opgave deden van alle schot- en steekwonden, waarvoor hun hulp ingeroepen was. En dat de dokters, zoals in het zuiden van het land veel gebeurde, gewonde geallieerde piloten hielpen, was uiteraard helemaal ten strengste verboden, om maar niet te spreken van het verlenen van medische hulp aan Joden en onderduikers.

De Duitse artsenkamer

Op 15 september 1942 werd het lidmaatschap voor de artsenkamer verplicht. Vrijwel geen arts reageerde. In maart 1943 werd aan tachtig willekeurige artsen een boete opgelegd van duizend gulden en, kort daarop, wegens opnieuw weigering van het betalen van contributie nog eens een boete van duizend gulden. Deze zouden betaald moeten worden uit een weerstandskas, maar omdat die niet rijk genoeg was besloot Medisch Contact alle dokters op te roepen duidelijk hun houding te bepalen tegenover de artsenkamer. Aan alle dokters werd geadviseerd op een en dezelfde datum een gelijkluidend schrijven te verzenden aan de artsenkamer, waarin werd gesteld, dat men gebruik wenste te maken van de artikelen 1 en 5, lid 2, van de artsenverordening, die stelt, dat de arts afstand kan doen van zijn bevoegdheid, maar dat hij dan het recht verliest de titel van arts te voeren of nog medische hulp te verlenen.

Dit gebeurde op 24e maart ’43 en de daad bij ’t woord voegend haalden de dokters de aanduiding „arts” op hun naambordjes weg. Spreekuur De patiënten lieten de dokters overigens niet in de steek; zij kwamen normaal bij het spreekuur. Het waren spannende dagen, waarop de meeste dokters met het hoofd meer bij hun actie zaten dan bij de klachten van hun patiënten. De Duitsers vreesden het ergste voor de volksgezondheid, omdat daarmee ten nauwste de gezondheid samen hing van de in ons land gelegerde militairen. Himmler liet uit Berlijn weten, dat 300 tot 500 artsen opgepakt en overgebracht moesten worden naar in Duitsland gelegen concentratiekampen. De SS en politiebaas Rauter heeft het zover niet durven laten komen. Hij zat zozeer in zijn maag met de massale „afplak-actie” van de dokters, dat hem al een pak van het hart viel, toen de artsen hem in een later schrijven lieten weten, dat zij hun praktijk normaal voortzetten, doch niet beschouwd wensten te worden als leden van de artsenkamer. In Kamp Amersfoort zijn wel circa 300 artsen, voor langere en kortere tijd, opgesloten vanwege hun lidmaatschap van verzetsorganisatie: Medisch Contact. Na een paar weken gevangenschap werden de artsen vrijgelaten en werden ze, in tegenstelling tot andere gevangenen, niet op transport gezet naar het oosten. Bij het verlaten van het kamp moesten ze een verklaring ondertekenen dat ze nooit mochten praten over de situatie in het kamp.

Alleen Joodse artsen of medici worden naar concentratiekampen afgevoerd, dit overkomt ook het gezin van de Eindhovense Joodse arts.

Diverse kranten advertentie van David Slager in Eindhovensch Dagblad

Huisarts David Slager 


De Eindhovense Joodse huisarts David Slager overleeft diverse concentratiekampen.
In december 1927 vestigde David Slager zich in Eindhoven, als jonge arts van 27 jaar. Hij startte zijn praktijk in de Rechtestraat 42. Hij trouwde op 28 juni 1928 met de joodse L.A. Jacobs. Ze krijgen twee kinderen, Jack en (Noortje) Leonora Greta. Hij verplaatst later zijn praktijk naar de ruime woning Wal 31, waar ze ook gaan wonen.
Hij werd 7 oktober 1942 (diverse artikelen noemen 1940 zijn arrestatie datum maar in 1942 is hij volgens telefoonboek 1942 nog gewoon werkzaam) in gijzeling genomen en vastgezet. De Duitsers nemen zijn woning in bezit en vestigen daar een Duitse legerarts en tandarts.
Hij is gevangen gezet in diverse kampen met veel ontbering en marteling: Buchenwald, Haaren, St. Michielsgestel, Westerbork, Vught, Auschwitz, Lang Bielow en Reichenbach. Geestelijk noch lichamelijk werd hij gebroken. Hij ontmoet Rob Wiener in een kamp. Hij hield zelfs de kracht om voor velen van zijn lotgenoten in die dagen een steun te zijn voor lichaam en geest. Rond 1 mei 1945 kwam hij weer terug in Eindhoven en toen werd het lot van zijn vrouw en kinderen pas duidelijk voor hem.

Het lot van L. A. Slager-Jacobs

Zijn vrouw en zijn twee jonge kinderen zijn najaar 1942 ondergedoken bij familie L. de Wit in Aalst. Zij worden daar 6 juli 1943 betrapt met nog zes andere Joodse onderduikers. De Eindhovense politie agent Verweij heeft hier een kwalijke en desastreuze rol in gespeeld. De kinderen van dokter Slager herkenden hem of een van de rechercheurs als een patiënt van hun vader. Verweij zal later dr. Jos L.H. Specken en ook de later minister president Beel vooraf waarschuwen dat zij gearresteerd gaan worden. Deze politieman verraad onbelemmerd Joden maar tipt belangrijke Eindhovenaren, waarschijnlijk voor een na-oorlogse zekerheid.
De moeder L. A. Slager-Jacobs van de jonge kinderen overlijdt door ontbering, de kinderen overleven de kampen en de oorlog.
In 1962 schreef L. van der Putt zijn memoriam n.a.v. David's overlijden op 13 februari 1962: David Slager hervond in zijn tweede huwelijk een gelukkig gezinsverband. Over het verleden uitte hij klacht noch wrok. Hij keek vooruit, en met niet aflatende wilskracht bouwde hij zijn praktijk, die door de collega's zo goed mogelijk in stand was gehouden, weer op. En hij heeft gewerkt tot hij niet meer kon. Wij betuigen troost aan vrouw en kinderen; zij verliezen een goede man en vader. "De patiënten verliezen een goede dokter, en wij allen een goede vriend en een goed mens.” 

foto: dr. Jos L.H. Specken & arts L. T. W. van Wely

Wie leidden het artsenverzet in Eindhoven?

De leidende rol kwam van dr. Jos L.H. Specken die werkzaam was als vrouwenarts, het Sint Joseph ziekenhuis Eindhoven. Hij was 40 jaar toen de oorlog uitbrak en vrijwel direct actief.
Hiernaast kreeg hij steun van arts L. T. W. van Wely, die zich in 1934 vestigde in Eindhoven om aldaar de functie van controlerend geneesheer bij de Coöperatieve Vereniging Centraal Beheer (C.B.) te vervullen. Vereniging C.B was in die tijd verantwoordelijk voor uitvoeringsorganisatie van de ziektewet, ongevallenwet en kinderbijslagwet.

Specken omschreef hem als: "Ik heb het grote voorrecht gehad, hem gedurende de oorlogsjaren als mede-helper in het artsenverzet te mogen meemaken. In die jaren is er een grote genegenheid tussen ons ontstaan en ik heb hem leren kennen als een principieel en moedig mens en een goed vaderlander. Nimmer werd er tevergeefs een beroep op hem gedaan; tot het einde toe is hij actief en enthousiast gebleven. In de gevallen, waarin het verzet speciaal van de ambtenaar-geneeskundigen of een groep onder hen werd gevraagd en door het kleinere aantal ieder individueel dus kwetsbaarder was, was hij steeds een diegene, die van geen wijken wist en zijn mede collegae aanspoorde om vol te houden.” 
In Eindhoven is Jos L.H. Specken met een straatnaam geëerd: Speckenlaan, voor zijn medische inzet.

Meer artsen in verzet

Na de oorlog zijn een aantal artsen vrijwillig lid geworden van een organisatie van personen die bewezen actief in het verzet zijn geweest.

In de lijst "Karaktervolle verzetters en illegale werkers" uit Eindhoven noemt de gemeente de kinderarts dr. J. P. Slooff. In zijn memoriam van 1989 staat: "In de oorlogstijd was Slooff een belangrijk man in het verzet, hetgeen pas jaren nadien eigenlijk bekend werd en waarvoor hij onderscheiden werd met het verzetskruis." Ook Dr. P. A. F. H.Holtzer, bekende zenuwarts, nu zouden we hem omschrijven als psychiater, staat op de gemeentelijke lijst van "Karaktervolle verzetters en illegale werkers."
Medici in dienst van Philips waren meer dan actief zoals dr. C. G. E. Burger in 1928 aangesteld als "fabrieksarts", iets nieuws waarover alle kranten in die tijd over schreven. Hij steunde in de oorlogsjaren het verzet ook met geld, zie lijst N.S.F. Ook Philipsman Dr. Ton van Anrooy en zijn vrouw waren actief in vormen van verzet en hij was lid van de O.D.  Ook zenuwarts E. M. L. Sassen,  Dr. Otto Verbeek (Orthopedisch chirurg) en huisartsen B.A. Verhagen en arts J.G.R. Janssen staan vermeld op de lijst G.O.I.W.N. Om lid te zijn van deze organisatie  Gemeenschap Oud Illegale Werkers Nederland moeten zij bewezen illegaal werk hebben verricht.
Loek van der Heijden, onderwijzeres in de Gerardusparochie vertelt na de oorlog. "Ik liet zich door zenuwarts E.M.L. Sassen tijdelijk ongeschikt verklaren om les te geven."  De motivatie was dat ze “minder enerverend” werk moest doen. Daarna verrichtte ze, de laatste oorlogsjaren, dag en nacht (stressvolle) koerierdiensten. "Ik ben gewoon vrijgemaakt om als koerier dienst te kunnen doen."

Bijna alle artsen in Eindhoven en omgeving hebben meegewerkt aan het vervalsen van keuringsrapporten, fingeren van droevige familieomstandigheden, enz. enz. Maar toen Eddy Verkaik gewond raakte bij de bevrijding en bestrijden van Duitse troepen, kreeg hij een gepeperde rekening van het ziekenhuis.
Ben Postema beschrijft in zijn dagboek zijn breukoperatie om uitzending naar Duitsland te voorkomen.

Henri Spoorenberg (11-12-1887 - 15-10-1967)

Dokter H. A. J. M. (Henri) Spoorenberg, in 1930 oprichter en benoemd door het gemeentebestuur als geneesheer-directeur van de gemeentelijke GGD. Deze dienst groeit  van eenmansdienst uit tot een dienst met 32 personeelsleden in 1951.
Tijdens de mobilisatie in 1939 is dokter Spoorenberg dirigerend officier van gezondheid geweest tot enkele maanden na de capitulatie in mei 1940. In 1943 weigerde hij om voor de bezetter keuringen te verrichten voor de tewerkstelling in Zeeland. Dat kwam hem op drie maanden cel op het politiebureau te staan, die hij voor het merendeel in een ziekenhuis heeft uitgezeten, hij was namelijk "ziek" geworden.
Met name door die houding werd hij in 1961 bij zijn gouden jubileum van de Eindhovense afdeling van het Wit-Gele Kruis benoemd tot officier in de Orde van Oranje-Nassau. 
In Eindhoven is een straatnaam naar hem genoemd: Dr. Spoorenberglaan.
Meer info PDF

Cor Hoogenbosch (1902-1961)​

C. Th.A. M. Hoogenbosch was tandarts in Eindhoven, hij start in 1926 een tandartspraktijk op Willemstraat 29 Eindhoven. 
Hij is tevens een zeer actief zendamateur met de zendernaam PAoNN. Tijdens de oorlog is Cor weer in het bezit gekomen van een zender, nadat hij deze moeten inleveren tijdens de mobilisatie in 1939. Hij geeft informatie door met zijn zender aan de Engelsen.
Cor heeft  contacten met het verzet en zijn gebombeerde woonhuis is dan ook een geheime telefoonpost van de P.A.N in de laatste weken voor de bevrijding. Opvallend is dat Cor de laatste maanden voor de bevrijding steeds meer afwezig is en pas op 23 oktober 1944 opent hij zijn praktijk weer. Maar dan is hij ook veel afwezig als lid van de binnenlandse strijdkrachten en in dienst van Bureau Inlichtingen.
Het uitgebreide verhaal over  C. Th.A. M. Hoogenbosch op: https://www.eindhoven4044.nl/8/hoogenbosch.html

Tandarts H. P. J. Peeters,  Stratumschedijk. 16 was ook actief in verzet volgens de G.O.I.W.N. lijst.

Dagboek Ben Postema aanwezig www.rhc-eindhoven.nl deel 1 volledig te lezen op:
https://www.eindhoven4044.nl/10/postema.html

Ben Postema (fotograaf) en werkzaam bij Philips

Zijn "dagboek in oorlogstijd" beschrijft hoe hij de keuring en zijn gedwongen uitzending naar Duitsland wil voorkomen.
In 1943 ging hij een paar dagen op vakantie, hij was namelijk door "ondergrondse organisatie" gewaarschuwd dat hij zich moest melden. Op de Philips polikliniek krijgt hij zogenaamd tabletjes voor zijn buik. Tijdens de keuring krijgt hij uitstel omdat hij onder doktersbehandeling is. De "foute-NSB" dokter scheldt op Philips, "allemaal mankeren ze wat."

Op 11 april krijgt hij een oproep om zich te melden op 14 april bij arbeidsbureau om op 17 april te vertrekken naar Duitsland.
12 april (of eerder) heeft hij geregeld dat hij met spoed opgenomen moet worden voor een breukoperatie, waarvan hij geen last heeft, maar hij doet alles om te verhinderen dat hij naar Duitsland moet gaan. Op 17 april was de spoedoperatie gepland, maar toch maar een verzoek gedaan om het opereren uit te stellen. Dit uitstel is door dokter Dr. H. G. Beins (chirurg en uroloog werkzaam sinds 1937 in Eindhovense diaconessenhuis) met "tegenzin" verleend. Het was eigenlijk ook een operatie die niet nodig was.
Op 17 april viert hij zijn verjaardag in Zeist. Ben Postma zal nooit in Duitsland werken en hij kan daardoor mooie foto's maken van de bevrijding van Eindhoven.

A.M. Mooij

Mr dr A.M. Mooij
Geneesheer-directeur van 20 januari 1940 tot 15 oktober 1955
Geboren op 4 oktober 1898 


Mr.dr. A.M. Mooij

Na zijn artsexamen in Groningen in 1926 ontvangt Mooij zijn opleiding tot zenuwarts in de Psychiatrisch Neurologische Universiteitskliniek aldaar. In 1928 wordt hij afdelingsgeneesheer in het Sint Joris Gasthuis in Delft, waarna hij op mei 1930 benoemd wordt in het Rijks  Krankzinnigengesticht te Woensel.

In 1940, kort voordat de oorlog uitbreekt, benoemd tot Geneesheer-directeur. Na de met vele zorgen gepaard gaande oorlog kan hij een aanvang maken met de modernisering van het RKG. Eén van de belangrijkste wapenfeiten op dat gebied is de totstandkoming van een 'aangewezen' afdeling en de daarmee verband houdende naamsverandering van Rijks Krankzinnigengesticht te Woensel in Rijks Psychiatrische Inrichting in Eindhoven (Bij Koninklijk Besluit d.d. 21 september 1946).

De 'arbeidstherapie' krijgt onder zijn leiding een bijzonder karakter door het met ingang van 1945 aanvaarden van grote opdrachten van de industrie, met name van de Eindhovense Philips-fabrieken. In 1955 is Mooij enige tijd Geneeskundig Inspecteur voor de Geestelijke Volksgezondheid en na een kortdurend directoraat in de RPI te Grave vestigt hij zich in 1957 als zenuwarts in Eindhoven. Zijn ruime ervaring met de problemen van de 'Krankzinnigenwet' brengt hem ertoe om, na een voltooide rechtenstudie, een juridische dissertatie te schrijven, getiteld: 'De Krankzinnigenwet van 1884' (Rijksuniversiteit Utrecht, 1964).

A.M. Mooij laat zijn vriend Hajo Bruining en anderen onderduiken

Dr. A.M. Mooij neemt een aparte positie in tijdens het artsenverzet, waarin hij ongetwijfeld zeer actief is geweest in het verzet. Hij was geneesheer-directeur tijdens de oorlogsjaren en de Rijks Krankzinnigen Gesticht Woensel (RKG). Het terrein is een kleine wereld op zichzelf. Het gebied bestaat uit 100 hectare bos en 30 hectare landbouwgrond en weiland. Het is een gemeenschap van ruim duizend personen. Mooij was anti-Duits maar voelde zich ook verantwoordelijk voor zijn personeel en patiënten. Hij gaat voor zijn Joodse patiënten staan, als de S.D. in maart 1944 er achter komt dat er nog Joodse personen verpleegd worden. “Ik heb geen joden, alleen maar patiënten” is zijn uitspraak. Op 14 maart 1944 werd door de Sicherheitspolizei 24 Joodse patiënten zijn weggevoerd richting Auschwitz en daar vermoord. Lees het verhaal hierover op: https://stichting18september.nl/de-grote-beek/
Mooij wordt als straf gevangen gezet in kamp Vught, oorspronkelijk voor zes maanden, in de praktijk is hij na een aantal weken terug als directeur bij de RKG. Zijn administrateur Kampers zit aantal weken vast op het politiebureau. 

Hajo Bruining werkt op het Natlab van Philips en heeft geheime contacten met de Engelsen, zijn werkzaamheden worden pas in 2027 openbaar. Na de oorlog in 1946 krijgt hij "Order of the British Empire." Dit erelidmaatschap is maar aan weinig Nederlandse verzetslieden toegekend. Voorjaar 1944 doorzoeken Duitsers zijn huis, maar hij kan ontkomen en vindt onderdak in het Rijks Krankzinnigengesticht. De directeur is een vriend. "Hij laat mijn vader opnemen zodat hij zich tussen de patiënten kan verstoppen." vertelt zijn dochter later.

Mooij laat ook een jonge Joodse vluchteling uit Amersfoort onderduiken als leerling verpleger, in het boek "De komst van Joseph Alexis K." vertelt Frits Goudkuil zijn belevenissen in de Rijks Krankzinnigen Gesticht, hij overleeft de oorlog.

Waarschijnlijk zijn er tientallen onderduikers geweest, zowel als onder de patiënten als in de woonvertrekken van de verpleegsters. Een van de personen is Mina van der Heim een Joodse vrouw die sinds september 1942 onderdoken was in voormalig zogenaamde rode dorp, waar het personeel van het gesticht woont. Bij Duitse controle had ze haar uiterlijk kunnen verbergen door snel haar rok over haar hoofd uit te trekken, waarop de Duitser, die binnenkwam zich verontschuldigde, bij het zien van haar intieme  lichaam. Hierna is zij onderdoken bij de familie Sprengers.

Hiernaast was het beroep van (leerling ) verpleger of verpleegster erg populair, omdat deze beroepsgroep was uitgezonderd voor de arbeidsinzet (Arbeitseinsatz).

Na de oorlog, 22 okt. 1944 schreef dr. Jos Specken, dr. J. P. Slooff en dr. A.M. Mooy aan het Militair Gezag C. Verhoeff,  "dat er onvoldoende voeding was voor de bevolking" en dat de verkrijgbare voeding een verbrandingswaarde had van ‘hoogstens 1200 calorieën’. (Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog). In november 1944 was er in Eindhoven een “honger demonstratie” en de Duitsers in bezet Nederland spotte ermee.

September 1945 is dr. A.M. Mooij (krant schrijf Mooy) door Koninklijk besluit benoemd tot plaatsvervangend voorzitter van Tribunaal te 's-Hertogenbosch en lid van Het Eindhovensch Tribunaal. Dit tribunaal veroordeelde foute Nederlanders, zo heeft Mooij de Eindhovense NSB burgemeester Pulles veroordeeld. Als zenuwarts heeft hij samen met een collega de SD-er Weber, die zijn Joodse patiënten wegvoerde naar vernietigingskampen, "gek" laten verklaren. Na gevangenisstraf  en "genezing" kon Weber als vrij man naar Duitsland vertrekken.

‘Alleen een vrij man kan een goed geneesheer zijn’ 

Medisch Contact 1946 gedenkpenning 

GEDENKPENNING VAN HET ARTSENVERZET. Het Centrum van Medisch Contact (M.C.) heeft een gedenkpenning doen vervaardigen, als blijvende herinnering aan het artsenverzet. De penning, die alleen voor M.C.-leden verkrijgbaar is, toont aan de voorzijde een hakenkruis dat door een slang wordt gebroken, met het randschrift:,,Alleen een vrij man kan een goed geneesheer zijn".

Aan de achterzijde het randschrift:,,Medisch Contact 1941- 1945" en de esculaapstaf, gekroond met den Vrijheidshoed, die tevens den vorm heeft van den ouden doktershoed. Aan deze zijde is plaats voor de inscriptie van naam en functie in het M.C. (Medisch Contact, augustus 1946). Voor  8 gulden te koop, alleen voor leden M.C.

Foute artsen

De stad Eindhoven kende een aantal artsen die lid waren van de NSB of andere Duitse organisaties zoals NSB-raad voor de volksgezondheid, het Medisch Front, van de afdeling Medisch Zaken van de N.V.D of artsenkamer e.d. Na de oorlog zijn een aantal van hen veroordeeld zoals: J.H. van Roon, hij stopt al in november 1941 met zijn praktijk en vertrekt naar Wenen. Verder dr. Giovanni Attilio (vente) Catalani, in juli 1940 ontslagen als marine legerarts, die de keuringen op het Gewestelijk Arbeidsbureau verrichtte voor de Duitsers. Volgens hem had hij vele afgekeurd. Dokter J. H. R. van der Pas, nam de praktijk van Catalani over en ook zijn werk op Gewestelijk Arbeidsbureau. Hij werkte daar in de tijd dat mensen naar Zeeland werden gezonden. Hij verrichtte de keuringen. Tijdens zijn proces vertelde hij: dat hij velen afkeurden, waaronder zijn verdediger mr. v.d. Putt. Wel vertrok hij op "dolle dinsdag" 5 sept. ’44 uit Eindhoven teneinde een trein met evacués medisch te verzorgen en om zijn arrestatie te ontgaan. 
De NSB-artsen kregen een milde strafveroordeling. 

Bronnen

Het Medisch Contact in verzet https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/het-medisch-contact-in-verzet

Helaas zijn onderstaande historische documenten bij NTVG niet meer raadpleegbaar voor niet-leden. 
In memoriam D. Slager: https://www.ntvg.nl/system/files/publications/1962104450001a.pdf
In memoriam Dr. Jos.L.H. Specken: https://www.ntvg.nl/system/files/publications/1973106980001a.pdf
In memoriam L. T. W. van Wely: https://www.ntvg.nl/system/files/publications/1955124100001a.pdf
prof.dr.J.Slooff 50 jaar arts: https://www.ntvg.nl/system/files/publications/1971103890001a.pdf

Dr. J. Specken: Spannende dagen & Artsen twintig jaar geleden in het offensief.  Pleisteractie joeg de Duitsers degelijke schrik op het lijf Massaliteit verraste vriend en vijand.  Nieuwe Eindhovense krant van 22 maart 1963


Joodse-gemeenschap in Eindhoven door Phocas Kroon: https://www.eindhoven4044.nl/5/Boek-Joodse-gemeenschap-06-2010.pdf
Lydia Amalia Slager Jacobs: https://stichting18september.nl/slachtoffers/Lydia-Amalia-Slager-Jacobs

A.M. Mooij in Boek: De komst van Joseph Alexis K. De 75-jarige geschiedenis en ontwikkeling van een rijksinstelling tot Ziekenhuis De Grote Beek. Gedenkbundel 75 jaar Rijks Krankzinnigengesticht, Rijks Psychiatrische Inrichting, Ziekenhuis De Grote Beek, uitgave 1993, 384 p. (met dank aan Frans Dekkers voor beschikbaar stellen van het boek)

Dagboek Ben Postema www.rhc-eindhoven.nl

Wie heeft informatie over mogelijk verzetswerk van onderstaande Eindhovense artsen?


* genoemd op deze pagina.
G. N. L. J. Aukes, Eindhoven 
Mej. M. A. Baas, Eindhoven 
H. A. W. Bamberger, Geldrop 
J. R. M. Bär,Eindhoven 
H. C. Beins, Eindhoven 
J.de Bergh, Eindhoven 
J. van den Blink, Eindhoven 
M. C. J. van den Boom, Eindhoven 
M. Bruining, Eindhoven 
H. C. Coebergh, Eindhoven
H. P. J. Damen, Eindhoven 
H. I,.J. M. Defesche, Eindhoven 
D. E. E. von Devivere, Eindhoven 
L. A.Falke, Eindhoven 
L. J. P. Frank,Eindhoven 
A.van Hattem, Eindhoven 
* P. A. F. H. Holtzer, Eindhoven
B. van 't Hullenaar, Eindhoven 
G. H. W. Jordans, Eindhoven 
B. I. Koster, Eindhoven 
W. F. van Meerendonk, Eindhoven 
T. J. J. H. Meuwissen, Eindhoven 
A. M. Mooij, Eindhoven 
J. A. Notting, Eindhoven 
F.J.M. Pannekoek, Eindhoven 
H. de Raad, Eindhoven 
B. de Regt, Eindhoven 
* E. M. L. Sassen, Eindhoven 
* J. P. Slooff, Eindhoven 
* J. L. H. Specken, Eindhoven 
A. Tillema, Eindhoven,
J. G. M. van der Ven, Lieshout, 
* O. J. H. M. Verbeek, Eindhoven 
B. A. Verhagen, Eindhoven 
J. F. C. Werz, Eindhoven