Alle Joden kregen een zwarte J op hun PB geplaatst, eentje naast de pasfoto en één op de voorkant. Er was ook een variant met een open rode J, die was bestemd voor de Joodse helft van een gemengd huwelijk.
Zie ook verhaal Visser hieronder

ing. P. H.K. G. (Peter) Cornelius

Werkzaam op NatLab van Philips en vanaf begin al bezig met het vervalsen van persoonsbewijzen voor joden en onderduikers en het vinden van onderduikadressen.
Cornelius was belangrijke verzetsman bij NatLab, tijdens de oorlog moet hij met zijn Joodse vrouw zelf ook onderduiken.

Tot een van de eerste kleine plaatselijke verzetskernen in Eindhoven behoort mevrouw Hilda Verwey-Jonker: 'Samen met mijn man Evert Verwey maakte ik deel uit van een verzetsgroep die vanuit het Natuurkundig Laboratorium van Philips werd geleid door ing. P. H.K. G. Cornelius, een naaste medewerker van mijn man. Ik rolde er bij toeval in. Omdat ik goed bekend was op het stadhuis vroeg Peter Cornelius me om er een gemeentestempel te stelen. Die had de groep [ Van Wijk, Voorhoeve, Hoekstra ] nodig voor het vervalsen van identiteitsbewijzen.

Lees verhaal:  Verzet in de Oorlog door Hilda Verwey Jonker 

Lees verhaal over Mevrouw S. Wijtman-Vleer hier:

Mevrouw S. Wijtman-Vleer: Het illegale werk bracht mijn moeder in contact met een Philips-employé werkzaam op Nat Lab., ing. P. H.K. G. Cornelius, een Duitser van origine [sinds 27 mei 1948 Nederlander] die met een joodse was getrouwd. Hij hield zich vooral bezig met het vervalsen van persoonsbewijzen voor joden en onderduikers en het vinden van onderduikadressen. Toen hij vroeg of wij onze woning aan de Julianastraat [in de oorlog is deze straat door de Duitsers omgedoopt in Sophiastraat ] daarvoor beschikbaar wilden stellen, hoefden we daar niet lang over na te denken.

Cornelius bracht mijn moeder in contact met de financier van zijn verzetsgroep, mevrouw Sylvia Philips-Van Lennep getrouwd met Frits Philips. Eens per maand haalde mijn moeder geld bij haar op. In de "boekhouding” van Sylvia, zo vernamen we na de oorlog, werd mijn moeder met de codenaam “Vleermuis” aangeduid.

Peter Cornelius en zijn Joodse vrouw moeten al vroeg in de oorlog onderduiken.

Bron

Bron van dit verhaal: boek van Frans Dekkers met de titel: B&W Rond de Tweede Wereldoorlog in Groot-Eindhoven. Aangevuld met extra gegevens.