Communistisch verzet in Eindhoven

Het verzet van de CPN Eindhoven.

De Eindhovense communistische beweging, voor en in de oorlog

In het katholieke Zuiden was bijna geen ruimte voor socialistische ideeën en helemaal niet voor het communisme. Bij de heersende burgerij was de Russische Oktoberrevolutie van 1917 een schrikbeeld.

Wie lid was van de Communistische Partij Nederland (CPN) of andere linkse organisatie kon voor de oorlog een baan bij Philips wel vergeten. Willem Dijs, die hoofd van de beveiliging van Philips was, was tevens een overijverige onbezoldigde politieman. Hij was persoonlijk, met een aantal Philips beveiligers, actief op jacht naar communisten. Ruim voor de oorlog speelde hij al gegevens door aan de nazi-partij van Hitler. Het boek van Frans Dekkers Eindhoven 1933-1944 beschrijft deze gegevens uitgebreid. Dijs is na de oorlog strafrechtelijk veroordeeld, eis negen jaar, maar niet voor zijn communistenjacht.

Eindhoven had in de jaren dertig een kleine communistische gemeenschap van hooguit 150 sympathisanten en 573 CPN stemmers in 1937 bij de 2e kamerverkiezingen. Een veel kleiner aantal personen was lid, zo'n 40 à 50 in 1939. Een aantal van hun komt om tijdens de Duitse bezetting, niet zozeer door verzetsdaden, maar enkel omdat ze lid zijn van de CPN.

Voor de oorlog was de CPN vooral actief in Eindhovense werklozen comités en het verspreiden van pamfletten voor betere lonen. Hiernaast had men zijn handen vol aan hulpverlening geven aan Duitse communisten, die het nazi-regime ontvluchten. Hulp aan Duitse vluchtelingen, met name politieke vluchtelingen, was door de Nederlandse regering al snel verboden.
CPN Eindhoven was over het algemeen vooral bezig met belangenbehartiging en minder met politiek actie, hoewel politieke scholing gegeven werd.

Het Ribbentrop-Molotov Pact

Voor de plaatselijke CPN'er zal de opstelling van de landelijke CPN top, die de Moskou lijn volgt, over de opstelling van Stalin erg vreemd zijn overkomen. Omdat Stalin in augustus 1939 het niet-aanvalspact met Hitler sloot, moest de CPN-top weer een abrupte koerswijziging doorvoeren: niet nazi-Duitsland was nu meer het grootste gevaar voor de vrede, maar het Engels-Franse imperialisme!

In Rusland instrueerde Stalin de communistische partijen in Europa om al hun kritiek op Nazi-Duitsland in te slikken. Duitse communisten en Joden die naar Rusland waren gevlucht, werden zelfs naar Nazi-Duitsland teruggestuurd. Ook in Duitsland zorgde het pact voor verwarring, want al jaren werden communisten gevangengezet.

Het verdrag maakte de weg vrij voor de Tweede Wereldoorlog. In de wetenschap van de Sovjet-Unie niets te vrezen te hebben, viel het Duitse leger een week later, op 1 september 1939, Polen binnen. De regeringen van Groot-Brittannië en Frankrijk hadden Polen veiligheidsgaranties beloofd en verklaarden nazi-Duitsland nu de oorlog. Twee weken later viel het Sovjetleger Polen vanuit het oosten aan. 

De communisten in Eindhoven (en andere landen) krijgen door deze vooroorlogse geopolitieke zet tussen Stalin en Hitler naderhand veel last en een aantal zal dit met de dood moeten bekopen.

CPN Pamfletten uit de jaren 30 verspreid in Eindhoven
Home of Moscou, uitgave april 1932

Verweer tegen Pater H. de Greeve S.J. stellingen over het communisme. Hij hield ook lezingen over "De handel in blanke Slavinnen". Vanwege zijn verzet tegen het nationaalsocialisme werd hij tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers als gijzelaar opgesloten.

De Vuist uitgave van de afdeling Eindhoven de C.P.H., sectie de comintern. Uitgave 21 of 28 oktober 1933

Nazi-Duitsland verlaat 14 oktober 1933 de Volkenbond.

De Vuist uitgave van de afdeling Eindhoven de C.P.H., sectie van de 3e internationale. De Vuist N° 1, 14 oktober 1933

Pleidooi voor een Sowjet staat, dat is de staat van de arbeiders en boeren.

Werklozen krant, 13 februari 1936

Orgaan van de werklozenvereniging, Door Ontwikkeling Sterk.
Redactie Leostraat 39 Eindhoven (huis is afgebroken in 2007)

Geheim

Hoe politie commissaris Brinkman denkt over de illegale ondergrondse wroeters...

Een aantal passages uit de brief van 9 mei 1936 over de werklozensteun.


De taak dezer politie bestaat hierin dat zij dagelijks toezicht houdt op het mengelmoes van revolutionairen, die voor hun actie bij voorkeur de stempellokalen uitkiezen, omdat zij weten dat daar ter plaatse de meest mogelijke malcontenten (ontevredenen) present zijn.

Die politie waakt er verder voor dat die illegale ondergrondse wroeters geen agitatie bij de stempellokalen kunnen voeren of tegen het gezag opruien, terwijl zij voorkomt dat de ontevredenen de enkele goedwillenden niet openlijk tegen het gezag kunnen opzetten.

Dit is nodig omdat de ervaring mij heeft geleerd dat er straks grote kans bestaat dat ook hier evenals elders een Volksfront ontstaat, dat met het Communisme verbroederd is. Wanneer de orde dreigt verstoord te worden, dan wordt de hulp ingeroepen der geüniformeerde gemeentepolitie. De politie in burger treedt daartegen niet op, tenzij onmiddellijk optreden noodzakelijk blijkt. 

Een klein inkijkje in de "geheime" gedachtengang van commissaris Brinkman, na de oorlog veroordeeld voor o.a. NSB lidmaatschap en een slecht voorbeeld geven.

Communisten al voor de oorlog verraden aan de nazi's!

Wanneer de Duitse inval dreigt, wordt het CPN-lid Piet van der Heijden door Faro (GS-III-man, inlichtingendienst) aangesproken. Hij zei aldus Van der Heijden: "We zijn nooit vrienden geweest, maar nu de inval dreigt, hoef je niet bang te zijn. We hebben op 3 mei '40 alle gegevens over jullie verbrand." Faro sprak daarbij over een groot boek waar wij allemaal met naam en adres en activiteit in stonden vermeld. Een beetje naïef, want Willem Dijs had al lang voor de oorlog zijn linkse kaartbak gedeeld met Nazi-Duitsland. Hij is in 1939 nog door Hitler beloond met een oorkonde. Alle verdachte elementen zaten in de kaartenbak van Philips. Dijs had op zijn kantoor een cartotheek met alle Philips-werknemers en oud-werknemers. De verdachte personen kregen een rood kruisje op hun kaart. Op de achterkant van zo'n kaart schreef Dijs feiten en vermoedens. En er waren er nogal wat met een rood kruisje op hun kaart. Hiernaast hield hij nog een persoonlijk archief bij van alle communisten en linkse elementen. (Dekkers p.99)
Ook op landelijk niveau deelden waarnemend hoofd-commissaris politie Amsterdam K.H. Broekhoff, jaren dertig alle geheime gegevens over links personen in Nederland met de Gestapo.
Meer info lees: https://www.rudi-harthoorn.nl/nederlandse-verantwoordelijkheid-voor-de-massamoord-op-communisten

1933 Hitler neemt de macht.

In 1933 kwam Hitler aan de macht en veranderde hij Duitsland in een dictatuur. De Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP) krijgt steeds meer macht. De brand in de Rijksdag, het parlementsgebouw wordt misbruikt en de burgerrechten van de Duitse bevolking wordt ingeperkt. Vrijheid van meningsuiting is niet langer vanzelfsprekend en de politie kan willekeurig huizen doorzoeken en mensen arresteren. De politieke tegenstanders van de nazi’s zijn nu vogelvrij. De arrestaties en intimidatie nemen toe. De regering verbiedt de communistische partij. Op 15 maart 1933 zijn er al tienduizend communisten gearresteerd. Om al deze politieke gevangenen onder te brengen worden de eerste concentratiekampen geopend. De omstandigheden zijn hier verschrikkelijk. Mensen worden mishandeld, gemarteld en soms gedood. De bestaande politieke partijen worden verboden. Vanaf midden juli 1933 is Duitsland een eenpartijstaat. Ook op cultureel en wetenschappelijk gebied vinden ‘zuiveringen’ plaats. Alles wat ‘on-Duits’ is moet volgens de nazi’s verdwijnen. Boeken van bijvoorbeeld Joodse, linkse en pacifistische schrijvers worden verbrand.

Vlucht naar Nederland
In maart 1933 konden Duitse Joodse, socialisten en communistische vluchtelingen nog vrij gemakkelijk Nederland binnenkomen. In mei 1934 werd het beleid al strenger. Duitse vluchtelingen werden alleen nog tijdelijk in Nederland toegelaten. In mei 1938 werd voor Duitse joden, socialisten en communisten niet langer een uitzondering gemaakt. Nederland en andere Europese landen namen geen vluchtelingen meer op. Voortaan zouden alle vluchtelingen bij de grens tegengehouden worden. Vele zijn illegaal de grens overgestoken en kregen zijn hulp van diverse organisaties en individuele personen.

In 1933 werden meer dan 100.000 leden van de Socialistische Partij van Duitsland (SPD) gearresteerd. Velen van hen werden naar concentratiekampen gestuurd, en anderen vluchtten uit het land.
In 1934 werd de Duitse vakbondsbeweging ontbonden. Veel vakbondsleiders werden gearresteerd of vermoord, en anderen vluchtten uit het land.
In 1935 werd het Kommunistische Partij van Duitsland (KPD) verboden. Veel KPD-leden werden gearresteerd of vermoord, en anderen vluchtten uit het land.



Eindhovensch dagblad 3 april 1933.

Eindhovensch Dagblad 27-7-1933 meldt: Het aantal Duitsche vluchtelingen in Europa wordt op 45.000 geschat. Het bureau van de vroegere Socialistische Partij te Praag heeft voorlopige cijfers opgesteld van het aantal uit Duitsland gevluchte personen. Het aantal in Frankrijk wordt geschat op niet minder dan 30.000, in Holland op 8000, in Zwitserland op 2000, in Tsjecho-Slowakije op 3000, waarvan 2000 tot de politiek georganiseerde socialisten behoren.

Achtergrondverhaal Joodse vluchtelingen waren zeer ongewenst
Alle grenzen gingen dicht:
https://www.groene.nl/artikel/alle-grenzen-gingen-dicht

Ook te Eindhoven hulpverlening aan Joden uit Duitsland.

Binnen een maand nadat Hitler de macht heeft genomen, kwamen al vluchtelingen naar Nederland. Iedere maatschappelijke of godsdienstige stroming organiseren hun eigen ondersteuning.

Van verschillende zijden bereikte ons het bericht, dat ongeveer tweehonderd gevluchte Joden uit Duitsland al hier zijn aangekomen en onderdak hebben verkregen. Bij informatie vernamen wij dat gedurende zaterdag en zondag wel tweehonderd personen uit Duitsland Eindhoven zijn gepasseerd, zonder te overnachten. Ook zondagmorgen zijn hier 8 personen aangekomen, die hier voedsel en geld kregen en vervolgens verder zijn gereisd. Toen bekend werd dat Joodsche vluchtelingen over Eindhoven kwamen is het bestuur van de Joodsche Gemeente direct in een spoedvergadering bij elkaar gekomen en heeft zich een comité gevormd tot hulpverlening, onder voorzitterschap van de rabbijn heer L. Frank. Op het perron lopen enkele personen van dit comité rond met een band met het David-schild om de arm, die de verschillende Duitse treinen opwacht en alle inlichtingen aan personen die verder reizen, verstrekken.

Op 8 april 1933 schrijft Eindhovensch Dagblad

Als intermezzo kregen we in den Senaat een interpellatie te horen van den heer Oudegeest (SDAP kamerlid), die, nu zovele vluchtelingen het bij onze „ontwaakte" Oostelijke buren niet meer kunnen uithouden en over de grens komen, ongerust was, dat wij het asielrecht tegenover deze politieke vluchtelingen niet volledig zouden toepassen. Minister Donner was echter niet van plan, iedereen maar zonder papieren en zonder geld toe te laten, al wenst hij een ruim standpunt in te nemen. Bij directe achtervolging en bij onmiddellijk levensgevaar zal echter geen vluchteling worden terugverwezen.

Ook de sociaaldemocraten van de SDAP vangen vluchtelingen op in het Dommelhuis. Honderden Joodse jongeren zijn in de periode 1939 - begin '40 opgevangen en vele zijn doorgereisd.
Lees verzetswerk Hilda Verwey-Jonker (SDAP raadlid)

 Martha Soboll in 1935 Foto © Frans Dekkers 

Internationale Rode Hulp

In Nederland was de Nederlandse Rode Hulp (N.R.H) afdeling deels gelieerd aan de CPN, een onderdeel van de Internationale Rode Hulp. In Eindhoven waren diverse personen (soms los van elkaar) actief in deze communistische opvang.

Martha Soboll, Duitse, was op 11 maart 1933 getuige dat dertig SA-mannen haar ouderlijke woning in Bochum-Werne binnen drongen. Hitler's straatleger had opdracht om haar broer Fritz te arresteren. Fritz "der rote Teufel" was de plaatselijke jeugdleider van de Kommunistische Partei Deutschlands (KPD), hij was echter al ondergedoken. In datzelfde jaar trekt een advertentie in het plaatselijk dagblad Martha haar aandacht. Een Nederlandse expediteur is op zoek naar een dienstbode. Ze solliciteert met succes en belandt in Zwolle. Martha Soboll: „Nederland was een verademing. Er marcheerden geen bruinhemden door de straten, en er vonden geen boekverbrandingen plaats, zoals ik die in het Ruhrgebied meerdere malen had gezien. Ik voelde me veilig".

Fritz Soboll

$39

Fritz Soboll in 1935.
De broer van Martha Soboll vlucht via de IRH (Internationale Rode Hulp) naar Nederland, en vindt een tijdelijk onderkomen bij zijn zus. Ontsnapt in Eindhoven aan de politie en komt uit eindelijk in Frankrijk terecht. Hij overleeft de oorlog.

Martha Soboll in 1984
Bron foto en verhaal Frans Dekkers, volledige verhaal Vrije Volk 10-05-1984 op: Delpher
Bron affiche IRH - Internationale Roode Hulp. geheugen.delpher.nl

Martha Soboll hulpverlening in EHV

In Zwolle leert ze haar eerste echtgenoot G. A. Bauw kennen, met wie ze spoedig in het huwelijk treedt. Bauw, rijksklerk wordt vrijwel gelijktijdig overgeplaatst naar Eindhoven. En daar bemerkt Martha Soboll al gauw dat Nederland niet zo veilig is als ze had gedacht. De lange arm van de nazi's strekt zich ook uit tot over de landgrens. Haar broer Fritz vlucht via de IRH (Internationale Rode Hulp) naar Nederland, en vindt een tijdelijk onderkomen bij zijn zus.
Tijdelijk, want in Eindhoven zorgt Willem Dijs, de gevreesde chef van de Phllipspolitie die tevens deel uitmaakt van het Eindhovense politiekorps, voor een ware klopjacht op alles dat links is. In nauwe samenwerking met de Duitse Gestapo (voor de oorlog!) maakt Dijs jacht op politieke vluchtelingen. Het adres van het echtpaar Bauw-Soboll wordt al spoedig opgemerkt als een 'verdacht pand. Martha Soboll: „Aanvankelijk had mijn eerste echtgenoot geen bezwaren tegen het verlenen van onderdak aan politieke vluchtelingen. Na mijn broer vonden een aantal van zijn partijgenoten bij ons een vluchthaven. Zoals Franz Raikowski, Ludwig Lünow, Max Sube en de gebroeders Heinrich en Willy Ohr. Na een kort verblijf werden ze via de IRH- Amsterdam verder geholpen. Wij hadden nog veel meer vluchtelingen kunnen helpen als Dijs niet had ingegrepen, en mijn man Gerrit Bauw, adjunct-commies ten Departemente van Financiën had geïntimideerd. Vanaf dat moment weigerde hij elke vorm van hulp aan politieke vluchtelingen. De toenmalige buurvrouw van de familie Bauw, J. Hendriks-De Maet (85) was ooggetuige. „Ik zag Dijs met zes politieagenten de woning binnendringen, en besefte meteen de ernst van de situatie. Ik was geheel op de hoogte van hun vluchtelingenwerk. Zelf heb ik ook vaak onderdak aan die mensen geboden. Op het moment van de inval was een broer van Martha met een kameraad in het pand. Op de achterplaats zag ik Fritz Soboll in paniek over de schutting kruipen. Hij vluchtte onze keuken binnen terwijl hij alsmaar riep... Johann komt ook nog. Maar die kwam niet". Fritz Soboll weet via de buren te ontkomen. Zijn partijgenoot Johann Gädke heeft minder geluk. Hij wordt aangehouden, en kort daarop aan de grens overgedragen aan de Nazi's. Martha Soboll: „Mijn broer wilde zo snel mogelijk uit Nederland weg, naar Frankrijk. Via de IRH is dat gelukt. Zo kwam ik in contact met de Amsterdamse IRH. Ik leerde een van hun medewerkers kennen, Goseling Dijkstra. Met hem heb ik, tegen de zin van mijn echtgenoot, mijn vluchtelingenwerk voortgezet. Echtscheiding was daarvan later het gevolg. In juni 1939 werd hun huwelijk door echtscheiding ontbonden verklaard, beide wonen dan in 's-Gravenhage.

Martha Soboll: Wel een Duits verzetspensioen maar niet van stichting 40-45.

Mevrouw Soboll werd in oktober 1940 gearresteerd omdat zij er op grond van haar eerdere politieke opvattingen (KPD) van verdacht werd nog steeds actief te zijn voor deze partij en in haar huis zogenaamde staatsvijanden te hebben onderdak en steun te verlenen. Gestapo Officier Peters kreeg destijds met de zaak te maken en werd op bevel van het toenmalige Reichs Veiligheids Hoofdbureau door mevrouw Soboll in beschermende hechtenis genomen en overgebracht naar het concentratiekamp Ravensbrück. Het vonnis luidde: "Deportatie naar KZ-Lager Ravensbrück, terugkeer niet gewenst".
Martha Soboll overleeft Ravensbrück en keert terug naar Nederland en gaat in Valkenswaard wonen. De stichting 40 - 45 erkent haar verzetsdaden niet, meer communisten hadden daar last vast door het "koude oorlog" denken na de bevrijding. Meer dan 37 jaar strijd zijn voor erkenning van haar vooroorlogse verzet. Heel cynisch is dat door een verklaring van een berouwvolle Gestapo Officier Peters, zij wel een Duits verzetspensioen krijgt.
Volledige verhaal in Het vrije volk 10-5-1984 door Frans Dekkers: "37 jaar strijd om erkenning van vóóroorlogs verzet."

Klasse tegen klasse: voor werk en brood. Kiest: communisten in de raad.
affiche 1935 Bron: Regionaal Archief Nijmegen

CPN 1935 Eindhoven

In 26 juni 1935 waren er gemeenteraadsverkiezingen in Eindhoven en Nederland. De CPN Eindhoven komt met een lijst van zes personen.

1. L. v. d. Groep*
2. C. Heesakkers*
3. J. Smit*
4. P.B. Jansen
5. D. Need*
6. P. J. J. van der Heijden*

Ze halen 426 stemmen, zo'n 1 % en onvoldoende voor een zetel. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1939 is geen lijst van de CPN ingediend. 
* Deze personen stonden ook op de provinciale lijst van maart 1935, van de elf kandidaten op de Provinciale Staten lijst van 26 juni 1935.

In 1939 heeft de CPN zich onthouden van het stellen van "candidaten" voor de verkiezingen in de provinciale Staten van Zeeland, Brabant en Limburg. Stemadvies was SDAP, om de arbeidersstem niet verloren te laten gaan.

Eind jaren dertig bestond de CPN uit: Lambertus (Bertus) van der Groep, voorzitter CPN afd.; Cornelis Heesakkers penningmeester; Jan Smit actief lid; Piet (P.B.) Jansen met Sinco als pseudoniem, eigen drukpers, geeft de Vuist uit; Dirk Need is in de oorlog geijzeld; Piet (P.J.J.)van der Heijden; Bernard Schoonbeek; Dick Snoek; Franciscus Beekhuizen; Arnoldus Franciscus van de Broek.
Zie verder lijst die geheime dienst in 1939 van o.a. de CPN Eindhoven had aangelegd. [pop-Up]

Bijna een half miljoen (465220) Joodse vluchtelingen tussen 1933 -1939 met © Anne Frank Stichting

Volgens het Duitse Historisch Instituut in Londen zijn tussen 1933 en 1939 ongeveer 300.000 socialisten, vakbondsmensen en communisten uit Duitsland gevlucht.
Andere cijfers zijn:
Vakbondsmensen: Geschat wordt dat er tussen 1933 en 1939 meer dan 300.000 vakbondsmensen uit nazi-Duitsland zijn gevlucht. De meeste van hen vluchtten naar buurlanden zoals Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije en Zwitserland.
Communisten: Het geschatte aantal communistische vluchtelingen varieert van 100.000 tot 200.000. Naast buurlanden vluchtten veel communisten ook naar de Sovjet-Unie.
Naast vakbondsmensen en communisten vluchtten ook andere groepen uit nazi-Duitsland, waaronder joden, socialisten, intellectuelen en homo's. In totaal wordt geschat dat er tussen 1933 en 1939 meer dan 600.000 mensen uit nazi-Duitsland zijn gevlucht.
(Bron: https://gemini.google.com/)

CPN en sympathisanten organiseren rode hulp in Eindhoven

Als na de machtsovername van Hitler vluchten veel joden, socialisten en communisten naar Nederland, ze komen ook in Eindhoven in groten getale aan. Hoofd van de Philips bewakingsdienst W .Dijs en politie commissaris Brinkman handelen in de geest van hun Duitse voorbeeld. Wim Meuwisse(n) (79), oud-lid van de CPN: "Voor het Hitler-regime gevluchte Duitsers werden door hen vogelvrij verklaard. Bertus van der Groep regelde onderduikadressen voor hen in Eindhoven. Daar kreeg Dijs lucht van. Bertus had er zelf ook een in huis. De Philips-politie heeft Van der Groep verschrikkelijk toegetakeld. Hij had geen tanden meer in zijn mond. De Philips- politie hield vaak razzia's en zette daarbij Eindhoven af."

Een blinde vlek bij de politie? Niet bij Willem Dijs!

In de officiële politie-of gemeente kronieken wordt hierover met geen letter geschreven. Het hoofd van de Vreemdelingendienst in de jaren dertig, F. Vrensen haalt zijn schouders op. Het aantal politieke vluchtelingen uit Duitsland, dat op weg naar een veilige plek buiten het bereik van de nazi-greep ook Eindhoven aandeed, is volgens hem zeer gering. Vrensen: "Dat aantal kan nooit groot geweest zijn. Gevluchte communisten hebben wij nooit geregistreerd, en wat de joodse vluchtelingen betreft: dat was een handjevol, die veelal beschikten over voldoende geld om door te reizen naar het uiteindelijke doel, Amerika. In Eindhoven hadden die bovendien familie of vrienden, en wat de minder gefortuneerde joden betreft, die werden door de joodse gemeenschap verder geholpen, onder meer door rabbi Frank."

Wat zich blijkbaar aan het oog van de Eindhovense politie - de Vreemdelingendienst - onttrok was een grootscheepse hulp aan honderden politieke vluchtelingen uit Duitsland, die Eindhoven op hun vlucht naar de vrijheid passeerden. Het is allerminst opmerkelijk dat de voormalige chef van de Vreemdelingenpolitie niet op de hoogte is geweest van deze hulpverlening. Het optreden van Dijs, met op zijn minst een stilzwijgende toestemming van commissaris Brinkman, noopte tot opereren in volstrekte illegaliteit. En achteraf kan worden gezegd: met groot succes. Een handjevol Eindhovenaren wist op deze wijze tussen 1933 en 1940 een paar honderd gevluchte joden, communisten en andere vijanden van het nationaal-socialisme via Eindhoven uit de greep van het Hitler- regime te redden.
Bron: Frans Dekkers boek Eindhoven 1933-1945

Jan Smit brengt politieke vluchtelingen over de Nederlands-Belgische grens.

Een van deze hulpverleners is de nu 84-jarige Jan Smit. In de jaren 1933 tot 1938, - toen hij zijn activiteit wegens ziekte moest staken - hielp hij alleen al ruim duizend politieke vluchtelingen. Smit, een kruidenier, die destijds aan de Eckartseweg woonde, heeft zijn hulp nooit aan de grote klok gehangen. De taak van Smit was om deze politieke vluchtelingen over de Nederlands-Belgische grens te brengen, en indien noodzakelijk, verder. Deels via smokkelpaden, maar vaker over de grote weg. De kwestie hierbij was of deze mensen wel of niet over papieren beschikten. Smit: 'De Belgische douaniers waren gemoedelijke mensen, geen strebers. Ik heb zelden problemen met hen ondervonden. De grootste en soms ook gevaarlijke problemen ondervond ik van de Nederlanders.

Hij vertelt: 'Op een keer kwam ik met een gevluchte jood uit Oostenrijk bij de grenspost Budel-Schoot. Via deze grensovergang had ik meerdere malen joden over de grens weten te krijgen. En ik verwachtte ook deze keer geen problemen, temeer omdat deze man over geldige papieren en de vereiste som geld beschikte. Maar er werd moeilijk gedaan. Men telefoneerde onmiddellijk naar Dijs in Eindhoven. Hij beval arrestatie. Deze Oostenrijker is toen opgesloten in de marechausseekazerne in Eindhoven. Ik heb onmiddellijk contact met Den Haag opgenomen en het geval uitgelegd. Daar schrokken ze wel van. Hij is dan ook weer onmiddellijk in vrijheid gesteld, en heeft uiteindelijk zijn doel kunnen bereiken.'

De tentakels van de Philips-politie grijpen dus ver. Naast zijn werk voor Philips en de Eindhovense gemeentepolitie was Dijs ook grenscommissaris. Hij werd dan ook ingelicht over grensoverschrijdingen. Ook in Eindhoven greep Dijs regelmatig politieke vluchtelingen, nog voordat ze de grens over konden. Naast frequente gerichte razzia's op Duitse vluchtelingen, waren de oren van de Philips-politie volgens Smit getraind op Duits sprekende personen.

Jan Smit: 'Het is meerdere malen voorgekomen dat een lid van de Philips-politie een Duits sprekende persoon schaduwde, net zolang totdat hij ergens een woning binnenging. Als deze woning bekend was als het adres van een geregistreerde Duitser was er geen probleem, maar als het adres met name door Nederlanders werd bewoond, kon je er donder op zeggen dat Dijs binnen de kortste keren een inval deed. Jan Smit: 'De Philips-politie ging heel gericht te werk. Ze kamden systematisch hele wijken af... op zoek naar Duitse vluchtelingen.'

In Eindhoven was geen gevluchte jood of communist veilig voor de onder zijn verantwoordelijkheid opererende particuliere politie. Sterker nog: meer dan voorheen werd er jacht gemaakt op de anti-fascisten uit het Duitsland en Oostenrijk. Een gruwelijke ervaring diept Jan Smit op uit zijn geheugen: Eind 1933 kwamen er drie joodse vluchtelingen aan in Eindhoven. Ze waren door de SA zo mishandeld dat bij twee van hen de darmen uit hun lichaam puilden. Ofschoon zwaar gewond, en wanhopig op zoek naar medische hulp in ons land, waagde geen enkel ziekenhuis zich eraan deze mensen van de dood te redden... enkel omdat ze niet over papieren beschikten. In ijltempo heb ik toen via de grensovergang De Bergeijkse Barrière naar ons contactpunt in Brussel gereden. Vandaar verzorgden een paar leden van de latere Witte Brigade hun transport naar Frankrijk. In Parijs zijn ze uiteindelijk in een ziekenhuis opgenomen. Nog net op tijd. Enige tijd later kreeg ik van deze joden een bedankje thuis. Ze schreven: 'De operatie is gelukt.'



Mensensmokkelaars hebben zich verschanst achter korenschoven in een poging bij nacht de Belgische grens over te steken. Nederland, 1939.
foto: https://geheugen.delpher.nl

Vluchtlijn bij nacht nabij de Belgische grens. Nederland, 1939.
foto: https://geheugen.delpher.nl

Ondanks de verbeten klopjacht van met name de Philips-politie op politieke vluchtelingen, heeft de hulporganisatie, als gezegd, enige honderden (duizenden!) mensen kunnen helpen. Niet in de laatste plaats dankzij de medewerking van de Belgische douaniers van de drie voornaamste grensovergangen, Bergeijkse Barrière, Budel-Schoot en Reusel. Het leeuwendeel van deze vluchtelingen had Frankrijk als eindbestemming. Allen werden doorgevoerd via het contact in Brussel aan de Vlaamse Steenweg, waarvan een deel tijdens de bezetting in de Belgische verzetsorganisatie Witte Brigade en een ander deel bij de Franse Maquis terechtkwam.

De organisatie van de vluchtlijn stond voor vele problemen. De doorstroming stagneerde wel eens, doordat er aan de Nederlands- Belgische grens een verscherpte controle was. Het grensgebied werd in die tijd massaal overschreden door groepen smokkelaars. Het gevolg was vaak dat men dagen moest wachten, voordat de daarop gerichte verscherping werd opgeheven.

Een ander, al eerder genoemd, probleem was het optreden van Dijs. Als er razzia's plaatsvonden, was de hulporganisatie bij uitstek afhankelijk van duikadressen. Er was tot aan 1940 een chronisch gebrek aan adressen waar politieke vluchtelingen konden onderduiken. Kort na de opzet van de vluchtlijn kreeg deze hulporganisatie belangrijke steun van de leiding van het Rijkskrankzinnigengesticht in Eindhoven, onder wie directeur Reitsma.

Vier verpleegsters, geen CPN-lid, werkzaam in het Rijkskrankzinnigengesticht, waren door persoonlijke vriendschap verbonden met enkele CPH-ers en Rode Hulpwerkers. Ali Jorna, Jenny Schaddelee, Lien Ossenkoppele en Aaf Goulooze bezochten regelmatig het woonhuis van Bertus van der Groep, voor politieke gesprekken maar vooral om gezellig muziek te maken. Op de citer van Bertus en gitaren van ons werden liederen uit de arbeiders- en jeugdbeweging gespeeld en gezongen. Maar zij waren niet betrokken bij vluchtelingenhulp in het Rijkskrankzinnigengesticht, ze hadden niet eens de invloed om zoiets te regelen. Wel zorgde de overijverige Willem Dijs en zijn politieteam, die het woonhuis van Bertus constant observeerde, ervoor dat alle vier verpleegsters in 1933 werden ontslagen. Frans Dekkers (Boek: Eindhoven 1933-1945) ontvangt een rectificatiebrief over dit gegeven.
De schrijfster sluit niet uit dat na 1933 vluchtelingen in het Rijkskrankzinnigengesticht tijdelijk zijn ondergebracht, zoals een CPN'er zegt in het boek. Echter, zoiets regelen daar is meer bevoegdheid voor nodig dan solidariteit, schrijft de verpleegster.
Bron: Frans Dekkers boek Eindhoven 1933-1945

Probleem van gebrek aan betrouwbare adressen

Ook Eindhoven vormt een schakel in de Amsterdamse vluchtlijn van Internationale Rode Hulp (IRH). Het adres dat vele Duitse vluchtelingen op zak hebben, is dat van Piet van der Heijden, Eckartseweg 25. De nu 75-jarige en voormalig CPN-er Piet van der Heijden vertelt: 'We hebben gedaan wat we konden. En dat was geen gemakkelijke opgave. Temeer omdat het grootste gevaar Willem Dijs was. We moesten in de illegaliteit werken. Maar velen van ons waren bekend bij Dijs. Hij liet zijn personeel dag en nacht bij onze woningen posten, we konden geen stap verzetten, of we werden gevolgd door de Philips-politie. Ons grootste probleem was dan ook een gebrek aan betrouwbare adressen waar we deze vluchtelingen voor een of meerdere dagen konden onderbrengen. Dat was welhaast een onmogelijke taak. De Philips-politie oefende een ongelooflijke terreur uit, met als gevolg dat veel mensen bang waren. Zelfs een aantal van onze sympathisanten hield de boot af als we aanklopten. Breng die mensen dan maar eens onder. Soms stonden er groepjes van zes tot acht mensen voor mijn deur. Toch is het ons gelukt. Bij mijn weten is er niet een door Dijs gearresteerd.

Suggestie van een mogelijke steunbon van 5 cent voor rode hulp 

Chronisch tekort aan financiële middelen

Een ander probleem dat chronisch was, was een tekort aan financiële middelen. Alle hulpverleners zaten in de steun. Toch moest er geld komen om deze politieke vluchtelingen te helpen: voedsel, reisgeld etc. We hielden daartoe collectes, steunbonnen werden verkocht, en voorts uit eigen zak. Het merendeel van deze mensen werd doorgestuurd naar Amsterdam. Ik verzorgde de treinkaarten, de introductiebrief en andere zaken. Vooral die introductiebrief kreeg op een zeker moment meer waarde, toen bleek dat er onder deze politieke vluchtelingen ook regelmatig spionnen waren. Nazi's, die deze organisatie in kaart moesten brengen: welke lijnen zijn er, welke contactpunten, wie zijn de medewerkers? En ook: welke Duitse communisten zijn gevlucht? Ik heb deze lieden ook wel eens aan de deur gehad. Om één geval te noemen: twee Duitsers met een voor mij onmiddellijk herkenbaar vervalst partijboekje. Ik bracht ze onder bij Kranenpoel, een betrouwbaar duikadres, en nam contact op met Amsterdam. Ik kreeg opdracht mijn bevindingen op papier te stellen. "De spionnen vielen met deze introductiebrief door de mand."

De tweede man van de Eindhovense schakel van de IRH was Bertus van der Groep, destijds woonachtig in de Pastoriestraat, die - zoals we hebben gezien - door Dijs en de zijnen gruwelijk werd toegetakeld. Toch onttrok het merendeel van deze vluchtlijn zich aan het oog van de Eindhovense gemeentepolitie.
Bron: Frans Dekkers boek Eindhoven 1933-1945

De ervaringen uit de vooroorlogse hulpverlening, is deels weer gebruikt in de latere verzetsjaren. De smokkellijnen, contacten met de Witte Brigade in België zien we terug bij pilotenhulp en bij de P.A.N. 

Oorlogsjaren Eindhoven

10 mei 1940 t/m 18 september 1944

Foto beeldbankwo2 Affiche in Eindhoven met aankondiging Mussert die komt spreken zondag 27 april 1941,
Andere Affiches "Arbeiders verbreekt uw ketenen! Sluit u aan bij de NSB, Centrale Keukens en de Winterhulp 2 - 3 mei 1941.
Situatie foto: genomen voor huis Parallelweg 7-9. In de oorlog is het pand bij een bombardement verwoest.
Parallelweg is verdwenen het verloren pand zou nu hoek Hermanus Boexstraat, hoek Vestdijk staan.
 Dat huis is de voormalige villa van kunstschilder Anton Kerssemakers (1848-1924), een bekende van Vincent van Gogh.
bron https://www.ihesm.com/eindhoven1934/rondcentrum/

Foto Niod Op zondag 27 april 1941 vond in Eindhoven een grote openluchtvergadering plaats, waarbij de aanwezige leider Mussert een warm betoog aan zijn NSB'ers, WA mannen enz. richtte. Na afloop vond een defilé der WA plaats.
Vele van de aanwezigen kwamen niet uit Eindhoven.

Het eerste oorlogsjaar

Bart en zijn vrouw Karreman (CPN'ers) vertellen veertig jaar na de oorlog op de vraag "Heeft u misschien nog wat materiaal van CPN? dat toen is uitgegeven?" Bart: "Nee, niks." Dat was heel gevaarlijk in de oorlogstijd dus wat je had dat deed je weg he. Ik heb ontzettend veel werk weggedaan want we wisten te goed wat er in Duitsland aan de hand was." Mevr. Karreman: "Een boek van de Arbeiderspers, dat was al gevaarlijk, daar vielen ze over." "Daar vielen ze me over aan, dat ik dat had." Kwamen ze gewoon binnenvallen? Karreman: "ja, die [Duitsers] stormden bij mij binnen en dan keken ze de hele zaak na. Ik denk dat ze dat ook deden omdat ze dachten, we moeten toch ook wat doen en de baas moet toch zien dat we wat doen. Ik weet het anders ook niet. Want ze wisten niks hoor, dat was wel zo gesloten hier zo, daar heb ik nooit bij stilgestaan, maar daar kom ik nou achter..."
Bron: Interview met de heer en mevrouw Karreman, CPN'ers in de jaren dertig, op 11-11-1980 door Joep Bijnen

foto uit: Het communistische verzet in Groningen 1940-1945,

Geheim CPN lid en het onderduik adres voor Paul de Groot

Henk Goudkuil: 'Ik woonde voor de oorlog in Eindhoven. Toen de oorlog uitbrak, was ik illegaal lid van de partij. Dat moest toen in Eindhoven, want als ze bij Philips wisten dat je communist was, werd je zonder meer ontslagen. Ik mocht van de partij dan ook geen enkele openbare vergadering meemaken, alleen besloten vergaderingen. "De scholing, enzovoorts, die heb ik bezocht."

"Lid van de partij" werd ik door mijn zuster, An Griese-Goudkuil die in Rotterdam woonde. Zij was lid van de partij en werkte voor het comité Hulp-aan-Spanje. Ze zochten toen een adres in Eindhoven van iemand die vertegenwoordiger wilde worden en dat gaf mijn zuster door. Daarna kwam iemand naar me toe. Toen heb ik in Eindhoven die kwestie van Hulp-aan-Spanje georganiseerd. Ik gaf steunlijsten uit, haalde geld op en heb een filmavond georganiseerd in het gebouw van 'Voorwaarts.'

"Door het werk voor Hulp-aan-Spanje ben ik partijlid geworden." Dat was zo ongeveer rond '36. Maar ik werd onder een andere naam ingeschreven, omdat ik illegaal lid was. Kameraad Van Elf was ik toen. Dat was gebruikelijk in de partij. "Mensen die in openbare functies of in een belangrijk bedrijf zaten, waren illegaal lid."

Zomer 1940: Paul de Groot in Eindhoven

CPN en Joods partijleider Paul (Saul ) de Groot trok met vrouw en dochter naar het voor de partij nog 'donkere zuiden', naar Eindhoven, waar de partijgenoten door de Philips-politie fanatiek op de huid werden gezeten. Zijn eerste onderkomen was bij de vierentwintigjarige instrumentmaker Henk Goudkuil, werkzaam bij Philips, die een week voor de bezetting getrouwd was. Hij woonde in de Stekelroosstraat, gebouwd in 1929 in de rustige wijk Stratum. De komst van het gezin De Groot in het begin van juli 1940 was voorbereid door Wim van Exter en Jaap Reek , een, naar Goudkuil zich herinnert, veertigjarige "praatjesmaker” uit Krommenie, die “gezworen had Goudkuil te zullen vinden als De Groot door zijn toedoen iets overkwam." Een overdonderend dreigement, want van Paul de Groot had het jonge partijlid eigenlijk nooit gehoord.

Via Goudkuil ging de familie De Groot, na een half jaar bij anderen onderduiken, onder wie een medewerker van Philips NatLab Johan Jansen. Deze Jansen was SDAP gemeenteraadslid in het dorp Aalst, maar koesterde warme sympathie voor het communisme. Jansen, die sinds 1939 Duitse joden herbergde, vertelde: "Met hem viel niet te discussiëren." Hij deed neerbuigend over Jansens pacifisme en keurde zijn boekenkast waarin Trotski's Mijn Leven, Das Kapital en brochures van Bart de Ligt broederlijk naast elkaar stonden "geen blik waardig." De relatie bleef koel. De Jansens aten vegetarisch, de familie de Groot niet. Afgesproken werd dat zij 's middags aten en het gezin De Groot 's avonds. De relatie verslechterde snel waarna het gezin de Groot weer terugging naar Goudkuil in Eindhoven. Na enige weken ging het gezin de Groot bij andere partijgenoten in Oisterwijk en 's-Hertogenbosch onderduiken. Paul de Groot was een van de CPN strategen, maar geen gemakkelijk mens. In 1920 trouwde hij daar met Szajndla (Sally) Borzykowska. Uit dit huwelijk werd een dochter Rosa geboren. In oktober 1942 deden de Duitsers een inval op hun onderduikadres. Alleen Paul wist te ontkomen, Sally en Rosa werden gearresteerd en op 30 oktober 1942 vanuit Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd en daar vermoord.
Het gehele oorlogsverhaal en het leven van Paul de Groot is hier te lezen in PDF.

Goudkuil had samen met een andere ondergedoken CPN'er onder zijn huis, op zandgrond gebouwde woning in Eindhoven, een kelder uitgegraven, waar hij een stencilmachine en typemachine had geplaatst. Zo verzorgde hij het blad Vrede en Vrijheid en later De Waarheid. In februari 1943 moest Goudkuil er "een tijdje tussenuit." Piet Vosveld (een belangrijke CPN'er die (onderdruk) met Duitsers is gaan samenwerken in 1943) verbleef met de SD in Brabant en was Goudkuil op het spoor. Goudkuil en zijn vrouw duiken onder in een zomerhuisje aan de Reeuwijkse plassen.

Henk Goudkuil kreeg begin 1944 opdracht om zich bij het communistisch verzet in Groningen te voegen. Hij stencilde samen met Johannes Wagenaar De Waarheid. Op 6 september 1944 had hij een ontmoeting met Johannes Wagenaar op diens onderduikadres; toen deed de Sicherheitsdienst een inval en Wagenaar werd gearresteerd, terwijl Goudkuil via het raam kon ontkomen.
Na de oorlog was hij jaren gemeenteraadslid en fractievoorzitter van de CPN in de gemeenteraad van Rotterdam en hij volgde de Stalinistische politieke lijn van Paul de Groot. In juni 1967 werd hij geschorst omdat hij weigerde het anti-Sowjet-standpunt van de CPN over te nemen. Einde van zijn CPN carrière, zijn standpunt bleef gelijk maar de wereld veranderde.
Verhaal Goudkuil en Paul de Groot deels gebaseerd op de boeken:
- Het communistische verzet in Groningen 1940-1945,
- De man die de weg wees. Leven en werk van Paul de Groot 1899-1986. 

Ook zijn Eindhovense broer Jo en zijn zus An Griese-Goudkuil waren actief in het verzet, beide overleven de oorlog niet. Zie personenoverzicht hieronder. 

“Aan het Nederlandsche volk”

pamflet Aan het Nederlandsche volk

“Aan het Nederlandsche volk”

In de voorjaar en zomer van 1941 werd door een CPN-groep in Eindhoven zelfstandig een serie illegale pamfletten uitgegeven waarvan de aanhef luidde: “Aan het Nederlandsche volk”. De inhoud wekte vooral op om waakzaam te zijn en "tegen besmetting met deze ellendigste en gevaarlijkste van alle bacteriën" Ook een protesteert men tegen dat Joden geen bioscoop meer mogen bezoeken.
[toelichting: Vanaf 7 januari 1941 mogen Joden in Nederland niet meer naar de bioscoop. Opvallend is dit bezoek niet verboden door de Duitse bezetter, maar door de Nederlandse Bioscoopbond.]
De groep is tengevolge van verraad, door een vrouw van een CPN'er, in september 1941 opgerold, dit betekende tevens het einde van deze uitgave. Een viertal CPN'ers zijn in die periode opgepakt: Hans Draken, Jan Hazeleger en Coby Snoek, alle gearresteerd op 8 september 1941 en later die maand is nog Cornelis Baas gearresteerd op 23 september '41.
Eerder was al op 24 juni Bernard Schoonbeek gearresteerd, in het kader van een landelijke actie. Op 25 juni zijn Lambertus (Bertus) van der Groep, Gerard Peerlings, Albert Smit en J.J.M.Hurkmans gearresteerd.
Hun naam stond waarschijnlijk op de door inlichtingendiensten samengestelde lijsten, die op 25 juni 1941 in arresteert moesten worden, in het kader van de zogenaamde "Aktion CPN". Dit alles naar aanleiding van de Duitse inval in de Sovjet Unie. Het Molotov-Ribbentrop-pact werd door de Duitse aanval op de Sovjet-Unie geschonden. Duitsland opende met de Operatie Barbarossa op 22 juni 1941 een aanval op de Sovjet-Unie. Hierna werden 550 CPN'ers in het gehele land opgepakt, communisten in bezet Nederland waren "opeens" een gevaar voor de Nazi's.
Waarschijnlijk ook door verraad zijn Rinus Dorsman en Jo Goudkuil op 8-2-1943 vastgezet.
Gegijzeld zijn CPN'ers Dirk Need en Jan Smit op 2-5-1942 in gijzelaarskamp Beekvliet in St. Michielsgestel.

Communisten uit Eindhoven die gevangen zijn gezet.

24-06-1941 † Schoonbeek, B. 
25-06-1941 Groep, v.d. L.
25-06-1941 Hurkmans, J.
25-06-1941 Peerlings, G.
25-06-1941 Smit, A.
08-09-1941 † Draken
08-09-1941 Hazeleger, J
08-09-1941 † Snoek, J.J.H.
23-09-1941 † Baas, C.
4 mei 1942 Need, D. (gegijzeld)
4 mei 1942 Smit, J. (gegijzeld)
08-02-1943 Dorsman, R.
08-02-1943 † Goudkuil, J.

Wij hielden ons vanzelf stil...

Na de oorlog vertellen Bart en zijn vrouw Karreman: "Wij hielden ons vanzelf stil, want ze pakten je op..... Want ze waren zo stom toen, toen die Duitsers Rusland binnenvielen, toen zeg ik tegen die jongens, "maak dat je weg komt, maak dat je weg komt, want ze gaan je pakken hoor." Maar ze pakten ze, want ze bleven thuis. Die zijn later weer vrijgelaten. Er is een dooie gevallen en dat was Coby (Jacobus Johannes Hendricus) Snoek. Het plan ging om de zaak in de fik te steken aan het kanaal, daar stond een partij van die Duitse auto's he. Ik kon Coby goed. Hij kwam bij mij en hij zegt zo en zo, "zalle we zo en zo doen Bart", ik zeg "nou jongen het spijt me ik doe niet mee."

Bart en zijn vrouw Karreman hebben een andere lezingen (in het Brabants) over de arrestatie van de "jonge" Coby Snoek en het oppakken van Bernard Schoonbeek:
Over Coby: "Dat was een jongen, ik wist dat ie door de mand ging." En dat bleek, en toen werd ie gepakt, en ja toen zat Coby. Dat had normaal niet mogen gebeuren. Dat geval dat zat zo. "De Duitsers die liepen te jagen en te roepen waar woont Coby Snoek, die woont in de gemeentewoningen." Bram Schoonebeek die woont ook bij hem, maar wat gebeurt er nou, nou vallen ze in bij Schoonebeek, maar die weet te ontkomen. In plaats dat ie nou die Coby Snoek gaat waarschuwen, want die was gewoon naar zijn werk, en zo in die gepakt. Maar dat was een jongen, zij hadden dat die jongen nooit moeten laten doen. "Hele goeie jongen, eerlijk, goudeerlijk, maar een prater, hij ging door de mand."
Coby Snoek' is op 8 februari 1942 in Eindhoven bij het vliegveld gefusilleerd.

Ook vertellen ze iets over de Roode Hulp tussen 1934 en 1940, nadat Hitler aan de macht kwam. "Nadat Hitler aan de macht kwam, toen zijn er veel Duitsers naar Eindhoven gekomen hè. Karreman: Ja, er kwamen er veel, maar die moesten door. (Overnachten?) Karreman: "Ook wel, ook wel. Die zijn hier opgevangen, wat ze in Amsterdam niet wisten. "Ja, ja, er waren hier Duitsers, die vandaar vluchtten, en die hadden de adressen waar ze naar toe moesten. Maar bij mijn weten hebben ze nooit en te nimmer, iemand die van Duitsland naar ons werd gestuurd, gepakt. Dat wisten wij, want ze gingen naar Frankrijk, ze werden eerst naar België over de grens gebracht, en was er de contactman uit Brussel, dat was in verschillende etappes allemaal. Die uit het buitenland kwamen. En dat dat dan doorgegeven moest worden, dat we die door moesten sturen en zo. Er kwamen er hier, daar wisten ze in Amsterdam niks van en dat vertelden we ook niet verder, die waren weg. Op de vraag: "Gebeurde dat in de oorlog ook nog?" Karreman: Nee, nee.
Op de vraag: "Hoe werd daar door Dijs en Brinkman op gereageerd?" Karreman: "Die hadden daar denk ik geen erg in." Mevr. Karreman; "Nee, want anders dan hadden ze wel ingegrepen." 
Helaas zijn er wel diverse Duitse vluchtingen opgepakt, zoals bij verhaal mevr. Soboll

De familie Karreman veertig jaar later in 1980: "Nou hebben wij het gehad, dat je ooit van negen gulden steun dat je dan ook nog mensen erbij had, die je te eten gaf, en waar je niks voor kreeg." Mevr. Karreman: "Maar het is nou allemaal heel anders he. Alles wat er gedaan words, wordt betaald tegenwoordig. Laat me maar zeggen als je nou de krant ronddeelt dan krijg je er geld voor..."
Bron: Interview met de heer en mevrouw Karreman, CPN'ers in de jaren dertig, op 11-11-1980 door Joep Bijnen

Overzicht van gearresteerde en aantal invloedrijke CPN'ers tijdens de oorlogsjaren

Onderstaande lijst is deels gebaseerd op:
 https://www.rudi-harthoorn.nl/aktion-cpn/
CPN archief Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis
Archief Frans Dekkers
www.delpher.nl
Aanvulling/verbeteringen? neem contact op.

Baas, Cornelis †
Geboren Huizen 14-11-1894 - 11-4-1944, Sigarenmaker

Woonachtig: Pioenroosstraat 39, Eindhoven. Cor(nelis) is 23-9-1941 gearresteerd omdat hij pamfletten verspreiden, hij was actief CPN lid. Veroordeeld tot vijf maanden tuchthuisstraf, maar 2 jaar vastgezeten, na zijn vrijlating 18-10-1943 direct opgenomen in een Amsterdams ziekenhuis en daar overleden. Hij heeft gevangen gezetten in: Wolvenhoek ’s-Hertogenbosch, Weteringschans febr. '42, Oranjehotel 26-3-'42 en tot 18-10'43 in de Duitse Rheinbach gevangenis daar mishandeld en met tbc teruggekeerd en overleden. Zijn vrouw verbleef toen in Amsterdam. Hij was getrouwd en had drie kinderen.

Nationale Erelijst: Stond daarop opgenomen als gevallene in het verzet.

Dorsman, Marinus Leendert (Rinus)
Geboren Ooltgensplaat 8-11-1904, Schilder

Woonachtig: Stokroosstraat 25, Eindhoven
Godsdienst: Nederlands Hervormd
Gearresteerd: 8-2-1943. (op dezelfde dag als J.Goudkuil) Op 24 februari '42 naar kamp Vught gestuurd, daarna Amersfoort en Dachau. Hij overleeft zijn gevangenschap. Na de oorlog lid van de Nederlandse Vereniging van Ex-Politieke Gevangenen.
Hij werd gearresteerd omdat hij lid zou zijn van de CPN.
Zijn broer van Leendert Marinus Dorsman, wonend Ooltgensplaat, heeft een ook korte tijd heeft vastgezeten, is daarna in het verzet gegaan, na de oorlog kreeg zijn broer het Verzetsherdenkingskruis.

Draken, Gerhard Johannes (Hans) †
Geboren Dülken (Duitsland) 20-10-1912, Chauffeur

Woonachtig: Gerard Doustraat 50, Eindhoven Gearresteerd: 8-9-1941
Hij had de Duitse nationaliteit; hij woonde sinds 1922 in Nederland. Hij was getrouwd en had drie kinderen. Hij was een overtuigd anti-fascist, gaf financiële steun aan vluchtelingen?
Gevangen genomen omdat hij CPN lid was.
Gevangenschap in: Amersfoort, Kleve, Neuengamme Overleden: op het schip Cap Arcona 3-5-1945.
Op 3 mei 1945, één dag voor de Duitse capitulatie, bombardeert de Britse RAF in een laatste luchtaanval op de Duitse oorlogsvloot ook drie schepen met aan boord de 5000 tot 8000 uitgeputte en opeengepakte gevangenen. Een heel klein deel van hen overleven de ramp.

Goudkuil, Hendrik (Henk)
Geboren Apeldoorn 7-8-1916

Woonachtig: Stekelroosstraat 14, Eindhoven.
Onderduikadres voor Paul de Groot, lees zijn uitgebreide verhaal op deze website
Jo goudkuil is zijn broer, ook werkzaam bij Philips.

Goudkuil, Johannes Jacobus (Jo) †
Geboren Ooltgensplaat 8-11-1904 - 15-5-1945, Schilder

Woonachtig: Cornelis Bloemaertstraat 3, Eindhoven. Hij woont met zijn vrouw Elizabeth en hun vier kinderen in Eindhoven, waar hij huisschilder is. Ook in dienst van Philips, is genoemd in de Vrije Philipskoerier, 18 september 1946.
Was lid van de verzetsgroep: Nederlandse Volks Militie (NVM). Tijdens de Duitse bezetting verleent hij hulp aan Joodse onderduikers en is hij verspreider van het illegale blad Vrij Nederland. Werd tenslotte door een onderduiker verraden. Hij laat een vrouw en vier minderjarige kinderen achter. Hij wordt gearresteerd op 8-2-1943 en gedeporteerd naar Duitsland. Gevangenschap in: Haagsche Veer Rotterdam, Amersfoort, Vught, en in Dachau overleden op 15-5-1945.

In Eindhoven is een laan naar hem vernoemd: Jo Goudkuillaan

Zus An Griese-Goudkuil was in november 1942 ondergedoken, in Leusden maar kwam daar om op 25 april 1945 tijdens een luchtgevecht dat toen boven Leusden plaatsvond.

Groep, Lambertus van der, (Bertus)
Geboren Amsterdam 21-9-1891 machine bankwerker 

Woonachtig: Brugstraat 61 / Pastoriestraat 11 (1934), Eindhoven
Bertus van der Groep was politiek actief en voorzitter van de CPN-Eindhoven; hij regelde in 1933 onderduikadressen voor uit Duitsland voor het nazisme gevluchte communisten en Joden en hielp ze naar België te ontkomen, 
Verkiezingen: Was kandidaat voor de Gemeenteraad.Verkiezingen: Was kandidaat voor de Provinciale Staten 1935
Districtleider C.P.N. in Brabant en Limburg (1935). Kandidaat Gemeenteraad (1935 /1946) en Provinciale Staten voor C.P.N. (1935).
Voorzitter afdeling C.P.N. (1936). Agent Volksdagblad (1937).
Gearresteerd: 25-6-1941 en gevangenschap in: Schoorl, Amersfoort, Haaren, Vught, Sachsenhausen. Overleden 16 of 17 februari 1956.
Dekkers, Eindhoven 1933-1945, p. 47, 98, 104, 110, 148 

Hazeleger, Jan
Geboren Helmond 9-7-1906 - 20-12-1964

Woonachtig: Sint Jorislaan 34, Eindhoven
8 september 1941 gearresteerd omdat hij CPN lid was, heeft gevangen gezeten in: Eindhoven, s'Hertogenbosch, Essen, Amersfoort, Sachsenhausen. Hij overleeft Sachsenhausen, verhuist in 1946 naar Mathildelaan 11 en is daar op 20-12-1964 overleden.
Document aanwezig in Niod archief Afwikkelingsbureau Concentratiekampen

Heijden, Pieter Jakob Johannes van der (Piet)
Geboren Nederhemert (Zaltbommel) 10-6-1907 - 31-10-1985.

Woonachtig: Ekkertscheweg 25, Eindhoven
Vanaf 1933 contactpersoon voor Internationale Rode Hulp (IRH)
Verkiezingen: Was kandidaat voor de Gemeenteraad 1935 en Provinciale staten 1935.
Hij was getrouwd met Engeltje van den Berg
Foto van 1982, © H.J. Schröter
Dekkers, Eindhoven 1933-1945, p. 47, 60, 61, 76, 77, 99, 109, 111, 112, 114, 120, 122

Overleden in 1985 (31 oktober), Piet was toen 87 jaar. Zijn overlijden wordt vermeld in de regionale editie van de Eindhovense Tribune. Piet was toen lid van de Socialistische Partij (SP) en verzorgde op hoge leeftijd de verzending van Tribune. "Wij verliezen er een goeie aan."

Hurkmans, Joannes Jozephus Maria ( Jan),
Geboren Stratum /Eindhoven 16-2-1903 metaalwerker

Woonachtig: Mathildalaan 71, Eindhoven
Jan Hurkmans, korte tijd lid van CPN geweest rond 1931. Geen actief lid.
Gearresteerd door politie commissaris Willem Dijs, dit als persoonlijke wraak omdat hij geld van Philips had aangenomen, om in zijn linkse kringen te spioneren, maar hij heeft uiteindelijk geen informatie geleverd en ook het bedrag van 1000 gulden niet teruggegeven. Opgesloten in kamp Amersfoort waar deze Hurkmans zich ging gedragen als een kampbeul. Na de bevrijding veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf.
Gearresteerd: 25-6-1941 Gevangenschap in: Schoorl, Amersfoort
De misdaden van Hurkmans worden beschreven in Lou de Jong [PDF]
Dekkers, Eindhoven 1933-1945, p. 61, 62, 202, 203

Jansen, Pieter Bouwe (Piet)
Geboren Rotterdam 14-3-1911, Laboratorium assistent

Woonachtig: Ekkertscheweg 23, Eindhoven
Verkiezingen: Was kandidaat voor de Gemeenteraad. Woont bij W. Oversteegen (1932). Communist. Districtsvertegenwoordiger Noord-Brabant en Limburg (1932). Afgetreden als districtsleider C.P.N. in Noord-Brabant en Limburg (1935). Kandidaat gemeenteraad voor de C.P.N. (1935). Bij hem werd de Tribune in klein formaat gedrukt (1936).
Opmerkingen: Hij woonde bij Willem Oversteegen in huis.

foto 1940-1944
Dekkers, Eindhoven 1933-1945, p. 41, 47, 62, 75, 113-115, 120, 124

Need, Dirk 
Geboren 4 mei 1902 te Maurik, gasfitter

Woonachtig: Binnenpad 42, Eindhoven.
In 1921 in Eindhoven komen wonen, hij was als gasfitter naar Eindhoven gekomen om voor Philips te werken; hij had een 3-jarig contract bij de fabriek en werd sympathisant voor de CPH (communistische partij) met als gevolg dat zijn contract, zonder opgaaf van redenen, niet werd verlengd en hij werkloos werd. In 1929 getrouwd met Tina Verkuijl.
Kandidaat gemeenteraad en Staten verkiezingen voor de C.P.N. (1935).
Als politieke gijzelaar opgesloten in kamp Sint-Michielsgestel op 4 mei 1942, hij schrijft een dagboek hierover. Hij is vrij gelaten op 19 april 1943, samen met zo'n 80 andere personen i.v.m. de verjaardag van Hitler op 20 april.
Dirk overleed in 26 mei 1990 in Maarheeze
Dekkers, Eindhoven 1933-1945, p. 41, 59-61, 77, 122
foto Dirk Need in 1981 © Frans Dekkers

Peerlings, Gerard
Geboren Budel 21-7-1908, Koopman

Woonachtig: Margrietstraat 21, Eindhoven
Godsdienst: Geen
Gearresteerd: 25-6-1941 omdat hij CPN lid was.
Gevangenschap in: Schoorl en Amersfoort. Op 9 september 1944 is Henricus Gerardus Peerlings getransporteerd vanuit Amersfoort naar Neuengamme en KZ-Außenlager Hannover-Ahlem
Hij overleeft de diverse concentratie kampen.
Henricus Gerardus Peerlings is overleden in Nijmegen op 29 juli 1986.

Schoonbeek, Bernard (Ben) †
Geboren Recklinghausen 6-10-1908

Woonachtig: 2e Akkermuntstraat 44, Eindhoven.
Hij werd in 1932 vanwege zijn politieke opvattingen bij Philips ontslagen.
Lijst van de Centrale Inlichtingen Dienst: Voorman communisten Eindhoven (1939).
Gearresteerd: 24-6-1941 omdat hij CPN lid is.
Gevangenschap in: Schoorl, Amersfoort, Oranjehotel, Amersfoort, Neuengamme
Overleden: Lund (Zweden) 14-6-1945 Na evacuatie naar Zweden overgebracht en daar aan tyfus overleden. Meer informatie https://eindhoven4044.nl
Zijn broer Abraham (Bram) Schoonbeek, 2e Akkermuntstraat 40, Eindhoven was ook CPN lid maar is niet gearresteerd.
Dekkers, Eindhoven 1933-1945, p. 98, 148-149
In Eindhoven is een laan naar hem vernoemd: Bernard Schoonbeeklaan

Smit, Albert
Geboren De Wijk 19-7-1910, Fabrieksarbeider

Woonachtig: Newtonstraat 23, Eindhoven
Godsdienst: Nederlands Hervormd
Albert Smit, een communist, krijgt in 1934 met enkele partijgenoten heibel met twee NSB'ers, waarbij de politie (uiteraard) de kant van de laatsten kiest.
Verkiezingen: Was kandidaat gemeenteraad voor de C.P.N. (1935).
Gearresteerd: 25-6-1941
Gevangenschap in: Schoorl, Amersfoort, Neuengamme. Vanaf 1 augustus 1942 zat Albert Smit gevangen in Dachau. Zijn kampnummer was 32961. Op 29 april 1945 is Albert Smit bevrijd in Dachau. Op 28 mei 1988 is overleden in Woensel / Eindhoven.
Dekkers, Eindhoven 1933-1945, p. 66, 83

Smit, Jan, 
Geboren De Wijk 21-8-1898 - overleden Eindhoven 3-12-1985, kantoorbediende

Woonachtig: Eckartseweg 276 Eindhoven. (getrouwd met H.M.A. Swillens)
Was kandidaat voor de Provinciale Staten en gemeenteraad verkiezingen in 1935.
Zie uitgebreid verhaal van Jan Smit over zijn Roode Hulp op deze site.
Op 4 mei 1942 als gijzelaar in St. Michielsgestel opgesloten. Jan Smit is 15 augustus 1942 vrijgelaten, volgens beschrijving in het dagboek Dirk Need. 
Verzetsherdenkingskruis.
Dekkers, Eindhoven 1933-1945, p. 60, 105-108
Foto Jan Smit (in rolstoel) met Verzetsherdenkingskruis. Periode 1984/1985 op bijeenkomst verzet? in Waalre. Op de achtergrond Prins Bernhard. 
Drager van het Verzetskruis.

Snoek, Jacobus Johannes Hendricus (Coby) †
Geboren Rotterdam 22-10-1907, Meubelmaker

Woonachtig: Kalmoesstraat 86, Eindhoven
Hij was anarchist, antimilitarist en CPN lid. Organiseert thuis vergaderingen.
Hij verspreidde de krant "De Waarheid" en verrichtte andere verzetsdaden.
Gearresteerd op 8-9-1941. Gevangen gezeten in Eindhoven en ’s-Hertogenbosch. Is in de nabijheid van vliegveld Eindhoven 8-2-1942 gefusilleerd.
Vermeld Nationale Erelijst.

Achtergrond informatie en bronnen

extra CPN 1949 en geheime dienst documenten.

Eindhoven 1933 - 1945: kroniek van Nederlands Lichtstad in de schaduw van het Derde Rijk

Eindhoven 1933 - 1945

Eindhoven 1933 - 1945: kroniek van Nederlands Lichtstad in de schaduw van het Derde Rijk
Uitgave, september 1982, 270 pagina's. ISBN 9789062651047
Dit boek is op last van justitie in 1982 uit de handel genomen.
De Philips politie achtervolgde en terroriseerde in de vooroorlogse jaren in Eindhoven socialisten, communisten, vakbondsleden en andere politieke vluchtelingen. Dat alles gebeurde onder het mom van „sabotage-bestrijding". Verantwoordelijk voor het optreden van de Philips politie waren vooral de directe chef W. Dijs en directiesecretaris van Philips, mr. W.E.A. de Graaff.

Dekkers schetst in het boek de oprichting van de Philips politie naar het model van de bedrijfspolitie zoals die functioneerde bij de Amerikaanse Ford-fabrieken. Anton Philips had dat in Detroit afgekeken. De Philips politie met als supervisor mr. W. de Graaff kreeg tot taak de onderneming te zuiveren van elementen die wel eens voor sociale onrust zouden kunnen zorgen. Daartoe werden contacten gelegd, niet alleen met de Nederlandse politie en justitie, maar ook met buitenlandse inlichtingendiensten.

Uitgave, september 1982, 270 pagina's. ISBN 90 6265 104 6 / 9062651046 / 9789062651047

Boekbespreking: Waarheid 14-9-1982: https://resolver.kb.nl/resolve? rn=KBDDD02:000216154:mpeg21:p005

Vuile oorlog in Den Haag ; bestrijding van het communistische verzet tijdens de Duitse bezetting. Auteur: Rudi Harthoorn, 
ISBN 9789075879483 01, december 2009, 576 pagina's.


De geheimzinnige arrestatie - in augustus 1941 - van zijn vader en tientallen van diens verzetskameraden was voor Rudi Harthoorn aanleiding tot een onderzoek. Zijn vader speelde korte tijd een leidinggevende rol in het communistisch verzet van Den Haag. Er bleek een groot verschil te bestaan tussen de bestaande geschiedschrijving en wat overlevenden en nabestaanden de auteur vertelden. De ontdekkingen die hij deed, zorgden ervoor dat zijn onderzoek breder werd opgezet. Vuile oorlog in Den Haag behandelt de drie fasen van het communistisch verzet gedurende de Duitse bezetting in de regio Den Haag (Leiden, Den Haag, Delft). De ondergrondse organisaties werden telkens opgerold door de Haagse Politie Inlichtingendienst ('Documentatiedienst') en de Sicherheitsdienst met hun Vertrauensmänner. De samenwerking tussen de inlichtingendiensten en de Gestapo begon al ver voor de Tweede Wereldoorlog. In hun strijd tegen de communisten hebben de inlichtingendiensten een zeer dubieuze rol gespeeld. De gevangengenomen communistische verzetstrijders werden gefusilleerd of verdwenen in de Duitse kampen - met name Buchenwald, Groß-Rosen, Neuengamme en Dachau -, waar zij alsnog omkwamen of een lijdensweg moesten doorstaan. Aan de lijdensgeschiedenis van de gevangenen in Groß-Rosen wordt afzonderlijk aandacht besteed. In het boek staan veel onbekende historische details en op uitgebreid archiefonderzoek gebaseerde correcties op eerdere publicaties. Het werk is een eerbetoon aan de communistische verzetsmensen die veel offers hebben gebracht en daarvoor nooit publieke erkenning hebben gekregen. Een lijst van 256 communistische slachtoffers van de regio Den Haag is in de bijlagen opgenomen. Rudi Harthoorn (1946) promoveerde in de natuurkunde en de economie. Hij was werkzaam bij het Centraal Bureau voor de Statistiek, het Energieonderzoek Centrum Nederland, en was software engineer in het bedrijfsleven. Hij schreef het nawoord bij het veel gelezen Verboden te sterven (herziene editie 2007), de kampervaringen van zijn vader.
https://www.rudi-harthoorn.nl/aktion-cpn/
Communistisch verzet in Friesland 1925-1945, Auteur: Chris Beuker,
uitg. april 2017,
496 pagina's
ISBN /EAN 
9789056154066

Dit boek beschrijft de geschiedenis van het communistische verzet in Friesland voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog, 1925-1945. Het is het verhaal van mensen die tot het diepst van hun ziel getroffen en vernederd werden door de schrijnende armoede en daartegen in opstand kwamen. Hier lag de kiem voor het latere communistische verzet tegen de Duitse overheerser dat een hoge tol eiste. Het boek brengt voor het eerst een lang onderbelicht verleden tot leven. Indrukwekkende verhalen van moedige mensen. Naast grondig archiefonderzoek bevat dit boek veel persoonlijke herinneringen aan die dramatische periode. Het is een relaas van droom en daad op zoek naar maatschappelijke erkenning. Chris Beuker (geboren 1946), was docent aan de Hanzehogeschool Groningen en deed jarenlang onderzoek naar deze vergeten geschiedenis.


Het communistische verzet in Groningen 1940-1945, uitg. maart 2014, 640 pagina's,
ISBN: 9789052945538

Dit boek, bestaande uit twee delen, vertelt het verhaal van het communistische verzet in Groningen, opgetekend aan de hand van herinneringen van verzetsdeelnemers zelf.
‘De hoofdstrijd van de hele partij was tegen het fascisme,’ zo verklaarde Jan Kolman in zijn interview over de CPN tijdens de jaren ’30 in Groningen. De communisten verleenden hulp aan Duitse anti-fascistische vluchtelingen en steunden met illegale lectuur en geld het verzet in Duitsland. Tijdens de Duitse bezetting zetten zij deze strijd voort. Al in het najaar van 1940 gaven verscheen de illegale verzetskrant ‘Het Noorderlicht’.
Na protesten tegen de Jodenvervolging in het voorjaar van 1941 vonden bij de communisten al de eerste omvangrijke arrestaties plaats. Ondanks deze en nog volgende tegenslagen ging hun verzetsstrijd de gehele oorlog door. Toen de bevrijding kwam, was hun krant ‘De Waarheid’ een van de grootste verzetskranten in Groningen. Maar de prijs die zij betaalden was hoog. Talrijke communisten kwamen in Duitse concentratiekampen onder gruwelijke omstandigheden om het leven, anderen werden voor het leven getekend.
Na de bevrijding bleef erkenning lang uit. Terwijl de communisten bij de eersten waren die in het verzet gingen, behoorden zij, dan wel hun nabestaanden, tot de laatsten die voor een uitkering van de Stichting 1940-1945 in aanmerking kwamen.

Communistisch verzet in Drenthe 1935 - 1945. Auteur: Wim Ensing, uitg. maart 2021, 180 pagina's
ISBN / EAN 9789023257509 


Vanaf 1935 blijkt er bij de verkiezingen een steeds grotere rol weggelegd voor de Communistische Partij Nederland (CPN). Na de bezetting door de Duitsers in mei 1940 werd de partij verboden maar het communistisch verzet stopte niet. Communistisch verzet in Drenthe geeft de Drentse communisten die uiteindelijk in Nederlandse en Duitse kampen terechtkwamen ‘een gezicht'. Hun lot was zeer verschillend, zoals blijkt uit de brieven en documenten die zijn overgebleven uit die tijd en verhalen van familieleden. Het boek beschrijft de periode voorafgaand aan de arrestaties vaneen groot aantal verzetsmensen, zoals Geert Wolter Zuidhof en Kasper Kaspers. Vervolgens worden de individuele lotgevallen van de Drentse communisten tijdens hun gevangenschap beschreven. Zo werd Geert Wolter Zuidhof in Warschau gedwongen om te helpen bij de bouw van het getto en onderging Kasper Kaspers in het ziekenhuis van kamp Buchenwald een levensreddende operatie, om uiteindelijk toch nog voor de voor de bevrijding te overlijden. Er is ook aandacht voor Piet Beuker, want hoewel hij nooit werd opgepakt, hoort zijn verhaal van onderduiking en verzet zeker thuis in dit boek. Met dit boek wordt eer betoond aan een groep verzetsmensen waarvan de meerderheid de hoogste prijs betaalde. Degenen die terugkeerden waren allen in meer of mindere mate getraumatiseerd. Na hun thuiskomst werden ze aanvankelijk nog wel gewaardeerd, maar al heel snel werden communisten gewantrouwd en weggezet als gevaarlijk voor de stabiliteit van de samenleving. Over de auteur Wim Ensing (Peize 1959) studeerde geschiedenis aan de RUG en werkte 20 jaar als leraar geschiedenis. In 2014 verscheen van zijn hand Het drama van Justina Abelina, een boek over de dood van een adellijke dame in de eerste helft van de achttiende eeuw. Dit boek is bewerkt tot een historische talkshow waarmee meer dan 25 keer is opgetreden door de provincie Drenthe. De laatste jaren is de auteur actief als vrijwilliger bij het Drents Archief.
Partij voor Vrede en Welvaart - CPN Eindhoven 1949
1949 Verkiezingspamflet van de CPN Eindhoven
1949 Verkiezingspamflet van de CPN Eindhoven, lijst 4
met André Bakker als lijstaanvoerder

De geheime dienst kent de oplagen en personen die verspreiden.

Ook de plakploegen waren met naam en toenaam bekend.

Begeleidende brief bij bovenstaande pamflet.

Bronnen

Eindhoven 1933 - 1945 door Frans Dekkers en archief Frans Dekkers

Interview met de heer en mevrouw Karreman, CPN'ers in de jaren dertig, op 11-11-1980 door Joep Bijnen
 
Stutje, J. W. (2000). De man die de weg wees. Leven en werk van Paul de Groot 1899-1986.
[, Universiteit van Amsterdam]. De Bezige Bij. o.a H. Goudkuil [PDF document]

https://www.eindhoven4044.nl/8/politie-eindhoven-oorlogsjaren.html

Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis archief CPN 

Haags en communistisch verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog: https://www.rudi-harthoorn.nl/aktion-cpn/

Lijst gesneuvelde CPN Brabant (IIvSG)

https://collections.arolsen-archives.org/en/search/person/89015523?s=eindhoven&t=31624&p=4

De_communistische_erfenis. [PDF] https://pure.rug.nl/ws/portalfiles/portal/19347005/1997_Gerrit_Voerman_Schrevel_De_communistische_erfenis.pdf

Eindhovensch dagblad 13-06-1934 Scherpe toezicht op vluchtelingen 

Lijst van gearresteerde of signaleerde CPN'ers https://www.rudi-harthoorn.nl/aktion-cpn
Uitleg Aktion CPN https://www.rudi-harthoorn.nl/aktion-cpn-beschrijving

SDAP hulp Dommelhuis https://eindhoven4044.nl/6/Hilda_verwey_jonker.html

Adressen in Eindhoven 1934 https://www.ihesm.com/eindhoven1934
Affiches https://geheugen.delpher.nl
foto's en tekeningen https://beeldbankwo2.nl
Erelijst van gevallen 1940 -1945 https://www.erelijst.nl


Kandidaten Gemeenteraad verkiezingen Eindhoven 1935
1. L. v. d. Groep*
2. C. Heesakkers*
3. J. Smit*
4. P.B. Jansen
5. D. Need*
6. P. J. J. van der Heijden*


Kandidaten Provinciale staten verkiezingen 1946 in Eindhovensch dagblad 26-7-1946
Communistische Partij Nederland met lijst 8 
 LIJST CNP 1946 Provinciale verkiezingen
1. Coolen, J. H. L., Tilburg. (gekozen in de Provinciale Staten)
2. Mevr. van den Muijzenberg, J. C., Eindhoven.
3. Bakker, A., Eindhoven.
4. Spijkers, J. H. C., Tilburg.
5. van Turnhout, L. J. H. M., Eindhoven.
6. Vorstermans, P., Helmond.
7. van Meel, C., Gilze-Rijon.
8. Fiktorie, K., Bergen op Zoom
9. de Ruiter, C., Breda.
10. Sieliakus, P., Eindhoven

Kandidaten Gemeenteraad Eindhoven lijst 1946 CPN Communisten.
1. A. Bakker, (gekozen als raadslid)
2. P. Sieliakus, (gekozen als raadslid)
3. L. van Turnhout, (Bakker treed terug en Turnhout wordt raadslid
4. L. v.d. Groep,
5. A. Schoonbeek,
6. E. Groosman geb. Sipon,
7. D. Mensehaert,
8. A. Strijb geb. v.d. Hurk. 

In 1949 doet de CPN in Eindhoven mee als "Partij voor vrede en welvaart" en halen een zetel.
1. Bakker, A. (gekozen als raadslid)
2. Turnhout van, L. J. H. M. 
3. IJland, G.
4. Sanders, Th. G. A.
5. Spruijt, geb. Sportel, A.
6. Vervoort, G. F.
7. Schoonbeek, A.
8. Hendricks, P.
9. Strobbe, L. 
Bron ED Eindhovensch dagblad 11-05-1949

Turnhout van, (Ab) L. J. H. M. is later CPN partijbestuurder. Werkzaam als journalist en later adjunct-hoofdredacteur van De Waarheid