"En waar heb jij gezeten?"

Aantal verhalen van Philips-technici tewerkgesteld in Berlijn

"En waar heb jij gezeten?"

Het is een verzameling verslagen over de periode juli 1942 - december 1945 van een aantal Philips-technici, die allen gewerkt hebben bij de Berliner Maschinenbau Aktien Gesellschaft Schwartzkopff. Ze schrijven gedeeltelijk over de tijd bij deze firma doorgebracht, maar vooral over de latere, zeer uiteenlopende belevenissen in Eindhoven. Sommigen kregen weer werk bij Philips, anderen wijdden zich aan het verzetswerk en raakten soms in gevangenschap, weer anderen bleven in Duitsland tot de bevrijding.
Uitgegeven als een stencil in december 1945. Aanwezig bij NIOD en hier volledig raadpleegbaar.
In Berlijn tewerkgesteld: J. van Asperen ; Brinkhuizen ; R. Drucker ; P. Gordijn; H. Gortemuller ; E. Hovesteydt ; J.S. Kemp ; M. Koel ; P.G. Kraakman ; H. Kuhn ; B. Kuyper ; Johan Ligtenbarg ; H. Magrijn ; E. Meijer ; B. Rebbers ; W. van Riet ; J. Ruyzenaars ; J. Scheffers ; G. Stek ; P. Verbeek ; F. Verhagen ; J.M. van de Wal ; P. Westerterp ; C. de Wijs ; C. Zorgman.

Hieronder een viertal verhalen uit deze bundel, van diverse belevenissen in het Eindhoven van 1942 - 1944.

Bron foto https://beeldbankwo2.nl
"Ook zoo tevreden ?" "Hij werkt in Duitschland" "Meldt u aan bij het gewestelijke arbeidsbureau."
Werken in Duitsland beviel Rudolf Drucker niet, wel was hij blij met het gewestelijk arbeidsbureau dat zorgde ervoor dat hij niet hoefde terug te keren naar Berlijn.

1) BESLOMMERINGEN BIJ HET DUIKEN.

Na de ons alle bekende tijd in Berlijn kwam ik in Eindhoven op 3 augustus '43 waar ik meteen begon met aantekenen en 18 augustus had mijn huwelijk plaats. Op 22 augustus moest ik terug, maar het Arbeidsbureau maakte een prettige vergissing, zodat ik tot 5 september rantsoenen kreeg. Hiervan maakte ik gebruik. Door toevallige omstandigheden kreeg ik spul, waardoor ik eczeem opwekte op allebei mijn armen. Het een en ander met behulp van de dokter. Dit verschafte mij nog twee weken verlof en op 19 september was de lol voorbij. Ik dook. Bleef voorlopig thuis, maar erg op mijn qui-vive. Door middel van Harry Dekkers zijn mijn papieren op het arbeidsbureau daarna gelicht door de heer de Natris. Toen was alles O. K. tot nadere waarschuwing.

Ik vertrok naar Den Haag. Inmiddels maakte wijlen Mevrouw van der Pol [schuilnaam mevrouw Brant] in Aalst mijn zaken in orde en ontving ik de valse papieren voor Philips, waar ik ca. 20 october gebruik van maakte. Eenmaal is men mij komen halen met vier man Gestapo, handboeien enz, in mijn oude pension. Verder echter geen moeilijkheden gehad. Op 18 september 1944 kwam ik officieel bij de O. D. motordienst als sergeant. Dit werk lag mij echter niet, zodat ik overplaatsing kreeg naar de Korps Motortransport Nederland’ (MTN). Hier kwam ik in aanmerking voor officiersopleiding en werd tweede luitenant na een weg via cadet-officier en vaandrig. Op 1 mei 1945 vond de beëdiging plaats. Voordien maakte ik een training mee in Frankrijk in Albert. Ons werk voor voedseltransport begon in april. Eind mei had ik een motorongeluk en werd afgeschreven. Schedelbasisfractuur, hersenbloeding en schedelbreuk. Na vier maanden ziek zijn begon ik weer mijn dienst, maar nu bij een andere compagnie, waar ik nu nog ben.
-o-
ir. Rudolf Drucker
Dit verhaal staat op pagina 1 van de bundel.

Fabriek waar de Philips technici verplicht werkzaam waren: Berliner Maschinenbau Aktien Gesellschaft Schwartzkopff.

Philiprak 
Eind 2023 is het boek verschenen "Van vroeger tot (me)nu - van Philiprak tot culinaire topgerechten" door Joop van der Aa.
Meer info bij Groot Eindhoven: https://www.grooteindhoven.nl/hoe-een-eindhovens-bedrijf-miljoenen-monden-voedde
Wie het boek wil bestellen, kan een bericht (o.v.v. ‘boek’) sturen naar: support@culivers.nl. Je ontvangt dan binnenkort bericht over de exacte prijs en wanneer het boek beschikbaar is.

2) Een praktische dagindeling

Twintig juli [1942] ben ik naar Berlijn vertrokken, waar ik ruim drie maanden ben geweest. Op 2 oktober kreeg ik een telegram dat mijn moeder op sterven lag en kreeg ik verlof om elf dagen naar huis te gaan.
Toen ik thuis kwam bleek echter dat niet mijn moeder, maar mijn vader op sterven lag. Twee dagen na mijn thuiskomst is mijn vader overleden. Vader heeft mij niet meer gezien, daar hij de laatste week voor zijn sterven geheel blind was. Op het Arbeidsbureau hebben ze het toen klaar gekregen dat ik niet meer naar Duitsland terug moest.
Begin november is het werk bij Philips weer hervat. Ondanks mijn chef, Arbeidskameraad Vos , was het arbeidstempo laag. Het werd echter door mij nog verbeterd toen ze op 30 maart 1943 mijn fiets bij Philips weghaalden. Ik kwam voortaan iedere morgen tegen 10 uur aangezet, Ik startte dan onmiddellijk met een kwartier pauze voor de Philiprak. Daarna een geurige “Fleur De Matras” (Belgische tabak) op de W.C. Zodoende werd op de voormiddag ongeveer een half uur gewerkt. In het middaguur van 12 tot 1 werd er van 12 tot 2 kaart gespeeld. Daarna gingen we onze boterhammen opeten. Om half drie begonnen we dan weer met frisse tegenzin te werken. Om half vijf moest ik weer vertrekken, anders kon ik de bus niet halen die om 17.15 uur vertrok. Gewoonlijk moesten we echter nog drie kwartier wachten.


Met mijn zwager heb ik lang voor onderduikers gewerkt. Wij zorgen voor onderdak, distributiebescheiden en valse Ausweise. Dit ging goed tot 7 maart 1944, die ochtend kwamen twee S.D schoften mij halen. Een onderduiker die toevallig bij ons thuis was en mijn zwager met een onderduiker die heel toevallig bij hem kwam eten, werd eveneens ingerekend. Na zeven weken brommen lieten zij ons gelukkig weer los. Ik had mijn tijd nuttig doorgebracht met aardappelschillen voor de overige gevangenen, ongeveer 80 tot 120 man.

Eind maart 1944 werd het werk bij Philips op dezelfde voet doorgezet. Ik moest me echter iedere vrijdag op de S.D. melden tot begin augustus. Eind augustus hadden de moffen al de auto's bij Philips gestolen. Zodoende konden ze ons niet meer halen met de Philipswagen. Ik ben toen thuis geweest tot januari 1945. Ik kreeg toen een verzoek van Philips om in Engeland te gaan werken, hetgeen ik natuurlijk aanvaardde. Op 17 januari per vrachtauto naar Brussel, van daar op 19 januari per vliegtuig naar Engeland. Dat ik daar een reuze goed leven heb gehad behoeft geen betoog. Op 2 mei werden we jammer genoeg weer door Philips naar Eindhoven teruggeroepen en was het goede leven weer afgelopen met "plenty of cigarettes". Momenteel werk ik weer op mijn oude afdeling. Onze afdelingschef, arbeidskameraad en S.D. man is echter niet meer aanwezig. Die zit nu veilig opgeborgen in [kamp] Vught
W. van Riet
Dit verhaal staat op pagina 17 van de bundel.

Foto: Machine bouw bij Berliner Maschinenbau Aktien Gesellschaft Schwartzkopff.

3) De onweerlegbare waarheid over arbeitskamerad herr Holland ingenieur Zorgman

Toen hij oct. '43 na een voorspoedige reis in een soort goederenwagen in Eindhoven terug kwam met een onsjouwbare koffer, een warm voor Germanje kloppend hart en een goederenwagen - hoest, die de eerste weken niet wijken wou, scheen iedereen ondergronds geworden te zijn. Van 6 of 7 verschillende kanten werden bonnen en bedden aangeboden en aangezien je van 6 of 7 bonkaarten nog beter kunt leven, dan van naslag en zo, bleef hij hier. Hij was nu eenmaal ietwat materialistisch. Hij ging gewoon naar zijn werk en af en toe naar het arbeidsbureau om te zeuren, maar tenslotte vonden ze daar dat het mooi was. Op een goede avond zat hij met een van de oude Arbeitskameraden thuis te praten, ze verwachten toen elke dag bericht dan en dan vertrekken, toen het bekende en dus beminde geluid van de glazen muiltjes van een lid van de Wehrmacht op straat hun trommelvliezen bereikte. Aangezien de heren elkaar net hadden zitten opwinden over de goede vangst, die die avond gedaan zou kunnen worden, veroorzaakte het enige opschudding, toen de glazen muiltjes naar de deur kwamen en een aanhangsel derzelven bel luidde.

De hart in keel kloppende moeder, die open deed, hoorde uit het duister in goed Hoog Duits: "Ist Kornelius Zorgman zu Hause"? Genoemde Cornelius vloog zonder enig gerucht te maken of sporen na te laten, door de achterdeur. Het was volle maan en bitter koud. Achter het huis stond geen wacht. Spoorslags over de harde bevroren grond, vermeed zorgvuldig de maneschijn, kreeg hartkrampjes als er iemand aankwam en arriveerde tenslotte bij een kennis, waar hij na 25 minuten in staat was, zijn verhaal te doen, waarna hij liefderijk opgenomen werd. Bij de warme kachel voelde hij de heldendom in zich opwellen. Dat had hij hem fijn geleverd zeg. De Groene beetgenomen, haha. Nee, dan moesten zij vroeger opstaan.

Op dat moment werd er gebeld. Dezelfde kerel van daarstraks. De zaak was verraden..... Nee, toch niet, het was zijn broertje, die een soldatenpak geleend had van een "goeden" Rijksduitser en zich thuis eens even had willen laten bewonderen. Hij liep zo rood aan trilde even, een rauw geluid steeg op uit zijn keel en hij zei: "Nou dan ga ik maar weer naar huis". Zijn ma had na drie weken nog hoofdpijn.

Vervolgens dook hij voorgoed, er kwamen een paar lieve agenten aan de deur, die het zeer goed meenden en tenslotte NSB'ers bleken te zijn, hij werkte een paar H.B.S.ers bij en alles ging zo zijn gangetje.

Op een goede dag kwam hij op een fiets een hoek omstuiven en werd aangehouden door twee Landwachtende Heren. De vaart was groot, de fiets een doortrapper, de zin tot stoppen minimaal en de volgende hoekvlak bij. De Landwachtende Heren brulden wat en schoten mis. Vervolgens schoten ze raak. In een been zaten 55 kogeltjes, in het andere een stuk of tien en het was een raar gevoel. Het linkerbeen wou niet meer, maar het rechterbeen wel, en dus ging het halve kracht vooruit. De benenjagers hadden trouwens hun spuit geledigd en waren voor enkele minuten buiten gevecht gesteld. Het onderduikadres was twee minuten verder en weldra heerste er grote consternatie. Familieleden huppelden naar de dokter, een opoe kreeg plotseling een zekere tegenzin in de bloed op de bodem theorie, waar ze tot dusver een vurig aanhangsel van was en wanneer alle NSB'ers de kogels hadden gekregen, die ze toedacht, ware de Nederlandse Sponzenvoorziening de eerste decennia zeker gesteld geweest.
De benen begonnen langzamerhand stijf te worden, en de Sherlock Holmes snuffelden intussen de buurt af, waar ze het aangeschoten verraad vonden. Ze kwamen binnen, bewonderden de bloedrijke looporganen, werden wat pips, kregen een zeer grote mond, verontschuldigden zich, zagen het persoonsbewijs in, vertelden wat hun plicht was, wat ze gedacht hadden, dat ze nog eens in het ziekenhuis zouden komen kijken en dat ze het zoveel mogelijk goed zouden maken. Ze vergaten, dat, als iemand even een boek komt brengen, (zoals het verhaal luidde) hij toch zeker niet in de studeerkamer van de Heer des Huizes een stuk of 20 boeken en dictaten met zijn naam erop laat slingeren. Misschien waren zij het ook anders gewend.
Toen werd hij op een fiets geladen, bij een dokter en vervolgens naar het ziekenhuis gebracht. Na enkele dagen kwam daar een agent, die vroeg wie die man was, die door de landwacht aangeschoten was. Dat had die agent niet moeten doen, want die liep daar speciaal, om op onderduikers enz. te passen. Hij bleek echter ongevaarlijk te zijn.

Ondanks alles was het een hele geruststelling, toen de ziekenhuisperiode achter de rug was. Het is niet leuk om met een paar stokstijve en loodzware benen te liggen wachten op landwachtersbezoek. Daar ze echter niet gekomen waren, werd met algemene stemmen aangenomen dat het gevaar voorbij was, en aangezien de aardappelpositie van het onderduikadres verre van rooskleurig was en de gastvrouw ziek was, werd de ouderlijke woning weer in bezit genomen.

Daar rolden de dagen kalmpjes de toekomst tegemoet, zoals dat bij dagen zo vaak voorkomt en na een vlucht van Den Bosch naar Eindhoven, "omdat de Engelsen al in Turnhout zaten" en een vlucht SS-lui die schoten, omdat een paar honderd mensen zomaar hun barakken tot brandhout hakten, terwijl de Engelsen nog honderd kilometer verder waren, viel er niets meer te ontsnappen, en kwam het einde aan een roemloze onderduikersperiode, die veel weg had van een kleine plattelands gemeentearchivaris bestaan, en die oorzaak is dat deze waarheidsgetrouwe historie als veelbesproken nachtkaars uitgaat.
-o-

ir. Cornelius Zorgman (Eindhoven) Hij is in 1941 geslaagd voor het diploma werktuigbouwkundige
Dit verhaal staat op de laatste pagina 33-34.

Foto: De Razzia is ondermeer georganiseerd door Arbeits Kontrolle Dienst met Landwachters zoals Marinus Meelen in dienst van de Duitse bezetters.
Zie artikel www.eindhoven4044.nl/10/psv-razzia-1944.html

Razzia op Philips sportpark

Op de terugreis naar Holland in augustus 1943 voelde ik al in mijn binnenste dat ze mij niet meer terug zouden zien in het vervloekte land der Edelgermanen, dat men Duitsland pleegde te noemen. En werkelijk, mijn voorgevoel is bewaarheid.
Zo kwam ik dan op 11 augustus in Eindhoven aan. Na eerst enkele dagen op temperatuur te zijn gekomen, was mijn eerste werk om iemand aan de haak te slaan, die, naar ik hoopte, mijn papieren kon bezorgen waarop ik vrij over straat en weer aan mijn werk kon gaan. Ik ging dus naar het arbeidsbureau, waar een kennis van mij zat.
Het was nog enkele dagen voor het einde van mijn verlof. Hij beloofde alles te doen wat hij kon. Ik moest daarom twee dagen later terugkomen. En ja, het was dikke mik; de papieren kreeg ik, dus geen watersoep meer in mijn maag of aardappelen met rottige inhoud. En zo zat ik enkele dagen later weer bij Philips aan mijn tekenbord.

Dat ging zo enkele maanden goed. Totdat er natuurlijk, zoals ik wel verwacht had, een eerste S.O. S. uit de hoofdstad van Moffenland kwam. Daar moest ik niet veel van hebben, en dus ging ik weer naar die kennis op het arbeidsbureau, die mij weer hielp. Ik was weer voor een tijdje onderdak, omdat hij het S. O. S. -bericht naar niemandsland doorstuurde, of liever gezegd, in de prullenmand deponeerde. Toch moest ik op mijn hoede blijven, en daarom ging ik 's nachts mijn rust op een ander genieten. Een van onze buren was ook bij de club van aanbestede lijken, en dus moest ik dubbel uit mijn doppen kijken vooral omdat er al een keer een oproep bij hem was aangekomen. Maar van hem heb ik geen last gehad. Omdat hij zo goed heeft opgepast mocht hij voor onbepaalde tijd met vakantie naar Vught. Hij is nog steeds niet terug, zodat ik maar aanneem, dat het er naar zijn zin is. Na mijn eerste oproep heb ik nog vijf van die bidprentjes gehad, maar zonder resultaat voor het Herrenvolk; mij niet gezien in dergelijke paradijzen. Geachte vrienden, veel variatie is er in de verdere tijd niet geweest, behalve luchtalarm en lijntrekken. Een ding is er, dat ik nog even in het kort wil verhalen. Na lange tijd geen film of voetbalwedstrijd gezien te hebben, toog ik op een zondagmiddag naar het Philips Sportpark om daar een belangrijke wedstrijd te gaan zien. Het was de wedstrijd PSV - Longa. De spanning zat er volop in bij spelers en publiek, dus bij mij ook. Toen de wedstrijd voor de roodwitten een overwinning werd (Philips won met 2-1) was het feest in de Philipsstad. Maar de vreugde werd heel gauw getemperd, toen een stem door de luidsprekers het nieuws de wereld in zond: "Alle mannen boven de achttien jaar moeten in het sportpark blijven". Wie had enkele uren van tevoren gedacht, dat die boeven van de NSB'ers heel het terrein zouden isoleren? Maar het was hun gelukt en wij zaten als muizen in de val. Nu was het de kunst om er weer uit te komen, en na enkele uren (het was lekker beginnen te sneeuwen) zijn we dan bevrijd door enige agenten (niet clubleden) die ons gauw door een andere poort de vrijheid teruggaven.
Zo ben ik nog precies tussen de vingers van dat uitschot doorgeglipt. Ik ging naar huis met de belofte, voorlopig geen voetbalwedstrijden meer bij te wonen. En zo vrienden ben ik aan het einde van mijn verhaal gekomen. Voor ik ga sluiten wil ik jullie allen het allerbeste toewensen, en veel geluk in het verdere leven.
-o-
P .Verbeek
Deel van dit verhaal is staat ook op: www.eindhoven4044.nl/10/psv-razzia-1944.html
 

Bronnen

"En waar heb jij gezeten?" beschikbaar bij NIOD https://proxy.archieven.nl/298/5597A6195E27BC24E0538A77ABC28183
Auteurs:  J. van Asperen ; Brinkhuizen ; R. Drucker ; P. Gordijn; H. Gortemuller ; E. Hovesteydt ; J.S. Kemp ; M. Koel ; P.G. Kraakman ; H. Kuhn ; B. Kuyper ; Johan Ligtenbarg ; H. Magrijn ; E. Meijer ; B. Rebbers ; W. van Riet ; J. Ruyzenaars ; J. Scheffers ; G. Stek ; P. Verbeek ; F. Verhagen ; J.M. van de Wal ; P. Westerterp ; C. de Wijs ; C. Zorgman.


Foto's: Berliner Maschinenbau Aktien Gesellschaft Schwartzkopff: https://brandenburgikon.net/index.php/de/unternehmen-bis-1945/oberspree-dahme/schwarztkopff

Foto razzia 64929 Beeld- en geluidcollectie Regionaal Historisch Centrum Eindhoven