Jakomina (Mien) Tinbergen:
Lerares en Verzetsvrouw

Eindhovense verzetsvrouw 

Samenvatting

Deze pagina belicht het leven van Jakomina (Mien) Tinbergen, een lerares en verzetsvrouw uit Eindhoven tijdens de Tweede Wereldoorlog. Haar hulp aan Joodse onderduikers wordt gedocumenteerd aan de hand van persoonlijke verhalen en vermeldingen als 'Karaktervolle verzetter en illegale werker', wat leidde tot een Yad Vashem-onderscheiding. Daarnaast wordt de achtergrond van de familie Tinbergen geschetst, inclusief de academische successen van haar broers, waaronder Nobelprijswinnaars Jan en Niko Tinbergen, en haar eigen carrière als docente Duits aan het Lorentz-lyceum in Eindhoven. 

Familie Tinbergen

In 1926 was de familie Tinbergen op vakantie in hun huisje 't Witte Zand' bij Hulshorst op de Veluwe.
Staand links zien we Niko, naast hem staat Dirk. Zittend, de tweede van links, is Jakomina, naast haar moeder Jeanette Tinbergen-van Eek. Op de eerste rij, rechts, zit vader Dirk Cornelis Tinbergen met naast hem zijn zoon Jan. Vooraan liggen Luuk en Paul Ehrenfest jr. Verder zijn aanwezig de oma Jacomina G. J. C. Tinbergen-Thomkixs en een onbekende vrouw, oma van Eek?

Sfeer in het gezin

Binnen het gezin Tinbergen heersten brede intellectuele interesses en sterke sociale idealen. Social democraten (SDAP) overtuigingen waren gemeengoed. Het feit dat zowel vader als moeder in het onderwijs werkten, heeft ongetwijfeld bijgedragen aan de academische en maatschappelijke oriëntatie van de kinderen. De keuzes en prestaties van de Tinbergen-kinderen laten een patroon zien van intellectuele ambitie en maatschappelijke betrokkenheid, zij het op uiteenlopende terreinen. Wat hen echter ook verbond, was een principiële stellingname tegen het opkomend fascisme. Vooral bij Jakomina is deze stellingname tijdens de bezettingsjaren omgezet in een actieve hulp aan Joodse onderduikers. 

Algemeen Dagblad 20-10-1973 Bron Delpher.nl

Vijf bollebozen van vader Tinbergen

De familie Tinbergen in het kort
Dirk Cornelis Tinbergen (1874-1951) was leraar Nederlands aan een gymnasium in Den Haag en getrouwd met onderwijzeres Jeanette van Eek.
Het echtpaar kreeg vijf kinderen:

Jan (1903-1994) die wis- en natuurkunde studeerde in Leiden. Hij was o.m. de eerste directeur van het na de oorlog opgerichte Centraal Planbureau, kreeg in 1969 de Nobelprijs voor economie en was vele jaren hoogleraar. 

Jakomina
(1905-2006) afgestudeerd aan de universiteit Amsterdam, doctoraal Duits. Haar broers noemde haar "zus" en van haar vrienden en kennissen kreeg ze de naam"Mien".

Niko
(1907-1988) die etholoog (gedragsbioloog) werd en hoogleraar in Oxford. In 1973 kreeg ook zoöloog Niko een Nobelprijs. 

Dirk
(1909-1992) die in Delft studeerde en later directeur van het GEB in Den Haag werd.

Luuk
(1916-1955) die net als Niko biologie studeerde en zich specialiseerde tot ornitholoog. Hij werd hoogleraar in Groningen. 


Een rij van vier woonhuizen door architectenbueau J.W. Hanrath / Briët gebouwd voor N.V. Philips in 1930. Op nummer 11 ging Frits Philips wonen linker hoekhuis, op nummer 13 de W.E.A. de Graaff en nummer 17, rechter hoekhuis is gebruikt voor de huisvesting van het Lorentz-lyceum. Vanaf 1936 is ook huisnummer 15 door het Lorentz-lyceum in gebruik genomen.

Lorentz-lyceum Eindhoven

Het Neutrale Lyceum werd opgericht door Philips. De school was voornamelijk bedoeld voor de kinderen van niet-katholiek hoger personeel van de Philips-fabrieken en werd tevens door Philips gefinancierd. De gemeente was echter niet bereid om financieel bij te dragen, zelfs niet bij de start. De school vestigde zich in twee woonhuizen aan de Parklaan 15 en 17, die eigendom waren van en gebouwd waren door Philips. De latere directeur Frits Philips woonde op nummer 11. Op 1 september 1930 startte de eerste klas met 27 leerlingen, gevolgd door de tweede klas met negen leerlingen. Het lyceum groeide snel, waardoor er behoefte ontstond aan nieuwe leraren. Met ingang van 1 september 1934 werden de volgende leraren benoemd: drs. J. Pollmann voor Nederlands, drs. W. van de Wielen voor Grieks en Latijn en mejuffrouw drs. J. Tinbergen voor Duits. Zij blijft tot 1948 les geven aan het Lorentz-lyceum. Ze verhuist naar Delft en geeft tot haar pensionering les aan Grotius college. Ze zal 100 jaar worden.

Foto van Lijsterlaan 16 in Eindhoven. De gevels van de huizen zijn in de afgelopen 100 jaar vrijwel onveranderd gebleven.

Jakomina (Mien) Tinbergen naar Eindhoven

Jakomina (Mien) Tinbergen verhuist in de zomer van 1934 van Den Haag naar Eindhoven. Ze is dan 29 jaar en afgestudeerd in Amsterdam als Doctoranda (Dra.) in de Duitse taal en geeft les op het Lorentz-lyceum. Ze gaat op kamers wonen in eigenlijk een soort kamergewijze verhuur. Philips stelt de ruime kamers in het huis beschikbaar aan jonge kaderleden die bij de Philips fabrieken of instellingen werken. Het zijn voornamelijk jonge ongehuwde hoogopgeleide personen die in de Lijsterlaan 16 komen wonen. De gehele buurt, het Villapark, is voornamelijk gebouwd voor het kader van Philips, die de woningen huren. Ze belandt tussen allemaal jonge intellectuelen.
Het Lorentz-lyceum ligt op loopafstand van haar woning.

In 2022 vond er een reünie plaats in het huidige Lorentz Casimir Lyceum (LCL). Het ED berichtte hierover en liet mevrouw Mien Hartong (92), de oudste reüniste, aan het woord: „Ik deed in 1950 eindexamen. Mijn tijd op het LCL was heerlijk; de school was toen nog gevestigd aan de Parklaan. Ik herinner me nog goed dat wij een juffrouw Tinbergen hadden, zij gaf Duits, maar na de oorlog wilden wij natuurlijk niets van Duits weten. Ik weet nog dat ze zei: ‘Laten we beginnen met de Joodse schrijvers’, een unieke lerares.”

Vredesstrijd in Delpher 
Boek: Van jeugdig pacifisme naar geestelijke weerbaarheid. De Jongeren Vredes Actie (1924-1940) ISBN 97890672822741, 
146 pagina's, uitg. 2012

Actief in vredesbeweging

De Jongeren Vredes Actie (JVA) was een radicaalpacifistische jongerenbeweging die bestond van 1924 tot 1940. Ze gaven het blad "De Vredesstrijd" uit. De JVA werd opgericht door een groep bevlogen jonge mensen en probeerde leeftijdsgenoten te overtuigen van de noodzaak om zich voor de vrede in te zetten. Begin jaren dertig had de JVA afdelingen door het hele land en telde ruim tweeduizend leden. De JVA liet van zich spreken door het organiseren van congressen, het uitgeven van brochures en het verspreiden van pamfletten. De leden organiseerden antimilitaristische acties en probeerden door middel van petities en grote publieke bijeenkomsten mensen te mobiliseren. In een tijd van toenemende oorlogsdreiging verzette de JVA zich tegen agressief nationalisme en fascisme.

In 1938 of al eerder is ze actief in de vredesbeweging, bij organisaties zoals de Jongeren Vredes Actie, Katholieke Jongeren Vredes Actie, Kerk en Vrede en Volkenbond en Vrede. Ook haar broer Jan Tinbergen komen we regelmatig tegen in deze vredesbeweging.

November 1937 doet ze een donatie voor het Ernst Friedrich fonds, een Duitse vredesactivist die Nazi-Duitsland moet ontvluchten na mishandeling en opsluiting.

Ook Ir. D.M. Duinker uit Eindhoven doneert 5 gulden; we zien hem na de oorlog terug op de namen verzetslijst lijst en lid van G.O.I.W.N = Gemeenschap Oud Illegale Werkers Nederland. 

Mej. J. Tinbergen geeft zelfs 10 gulden, de meeste geven 2 gulden. Ze ondersteunde tijdens haar lange leven, ze werd 100 jaar, honderden goede doelen. Ze leefde erg zuining en was trouw aanhangster van de Vrekkenkrant gedachte. Het tijdschrift dat een eenvoudige en sobere levenswijze wilde promoten op een luchtige, humoristische, niet-moraliserende manier. Het begrip consuminderen ontstond.

Lijsterlaan 16

In 1934 waren Lijsterlaan 16 en nummer 14 pensions van Philips, en tot op de dag van vandaag zijn beide panden nog steeds studentenhuizen. In Lijsterlaan 16 zijn tien kamers beschikbaar met een oppervlakte variërend van 10,8 m² tot 21 m². Alle kamers beschikken over een eigen wastafel. Eén kamer op de begane grond heeft een eigen ensuite ( een combinatie van een voor- en achterkamer met een schuifdeur ertussen) en één kamer heeft een eigen balkon. Veel jonge, alleenstaande techneuten, zowel mannen als vrouwen, hebben hier gewoond.

Tijdens de bezettingsjaren woonden hier onder anderen Mien Tinbergen (vanaf 1934), ir. D.M. Duinker (vanaf 1934) en Eduard Otto Mettivier Meijer (vanaf ?). Allen waren op hun eigen manier actief in het verzet.

Eduard Otto werd in het najaar van 1942 door medebewoner ir. D.M. Duinker, beiden werkzaam bij Philips, gevraagd om verzetswerkzaamheden te verrichten. Duinker had eerder ir. Henk Deinum (1915-1992), leider van de inlichtingengroep Packard, voorzien van een bouwschema voor een zender. Tevens verstrekte hij Deinum diverse onderdelen en kristallen voor de opgegeven golflengten waarmee telegrafisch gecommuniceerd kon worden met Bureau Inlichtingen in Londen. Deze verbinding kwam succesvol tot stand.

Eduard Otto Mettivier Meijer was vooral actief in het maken en verbeteren van zenders en ontvangers in onder andere Den Haag, Amsterdam, Utrecht, Groningen en Maastricht. Eduard is diverse keren gearresteerd en uiteindelijk omgekomen tijdens zijn verzetswerk. Lees het uitgebreide verhaal op https://eindhoven4044.nl/50/Mettivier-Meijer.html

In hoeverre zij van elkaars werkzaamheden op de hoogte waren, is onbekend. Contacten hadden zij wel en ze deelden verdriet, zoals toen medebewoonster mejuffrouw Alie Glasz omkwam tijdens het bombardement van 19 september 1944. Zij schuilde toen toevallig in de kelder van Leeuweriklaan 7, waar diverse personen om het leven kwamen. Lees https://eindhoven4044.nl/8/verhaalwimvdloo.html
Ook het lange onbekende lot door de executie zonder proces van Eduard Otto Mettivier Meijer zal vaak ter sprake zijn gekomen.

Hilda Verwey-Jonker in 1945
"Zelf vond ze dat ze te weinig had gedaan. Maar ze was wel de schakel tussen de verschillende mensen en verzetsgroepen, regelde persoonsbewijzen, bonnen en onderduikadressen."

Samenwerking met Hilda

Jakomina kwam door het lesgeven op het Lorentz-lyceum steeds meer in contact met invloedrijke personen in Eindhoven en personen uit de Philips-gemeenschap. Ze was betrokken bij de vredesbeweging.

Waarschijnlijk heeft ze met Hilda Verwey-Jonker contact gekregen via haar broer Jan Tinbergen, die al veelvuldig contact met de familie Verwey had, zelfs via hun ouders. Hoewel haar naam nergens vermeld staat in de biografie over Hilda, schakelde Hilda iedereen in voor de opvang van Duitse Joodse kinderen in het Dommelhuis. Jakomina was de ideale persoon als vrijwilligster: ze sprak de Duitse taal, trok al veel op met jongeren en was pedagogisch erg sterk. Bij het Dommelhuis was ook rabbijn L. Frank betrokken, die Hebreeuwse les gaf aan het Lorentz-lyceum. Na de bevrijding heeft Jakomina Tinbergen een aantal bomen geplant voor een tweetal jongeren uit het Dommelhuis: Herbert-Karl Isay (bezetting overleefd) en Philipp Judesis (overleden).

Omdat het archief van het Eindhovense Kindercomité niet bewaard is gebleven, zijn er maar weinig gegevens bekend over het Dommelhuis en welke medewerkers en vrijwilligers betrokken waren. Een apart hoofdstuk over het Dommelhuis staat in het verhaal over Hilda Verwey-Jonker. 

Hulp aan onderduikers in de oorlogsjaren.

Zelf heeft Jakomina weinig in het openbaar verteld over haar verzetsactiviteiten. Bij haar crematie in 2006 hoorde de familie voor het eerst dat ze tijdens de Tweede Wereldoorlog tientallen joodse kinderen een veilig onderdak had bezorgd. 

We hebben een tweetal verslagen haar betrokkenheid bij hulp aan onderduikers gevonden. De details van deze verslagen zijn verderop op deze pagina te lezen. 

Een andere belangrijke aanwijzing is haar vermelding op een gemeentelijk document in Eindhoven als 'Karaktervolle verzetters en illegale werkers'. Deze selecte lijst van verzetsmensen werd zorgvuldig opgesteld in de eerste maanden van 1945, naar aanleiding van een geheim bezoek dat 'Hare Majesteit Wilhelmina' aan het Van Abbe-museum bracht om een aantal verzetsmensen te ontmoeten. Nederland was op dat moment nog niet volledig bevrijd. Het draaiboek van dit geheime bezoek verscheen onbedoeld in de krant, waarna massaal veel Eindhovenaren kwamen kijken, wat voor het museum tot een behoorlijke chaos leidde.

Koningin Wilhelmina een bezoek aan het Van Abbemuseum 19 maart 1945.

Massale opkomst bij geheim bezoek Koningin Wilhelmina, 19 maart 1945.

Walter Weihl: Hamborn, 21 september 1922 – Auschwitz, 28 februari 1943. Hij bereikte de leeftijd van 20 jaar.

Jakomina helpt in 1943 Joodse onderduiksters 

Els (19 jaar) en Bep Denneboom (17 jaar), wonend in Zwolle echter wilden in 1943 niet met hun ouders mee naar Polen, zoals de Duitse bezetters de "ideale omgeving" voorspiegelden.
Els was bevriend met de Walter Weihl, die tot de strijdbare groep van Palestinapioniers behoorde. Hij wist wat er met de joden in Duitsland was gebeurd. Hij onderging ook dit lot, februari 1943 is hij opgepakt en dezelfde maand vermoord in Auschwitz.
De meisjes Denneboom wilden zich niet laten wegvoeren, maar onderduiken. Dit gaf in huize Denneboom in Zwolle een flinke discussie over de vraag van het wel of niet onderduiken. Haar vader dacht dat hij daar kon veilig kon leven en doorgaan met lesgeven. Uiteindelijk zwichtte vader Elie Denneboom en schreef aan zijn vriend Frans van Westen: 'Ik vertrouw hierbij mijn twee dochters toe, de jongste dochter Antoinette nemen we mee." Deze Frans van Westen bracht daarop de zussen naar Eindhoven. In april 1943 worden Els en Bep Denneboom in Eindhoven door Jakomina Tinbergen opgevangen en geholpen aan verschillende onderduikadressen in samenwerking met Hilda Verwey-Jonker.

Op 8 april 1943 vertrok hun vader Elie Denneboom met zijn vrouw en hun jongste kind naar een verplichte Joodse wijk in Amsterdam. Daar verbleef het gezin tot 1 juni 1943. Op die datum werden ze vanuit Amsterdam naar Sobibor gedeporteerd en daar op 4 juni 1943 vergast. 

Boven een AI-gegenereerde foto
Onder: foto van Bep Denneboom, alias Miep Griep, uit 1945.
Bron foto: M.W.F. van der Steen 
Drift en koers : de levens van Hilda Verwey-Jonker (1908-2004)

De zussen duiken onder in Eindhoven

Bep en haar zus Els kwamen in Eindhoven terecht. Diverse mensen bij Philips, zoals Aart van Wijk, hadden zich inmiddels gespecialiseerd in het vervalsen van persoonsbewijzen. Zodoende werden Els en Bep uitgerust met goede valse identiteitspapieren, via Hilda Verwey-Jonker en haar echtgenoot Evert, die bij NatLab Philips werkte, waar vele actief waren in verzetswerk.
Voor Bep werd een gezin geregeld waar ze als inwonende meid werkte; de familie had geen vermoeden dat ze joods was. De regeling werkte goed, totdat het gezin haar weekenden en vakanties vrij begon te geven om naar het thuis te gaan dat echter niet meer bestond in Zwolle. Het niet opnemen van haar vrije dagen zou argwaan hebben gewekt, dus moest Bep voor deze gelegenheden een schuilplaats vinden. Jakomina Tinbergen regelde het en gaf Bep een sleutel van haar kamer in de Lijsterlaan. Daar kon ze ook terecht wanneer ze een schuilplaats nodig had, ook al wist ze dat misschien andere bewoners in het huis argwaan zouden kunnen krijgen door de aanwezigheid van een vreemd meisje.

Naast het bieden van een toevluchtsoord probeerde Jakomina de rol van vertrouweling te vervullen voor de meisjes die hun familie kwijt waren. Daarnaast vond Jakomina ook schuilplaatsen voor verschillende andere leden van Beps familie en hield daar contact mee. Bij een gelegenheid hielp ze een nicht ontsnappen uit een schuilplaats tijdens een razzia en bracht haar tijdelijk naar het huis van haar ouders in Den Haag, totdat een nieuw adres gevonden kon worden.

Op een gegeven moment was het beter dat Bep verhuisde. Om haar zonder verdenking te laten overstappen, plaatste Hilda Verwey-Jonker een advertentie voor hulp in de huishouding. Bep ‘solliciteerde’ en kwam vervolgens niet als onderduikster, maar als gewone huishoudelijk hulp in het gezin Verwey te werken. Bij de Verweys was al een joods kind ondergedoken: Nico Khan, en zelf hadden ze vier kinderen. Onder de schuilnaam Miep Griep zorgde Bep Denneboom tot na de bevrijding voor het drukke huishouden van de Verweys en daar overleefde zij de oorlog. Ze wordt pas officieel als kostganger in augustus '45 in het bevolkingsregister ingeschreven en blijft, als Bertha Denneboom tot eind december 1945 op Leenderweg 1945 wonen. Ze trouwt en vertrekt naar Israël.

Ook haar zus Els wist de oorlog te overleven op een onbekend adres in Eindhoven.

1970 (1 december 1970) Yad Vashem onderscheiding voor Jakomina Tinbergen aangevraagd door Bep Denneboom

1987 (18 maart 1987) Yad Vashem onderscheiding voor Hilda Verwey aangevraagd door Bep Denneboom en Robert Engel, een jongen van het Dommelhuis.

Sjef Lavrijssen, verzetsman, onderduikgever en commandant van de P.A.N-groep van Son.
foto: Erfgoedvereniging Son en Breugel.

Andere familieleden Van Tijn
De moeder van Jacob, Sara Bertha van Tijn-Danneboom (03-06-1877), en zijn zus, Antoinetta van Tijn (25-10-1907), konden onderduiken en overleefden de bezetting. Waarschijnlijk was Jakomina Tinbergen hierbij ook betrokken. Jacob's vader was in 1941 aan ouderdom overleden.

Jakomina Tinbergen helpt familie Van Tijn.

In 1937 kregen Jacob en Johanna Van Tijn-Levy een dochter, genaamd Helene, en in 1939 een zoon, Bernard. Het gezin woonde op Grote Berg 29 in Eindhoven, waar ze een ijzerwarenzaak hadden voor particulieren en aannemers.

Wederom was Juffrouw Tinbergen nauw betrokken bij de redding van de Joodse familie Van Tijn in de zomermaanden van 1942, toen Joden op transport moesten. In overleg met haar en het verzet werd besloten om de kinderen van het gezin van Jacob en Johanna van Tijn apart onder te brengen.

Jacob en Johanna doken in eerste instantie onder bij een gezin in de Hofstraat in Eindhoven, maar voelden zich daar niet veilig. Toen zorgde Juffrouw Tinbergen voor een onderduikadres bij de familie Lavrijssen in Son, waar ze tot de bevrijding bleven. Sjef Lavrijssen, aannemer maar vooral bekend als commandant van de P.A.N.-groep van Son tijdens de bevrijding en tijdens de bezetting een belangrijk lid van het verzet in Son (adres: Dorp A 90, Son).

De kinderen werden ondergebracht in de omgeving van Eindhoven. Helene (5 jaar in 1942) kon terecht bij familie van Ton Schellen in Best. Bernard (3 jaar in 1942) ging als “jongetje uit het gebombardeerde Rotterdam” wonen bij de familie P. Dings, Eindhovenscheweg 27 in Valkenswaard, in een gezin met zeven kinderen. Vader Dings had een winkel in ijzerwaren, gereedschappen, huishoudelijke artikelen en een smederij. Doordat Bernard een andere identiteit had gekregen, kon hij vrij rondlopen. Hij noemde meneer en mevrouw Dings al snel Pappa en Moeke. Alleen herkende hij zijn vader niet meer toen hij na twee jaar ondergedoken te hebben gezeten werd opgehaald.

Na de oorlog vertelde Johanna dat zij al langer had zien aankomen dat ze zouden moeten onderduiken. Toen het zover was, had ze voor haar beide kinderen voor drie jaar kleding klaarliggen. Ook vertelde ze dat Jacob in het begin van de oorlog een gouden pen bij mensen in bewaring had gegeven, die deze na de oorlog onmiddellijk hadden teruggegeven. Dat was in andere gevallen wel eens anders geweest!
Bron verhaal: Boek Joodse gemeenschap in Eindhoven (pdf),  pagina 42.

Familie Tinbergen

Duidelijk is dat Jakomina Tinbergen in al haar bescheidenheid een groot aantal dappere en levensreddende daden heeft verricht en terecht de term "Karaktervolle verzetter en illegale werker" van de gemeente Eindhoven heeft gekregen. Ook de aan haar verstrekte voordracht voor de Yad Vashem onderscheiding is slechts aan zo'n 6.066 Nederlanders verstrekt tussen 1953 en 2023, van de ongeveer 9,2 miljoen inwoners in 1945.

Niko Tinbergen (1907 – 1988) werd in 1940 lector aan de universiteit in Leiden. Zijn academische loopbaan kreeg echter een abrupt einde toen hij op 9 september 1942 door de Duitse bezetter werd geïnterneerd. Net als ruim de helft van zijn collega-docenten had Tinbergen zijn ontslag ingediend uit protest tegen de beknotting van de academische vrijheid. Als vergelding werd een aantal van hen gevangengezet in het gijzelaarskamp 'Beekvliet' in Sint-Michielsgestel, waar Tinbergen twee jaar lang, tot 11 september 1944, zou verblijven.

Niko heeft tijdens zijn relatief lange gijzelaarschap in Sint-Michielsgestel onvrij geleefd en met de dreiging van executie boven zijn hoofd.

Op 23 november 1940 werd door de Duitse bezetter bepaald dat alle Joodse hoogleraren uit hun functie werden ontheven. Universiteit Leiden en andere universiteitssteden protesteerden hier eind 1940 tegen, maar dat zorgde toen nog niet tot massaal verzet zoals bij de April-meistakingen in 1943.

De andere leden van de familie Tinbergen hebben de bezettingsjaren als "grijs" Nederlander geleefd. De term "Grijs" verwijst naar het boek Grijs verleden. In dit boek rekent Chris van der Heijden af met de opvatting dat de Tweede Wereldoorlog in Nederland kan worden samengevat in termen van goed en fout.

Bronnen:

Familie Tinbergen
Algemeen Dagblad 20-10-1973 artikel Bollebozen: https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBPERS01:002899018:mpeg21:p00033
Familie: https://vogelwijkdenhaag.nl/wp-content/uploads/wijkblad/wb201612.pdf​ 
Niko: https://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn6/tinbergen


Jakomina (Mien) Tinbergen 
Jakomina Tinbergen, geboren op 23 mei 1905 in Den Haag en overleden op 14 maart 2006 te Delft.
https://collections.yadvashem.org/en/righteous/4017884
De joodsche wachter 27-05-1963 (Bomen) https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005463006:00018
Interview in ELSEVIER 25 maart 2006 (niet volledig kunnen raadplegen)


Els en Bep Denneboom 

Familie van Tijn

Hilda Verwey-Jonker
M.W.F. van der Steen, Drift en koers : de levens van Hilda Verwey-Jonker (1908-2004) (Doctoral Thesis PDF) Boek uitgave: 2011, 596 p, ISBN 9789035133792

Yad Vashem-onderscheiding


Lorentz-Lyceum  en Lorentz Casimir Lyceum (LCL) 
Foto's en achtergrond verhaal  van het Lyceum op Parklaan Eindhoven:
https://www.eindhovenfotos.nl/2/parklaan_dl2.html  
Kranten artikel: https://www.ed.nl/eindhoven/alsof-je-ze-gisteren-nog-les-hebt-gegeven-verlate-lorentz-reunie-met-1600-oud-leerlingen-en-docenten~a4ac78dc/
Tijdschrift: Rond de kastanje uitg. Lorentz-Lyceum-Vereniging (niet beschikbaar en geraadpleegd)
Boek: Lorentz-lyceum 1930-1980, door H.W. van Tricht, J. Meerdink, W.A.A. Habets (red.), 119 pagina's. Met voorwoord van ir. H.P. Maas Geesteranus, voorz. schoolbestuur, uitgave 1980

Overige verzet studenten
https://www.nationaalarchief.nl/beleven/onderwijs/bronnenbox/verslag-van-een-leidse-student-1940

1962: School met een eigen stijl: Lorentz-lyceum verwierf een uitstekende naam. 

Opening Nieuwbouw en Geschiedenis van de School

De leerlingen konden geen stekje planten van de oude kastanjeboom van de voormalige Lorentz-villa's bij het nieuwe schoolgebouw.
Het nieuwe, riante gebouw wordt hedenochtend officieel geopend, maar is al sinds november vorig jaar in gebruik.
De schoolgemeenschap zal het met een jonge eik moeten doen.
De naam van het schoolblad, "Rond de kastanje", zal waarschijnlijk gehandhaafd blijven uit respect voor het verleden.
Het Lorentz Lyceum opende zijn deuren op 4 september 1930 met 27 eerste- en 9 tweedeklassers.
De "Vereniging Neutraal Lyceum" werd opgericht in Eindhoven op 30 april 1929.
De naam "Lorentz Lyceum" werd pas twee jaar geleden officieel aangenomen, hoewel iedereen in Eindhoven er al langer zo over sprak.
De docenten van de beginjaren vonden de oorspronkelijke naam te lang en omslachtig en kozen voor "Lorentz".
Het lyceum begon in één villa, breidde uit met een tweede en later twee barakken die in de oorlogsjaren door de Duitsers en Engelsen werden gebruikt.
De school heeft door de jaren heen een grote bekendheid verworven, ook buiten Eindhoven.
Het leerlingenaantal is gestegen van 36 in 1930 naar 417 nu.
Het aantal docenten is gestegen van 11 in 1930 naar 29 nu.
Het Lorentz Lyceum heeft altijd een aparte plaats ingenomen in het middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs in de stad.

Eigen Stijl en Activiteiten

Het Lorentz Lyceum heeft een eigen stijl die op verschillende gebieden tot uiting komt.
De school is aangesloten bij de "Artistieke Interlyceale" en heeft recentelijk de wisselbeker gewonnen voor de hoogst gewaardeerde artistieke prestaties van leerlingen.
Muziek speelt een belangrijke rol in de schoolgemeenschap met een schoolkoor onder leiding van Piet v.d. Goor dat werken uitvoert zoals het "Stabat Mater" van Pergolesi en de "Krönungsmesse" van Mozart.
Toneel en declamatie zijn essentiële elementen van het schoolleven.
Het onderwijs op het Lorentz staat op een hoog peil, met een hoog percentage geslaagden in vergelijking met het landelijk gemiddelde.
De eerste eindexamens HBS-B vonden plaats in 1934, gymnasium in 1935 en HBS-A in 1939 (deze studierichting werd later toegevoegd).

Cijfers en Feiten uit het Verleden

Begin 1932: oprichting schoolclub.
1937: oprichting vereniging van oud-leerlingen.
Najaar 1938: eerste uitgave schoolkrant "Rond de kastanje".
1940: de school ontving eindelijk rijkssubsidie.

Cijfers en Feiten over de Nieuwbouw

Eind 1953: overdracht van de grond.
Begin 1954: eerste opdracht aan een architect verstrekt.
Oktober 1954: gemeentebestuur keurde de bouwplaats goed.
April 1957: besluit tot realisering van het nieuwe plan (het huidige schoolgebouw).
Januari 1959: goedkeuring van het ministerie ontvangen.
Februari 1959: aanbesteding vond plaats.
April 1959: bouwvergunning verstrekt.
Mei 1959: eerste paal de grond in.
Oktober 1959: eerste steenlegging.
Juli [1960]: het hoogste punt werd bereikt.
Oktober 1961: eerste oplevering.
November 1961: school officieus in gebruik genomen.

Rectoren

Eerste rector: dr. W. H. van Mels (tot zijn overlijden op 15 september 1939).
Waarnemend rector: dr. J. C. B. Eijkman (tot 15 februari 1940).
Vervolgens rector: dr. H. W. van Tricht (tot zijn pensionering op 1 november 1961).
Huidige rector: dr. J. Meerdink.
Conrector (vanaf januari 1949): dr. P. Bronkhorst.

Het Nieuwe Schoolgebouw

Eerste en tweede verdieping: zestien leslokalen.
Praktijkvleugel: zes lokalen (scheikunde, natuurkunde, tekenen, handenarbeid, biologie en aardrijkskunde).
Twee gymnastieklokalen (jongens en meisjes) met douche- en kleedruimten.
Centrale grote zaal (systeem "lokalen van de docenten") voor feestelijke bijeenkomsten (capaciteit 500 personen) en overblijfruimte voor leerlingen.
Mozaïek in de hal van kunstenares Nel Klaassen uit Zandvoort.

Artikel in Nieuwe Eindhovense Krant - 6 januari 1962