Mr. J. (Jo) Meynen

Mr. Jo Meynen

Hij was werkzaam in de chemische industrie en was daardoor veel in het buitenland. Na de oorlogsdagen van mei '40, kwam hij in juli 1941 in dienst bij de N.V. Philips Gloeilampenfabrieken te Eindhoven. Hij hield zich bezig met pilotenhulp, waarschijnlijk rondom Arnhem. In de oorlog werd de term "piloot" gebruikt voor ieder bemanningslid van een neergeschoten vliegtuig.
In Eindhoven was hij commandant van "Compagnie Woensel" samen met J.K. Meerdink en (waarschijnlijk) G.J. Gerritsen en J. Vegt zie namenlijst verzetsmensen.

Hij was commandant bij de B.S.
De Binnenlandse Strijdkrachten (BS; officieel: Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten, maar deze naam NBS leek te veel op de NSB) was een op 5 september 1944 officieel opgezette bundeling van de tot dan toe weinig samenwerkende eigenlijke verzetsgroepen. De Binnenlandse Strijdkrachten kwam dan ook voort uit de drie belangrijkste verzetsgroepen: de Ordedienst (OD), de Landelijke Knokploegen (LKP) en de Raad van Verzet (RVV). 
In het prille begin van de organisatie waren er nog geen 10.000 BS'ers. De BS was ook zeer slecht bewapend. Later werd dit verbeterd door geallieerde wapendroppings.

Brief aan J.K. Meerdink over "Compagnie Woensel"

Minister van Oorlog

Hij werd, na de bevrijding van Eindhoven, in november 1944 bevorderd tot majoor en geplaatst bij de staf met de opdracht: de binnenlandse strijdkrachten te formeren en om te vormen tot legereenheden. Na zijn ministerschap is voorzitter Raad van Bestuur bij de N.V. AKU (Algemene Kunstzijde Unie) en de latere AKZO.

Jo Meynen was in 1945 de enige antirevolutionair die toetrad tot het kabinet-Schermerhorn. Hij werd de nieuwe minister van Oorlog, van 25 juni 1945 tot 3 juli 1946, zoals dat toen nog genoemd werd.