J.S.H. Weinberg

J.S.H. Weinberg

Jan Samuel Hendrik Weinberg (8 mei 1899 - 16 febr. 1981)

Jan Weinberg was administrateur bij de Philips Bedrijfsschool. Hij woonde in Bredalaan 59, Eindhoven, was belijdend lid van de N.H. kerk. Zijn schuilnaam was “Wein” of “Wijntje”.
In de oorlog is hij zeer actief geweest binnen de plaatselijke organisatie voor de hulp aan onderduikers. Zijn verzetsactiviteiten zijn vooral het regelen en coördineren van geld, goederen en bonnen voor onderduikers. Hij deed dit samen met een team van ongeveer tien vaste helpers.

Hij werkte nauw samen met de Strijpse afdeling van de P.A.N. 
Weinberg staat naast Jacques Hermans, op de groepsfoto van de P.A.N. die 18 september 1944 is gemaakt. 

De onderduik administratie en alle gegevens zijn door hem ondergebracht in het archief van rhc-eindhoven.nl

Een week voor de bevrijding van Eindhoven op 18 september 1944 heeft hij een Pools deserteur in zijn huis verborgen en een Duitse vrouw. Lees het verslag "De nieuwe huisgenoot" van zijn dochter hierover.

Postuum ontving hij het Verzetsherdenkingskruis, dat aan zijn weduwe is uitgereikt.

39 P.A.N. leden vooral uit Strijp (Eindhoven).
Herkent zijn Jacques Hermans, 2e van rechts met steelhandgranaat en 3 strepen, naast hem staat in wit pak (geen overall) : Weinberg met PAN band om.
foto: 18 of 19 september 1944 gemaakt op Schippershof Eindhoven (Strijp),

Kladje met namen van de Strijpse organisatie voor de hulp aan onderduikers.

De helpers in Strijp

Keerden financiën, bonnen uit. Waren ook aanspreekpunt bij problemen en 
Rinzema, Anne (Onno, 7.0.7)
Gussenhoven, L.A. (Gus, Oom Guus)
Wever, Egbert (W19, Eb)
Kapelaan de Kroon (het Sieraad)
Kapelaan Roothans, G.W. J.(Hans, de Zwart)
Kapelaan van Esch
Walhout, P. (X.X.)
Daamen, Jan M.(Johnny, A2)
=======
Behandelden alle soorten van gevallen
Welling, A.L.P
Gussenhoven, L.A. (Gus, Oom Guus)
Walhout, P. (X.X.)
Weinberg, J.S.H. (Wein)
Rinzema, Anne (Onno, 7.0.7)
Egbert Wever (W.19)

Weinberg (43 jaar) en echtgenote (39 jaar) in 1942. 

Diverse documenten van Jan Weinberg
Vastgehouden door Landwacht april 1945? of valse brief?
Toestemming om van Eindhoven naar Den Haag te reizen  30 juni 1945
Diverse na-oorlogse documenten Jan Weinberg
Verklaring Politieke Betrouwbaarheid t.b.v. reispas 18 juni 1945
Oproep om weer aan het werk te gaan bij Philips, donderdag 23 november 1944, voor halve dagen!
Landelijke onderduikers organisatie (L.O.)

Wien Weinberg Klas 2 d schrijft, 27 november 1945, een opstel over een nieuw huisgenoot 

De nieuwe huisgenoot

Het was na “Dolle Dinsdag". De Duitsers die naast ons woonden waren na het valse gerucht dat Breda gevallen was vertrokken en het vliegveld was zo goed als geheel verlaten.
Toen echter de Engelse legers op zich lieten wachten, kwamen ook in de vliegveld omgeving weer nieuwe Duitse troepen.

Op een middag kwam mijn vader thuis en vroeg of hij een paar sneetjes brood mee mocht nemen. Mijn zusje Beppie en ik vonden het wel wat vreemd, want het was middag voor mij maar wij vermoeden niet dat er wat bijzonders aan de hand was.

De volgende avond vertelde moeder ons dat we een jongen in huis kregen, maar we mochten aan niemand iets laten merken.
Een uur later kwamen vader en de onderduiker aan. Hij groette .... maar in het Duits. "Hier is nu Herman", zei vader. Vader en moeder begonnen met hem te praten en je kon goed merken dat hij blij was, zijn hart eens te kunnen luchten. Beppie en ik konden er heel weinig van volgen en wij vroegen natuurlijk wie hij was en waar hij vandaan kwam. Vader vertelde, hoe het met Herman gegaan was.

Opstel aanwezig https://www.rhc-eindhoven.nl

Hij was vroeger een Poolse student en ging naar de militaire school om officier te worden. Hij was zeer ontwikkeld en had kennis van 8 talen.
Toen de Duitsers Polen binnendrongen, namen ze hem gevangen en werd hij slaaf in het Duitse leger. Hij kreeg minder eten dan de Duitsers en sliep op de grond, terwijl de Duitsers in bedden sliepen. Iedere dag nam hij extra voedsel mee, omdat hij telkens wilde proberen te ontvluchten. Zo kwam hij na een vreselijke tocht van drie jaar door Rusland, Tsjecho-Slowakije, Oostenrijk, Duitsland, Frankrijk en België in Holland aan, opgejaagd door de geallieerde legers en juist in ons lage land kreeg hij zijn kans. Hij wist weg te sluipen bij een van de kanaalbruggen van het vliegveld, nog achtervolgd door 5 geweerschoten. Hij verschool zich in een hol onder de
grond op het terrein van de Philips bossen. Twee dagen en drie nachten heeft hij daar gelegen en een nacht regende dat het goot. Van de honger kwam Herman te voorschijn en werd hij ontdekt door een man van de ondergrondse. En daar vader er ook aan verbonden was, kwam deze het ook ter ore. Aanvankelijk bracht vader hem voedsel, maar toen het weer te slecht werd, besloten vader en moeder hem in huis te nemen. Vader ging met scheergerei en een geleend burgerpak naar het bos en daar schoor en kleedde hij zich. Zo begon de gevaarlijke tocht naar huis, waarbij de "moffen kistjes" vooral erg in de gaten liepen. Toch kwamen ze gelukkig behouden aan. 

Toen Herman hier de piano zag staan, vroeg hij meteen, wie er speelde. Hij wilde graag het Nederlandse volkslied leren om het bij onze bevrijding mee te kunnen zingen. Zo gingen we een poos aan het oefenen.
De volgende dag ging Herman zelf oefenen en werkelijk kon hij het Wilhelmus na een paar dagen al aardig zingen, al vond hij de uitspraak erg moeilijk.
We hadden onze radio nog in huis gehouden en we konden er zeker van zijn, dat Herman het grootste deel van de dag bij het toestel lag te luisteren naar alle mogelijke uitzendingen over zijn verdrukte vaderland.
Op de volgende zondag gebeurde er iets bijzonders. Overal om ons heen landden parachutisten. Herman moest kijken; hij was niet te houden. Toen de maandag daarop de eerste patrouille tank in onze laan kwam, holde hij met ons mee om naar die “Amerikaner” te kijken.
Beppie werd altijd door hem geplaagd en toen de moffen Eindhoven gebombardeerd hadden begon Herman al spoedig: “mein liebes Mädchen in einem Bunker”
De Engelsen kwamen in de huizen naast en tegenover ons en 's avonds kwamen er twee Tommies op bezoek. Die avond werden er in ons huis vier talen door elkaar gesproken. Mijn vader en moeder spraken Engels met de soldaten. Een Duitse onderduikster, die wij ook hadden, sprak Duits met Herman en Herman sprak Frans met een van de soldaten. Verder spraken we onder elkaar Hollands. Telkens begon Herman weer “Sagen sie bitte...!!” en dan moesten we vertellen dat hij naar "die Amerikaner” wilde om tegen de moffen te vechten.

Bron

10166 Collectie J.S.H. Weinberg (oorlogsdocumentatie) Eindhoven, 1940-1948 https://www.rhc-eindhoven.nl
Archief P.A.N.