Fliegerhorst Eindhoven 1940 - 1944

Fliegerhorst Eindhoven was een vliegveld in de Tweede Wereldoorlog. Het was in handen van Nederland, Duitsland en later het Verenigd Koninkrijk voordat het weer in Nederlandse handen kwam. Het vliegveld werd gebruikt om Engeland en Duitsland aan te vallen. Voor en na de bevrijding moesten veel mensen verplicht werken om de startbanen en gebouwen te repareren. Het vliegveld werd in 1932 geopend als werkverschaffingsproject. Het werd voornamelijk gebruikt voor burgerlijke doeleinden in de eerste jaren. Het werd in 1939 gevorderd als onderdeel van de militaire mobilisatie en is sindsdien onafgebroken een militair vliegveld gebleven. 

Geschreven door Terry Lee Dukes,
met aanvullingen uit diverse andere bronnen zoals A. Ceelen en Nederlands Instituut voor Militaire Historie

Een door Britse verkenningsvliegtuigen op 7 juli 1943 gemaakte luchtfoto van vliegveld Eindhoven.
Aandacht ging vooral naar wapen, bom en munitieopslag plaatsen.
Aantal banen 3, 51 graden 26 ‘ 45” N.B. en 5 graden 24’ 15” O.L. - 
hoogte 20.3 meter boven NAP.
Beeld: NIMH

Opening vliegveld Eindhoven 10 t/m 18 september 1932

Ontwikkeling van het vliegveld 1921 - 1932

Het vliegveld op de Strijpse Heide werd aangelegd als werkverschaffingsproject in verband met de grote werkloosheid door de economische crisis. Tachtig "werklozen" waren voorjaar '32 te werk gesteld bij de aanleg van het vliegveld.
De eerste plannen voor de aanleg van het vliegveld waren er al in 1921. De opening van het vliegveld Welschap, het heette toen nog officieel “Luchtvaartterrein Eindhoven” vond pas ruim tien jaar later plaats, 10 september 1932.
Het vliegveld, met alleen grasbanen, ligt vijf kilometer ten westen van Eindhoven. De eerste jaren van het vliegveld is vooral gebruikt voor burgerlijke doelen, zoals sport- en zweefvliegen. In 1934 legde Philips baanverlichting aan, het jaar daarop werd het stationsgebouw met de verkeerstoren opgeleverd. Dirk Roosenburg volgens de regels
van de nieuwe zakelijkheid, de Lichttoren ontwerp voor Philips, mocht hier de verkeerstoren ontwerpen. 

In de tweede helft van de jaren ’30 vormde het luchtvaartterrein het decor voor een aantal proefvluchten. Zo testte Fokker er in 1936 en 1937 prototypes van een klein jachtvliegtuig, de Fokker D.XXI en de Fokker aanvalsjager G.I.
Een andere Nederlandse vliegtuigbouwer, Frits Koolhoven, nam testen met zijn nieuwe jachtvliegtuig FK-55.

In die periode werden er verschillende gebouwen op "Welschap" neergezet, waaronder een voor die tijd zeer moderne hangaar. 

“Luchthaven Eindhoven”. Fokker G1-X2 Prototype op Welschap 1937.

Vooral sport- en zweefvliegen op de luchthaven Eindhoven.

Fokker G1-X2 Prototype op Welschap 1937.

1939

Begin april 1939 vorderde de overheid het vliegveld als onderdeel van de militaire mobilisatie. Het Commando Luchtverdediging werd: Wapen der Militaire Luchtvaart. Het was een reactie op de plotselinge inval van Italië op Albanië op Goede Vrijdag 7 april 1939. Door het oproepen van 28 grensbataljons werd de landsverdediging vooral in oostelijke richting uitgebreid. Welschap kreeg daarbij een militaire bewaking om een plotselinge bezetting te voorkomen. De bewakingsafdeling werd ondergebracht in een complex vakantiehuisjes van de Philips N.V. aan de Oirschotsedijk.
Deze militaire aanwezigheid op "Welschap" is eigenlijk het begin geweest van de Vliegbasis Eindhoven, het is sindsdien onafgebroken een militair vliegveld gebleven.

Luchtfoto van het stationsgebouw op Vliegveld Welschap te Eindhoven tijdens de officiële opening op 10 mei 1935. Linksonder de Douglas DC-2 PH-AKL (De Lijster) van de KLM.
foto https://nimh-beeldbank.defensie.nl

https://www.eindhovenfotos.nl/2/pauwlaan.html

Dhr. R.J. Castendijk woonde Pauwlaan 1a Eindhoven

In de daarop volgende periode vonden de volgende feiten plaats:

12 april 1939 ontving de heer P. van Rooy ( Peerke) ter gelegenheid van zijn 100ste verjaardag een wegkruis aangeboden door buurtbewoners langs de weg richting Oerle. Deze weg begrensde het vliegveld aan de zuidwest zijde. Tegelijkertijd kreeg hij een vliegtochtje aangeboden vanaf Welschap boven zijn geboortestreek Wintelre.

Havenmeester van Welschap en tevens luchtvaart enthousiast Dhr. R.J. Castendijk zou ten gronde zijn gegaan, als de toenmalige politieke toestand ten spijt er niet eens iets op zijn vliegveld zou gebeuren. Los van de sleur die zoveel wintermaanden met zich meebracht. Wist hij met de beperkte middelen die hij had toch weer de Brabantse bevolking naar zijn vliegveld te krijgen. Op zondag 18 juni 1939 organiseerde hij een vliegshow waarbij de Eindhovense Aero Club betrokken was, die voortreffelijk werk leverden door middel van het houden van een vossenjacht met behulp van een zweefvliegtuig. Drie geldprijzen werden uitgeloofd aan degenen die als eerst het gelande vliegtuig gevlogen door Hoekstra wisten te bereiken. Ruim 2000 aanwezigen op Welschap genoten van het overvliegen van het standaard lesvliegtuig van de NLS, van het type Koolhoven-FK 46. In verband met de mobilisatie waren rondvluchten met passagiers zoals deze eerder plaatsgevonden, niet meer toegestaan. Desondanks was het een geslaagd festijn. 

Noodlanding van een Fokker C.5 RR bij Horst/Sevenum (Limburg) op 26 september 1939 met reserve eerste luitenant-vlieger Benus en reserve tweede luitenant D.A.J. Paap.
Foto https://nimh-beeldbank.defensie.nl

Schieten op eigen vliegtuigen

Op 29 augustus 1939 worden in de zuidwesthoek van het vliegveld een viertal verkenningsvliegtuigen van het type Koolhoven FK 51 geplaatst alsmede zeven Fokker C.V toestellen van de IV-2 luchtverkenningsgroep. Commandant van deze verkenningsgroep afkomstig van Soesterberg, is Kapitein waarnemer A.W. de Ruyter van Steveninck. Op 26 september worden twee C.V’s de lucht ingestuurd omdat er boven Venlo en Helden een zestal Duitse vliegtuigen waargenomen werden. Deze bevonden zich dus boven het Nederlandse luchtruim. Aangekomen in het desbetreffende gebied werd door de Nederlandse piloten: Eerste Luitenant Vlieger Benus en Tweede Luitenant Waarnemer Paap geconstateerd dat de Duitse vliegtuigen reeds het gebied hadden verlaten. Echter werd hun toestel door de Nederlandse luchtdoelartillerie ter hoogte van Blerick aangezien voor een Duits toestel en daaropvolgend met zware mitrailleurs onder vuur genomen. Daarbij wordt het toestel ( rg.nr 614) zodanig beschadigd dat een noodlanding bij Heierhoeve noodzakelijk was. Luitenant Benus was gewond geraakt aan een pink terwijl Luitenant Paap ongedeerd bleef. 

Het wrak van de Duitse Dornier.
https://nimh-beeldbank.defensie.nl

Noodlanding 

Vanaf 16 october 1939 wordt het drukker op Welschap. Kapitein Vlieger P.J.E. Jansens en zijn team wordt van vliegveld Waalhaven met zes Fokker D.XXI ‘s naar Welschap overgeplaatst. Een detachement van drie D.XXI’s blijft op Waalhaven achter. 

Met uitzondering van een alarmering op 10 november, toen er
Duitse vliegtuigen werden waargenomen om 14:00 in de buurt van Roermond en Sint Odiliënberg, voeren de jachtvliegtuigen slechts routine vluchten uit.

26 october 1939 moet een Duitse bommenwerper van de Duitse Luftwaffe, de Dornier DO 17 P een noodlanding in de Noordpolder nabij Usquert maken. De drie bemanningsleden werden geïnterneerd.

Steeds meer luchtschendingen

Op 6 januari 1940 arriveert afkomstig uit Eelde de 1-II-1 LvR ( 1e Jachtvlieg afdeling) onder het commando van Kapitein Vlieger F.L.M. Focquin de Grave die tijdelijk Kapitein Vlieger Smidt-Crans vervangt op Welschap.
Op 8 januari vertrekt de 2e Jachtvliegtuig afdeling naar vliegveld Eelde. De zeven Fokker D-XXI vliegtuigen van 1-II-1 LvR nemen de bescherming van de Verkenningsgroep over.

Op 12 januari wordt er een alarmering gedaan waarop de D.XXI vliegtuigen het luchtruim kiezen deze toestellen waren voorzien van spreuken zoals: “zet ‘m op, witte muizen“ en “schoenen met punten”. De luchtwachtpost Horn had vier Duitse jagers gezien, die in de richting Maas vlogen. Toen de patrouille Fokker toestellen arriveerden troffen zij niks meer aan. In de nacht van 12-13 januari volgden talloze meldingen van de luchtwacht elkaar op. Het luchtruim boven Nederland werd overal geschonden. Zo werd tussen den Bosch en Eindhoven een vliegtuig in de zoeklichten gevangen en beschoten. Of dit een toestel van de Royal Air force of van de Duitse Luftwaffe betrof is niet bekend.

Eind februari 1940 schieten Nederlandse en Duitse vliegtuigen elkaar, zie artikel hiernaast. 

Publiciteitsfoto van Fokker in najaar 1938. Formatie van T-V jachtbommenwerper (1935-1940) en jager D-XXI (1938-1940)
foto: https://nimh-beeldbank.defensie.nl

Einde van militair vliegveld Welschap

Steeds meer schendingen van het Nederlandse luchtruim door Duitse vliegtuigen, een paar voorbeelden:

Op 20 januari wordt een patrouille weer de lucht ingezonden als door luchtwachtposten een Duits vliegtuig bij Nijmegen, Ravenstein en Oss wordt waargenomen. De Nederlandse toestellen keren onverrichter zaken weer terug naar Welschap.
Ook een alarmering op de 22ste toen werden twee Duitse verkenningsvliegtuigen gesignaleerd. Ook dit leverde niets op voor de Welschapse jagers. 
Maart 1940 komt 1ste Jachtgroep Veldleger naar Welschap, onder het bevel van 1ste Luitenant Vlieger P.J.B. Ruys de Perez,. Het was een nieuw opgerichte onderdeel voorzien van zeven Fokker jachtvliegtuigen. Deze groep voerde niet alleen luchtverdedigingstaken uit maar ondersteunt ook het grondleger. Drie vliegtuigen nr. 222 , 246 en 247 werden voorzien van radio apparatuur. Hierdoor konden zij onderscheppingsvluchten uitvoeren ten behoeve van het Commando Luchtverdediging.
Vijf Koolhoven FK-51 toestellen bleven op welschap ter ondersteuning van de Peel-Raamstelling. De 1ste Jachtgroep Veldleger had Welschap al op 9 april verlaten. Het restant van de IVe Verkenningsgroep, de vijf Fk-51`s gaan op 20 april naar GilzeRijen. De Nederlandse Militaire Luchtvaart zal Welschap de eerstvolgende jaren niet meer aan doen. 

Fokker C.V's van de Luchtvaartafdeeling (LVA) met tent op vliegveld Welschap te Eindhoven.
https://nimh-beeldbank.defensie.nl

De Nederlandse Luchtmacht
Nederland heeft maar zo'n 140 gevechtsklare en vaak verouderde toestellen beschikbaar, tijdens de inval van Duitsland. De Nederlandse luchtmacht verloor in totaal 94 vliegtuigen en de resterende 45 machines werden grotendeels in brand gestoken.(zie bron bhummel)
In de eerste oorlogsdagen zijn veel lichtbewapende Duitse parachutisten door het Nederlandse leger gedood of gevangen genomen en grootste deel, zo'n 1200, als gevangen naar Engeland overgebracht. Het verlies van deze speciale troepen en het neerhalen van zo'n 525 vliegtuigen (volgens de Duitsers 303 toestellen), meer dan de helft van wat de Duitse luchtmacht op dat moment bezat. De inval in Engeland kon door het toedoen van Nederlandse militairen niet doorgaan. Kennis over de zogenaamde "luchtdropping" kwam hiermee ook in Engelse handen. Meer valt te lezen in het boek "De slag om de residentie 1940". 

Welschap tijdens de Tweede wereldoorlog 

Verschillende gebouwen op Welschap, zover al niet beschadigd door de aanval werden door het eigen bewakingspersoneel opgeblazen waaronder ook Hangar A. Hierna vertrokken de Nederlandse militairen van het vliegveld. Spoedig hierna volgde de terugtrekking van de Nederlandse strijdkrachten. In lange rijen trokken de infanterie troepen de restanten van de verdedigers van de Peel-Raamstelling langs de nog rokende puinhopen van Welschap. De terugtrekkende eenheden trokken daarbij de aandacht van de Luftwaffe. Waardoor op 11 mei om 16:18 uur het eerste luchtalarm werd gegeven in Eindhoven in verband met laag overvliegende vliegtuigen. Om 16:35 werd het alarm opgeheven maar om 16:50 gingen de sirenes weer af in Eindhoven. Na een einde alarm om 17:20 volgde hierop hernieuwd alarm van 18:51 tot 19:01. Eindhoven zat nu volop in de oorlog.

Op 12 mei 1940 kwam reserve majoor de Kloet ( Reg. Inf. C-III-30) langs vliegveld Welschap en moest hierbij concluderen dat het vliegveld grondig gebombardeerd was. Kort hierop volgend werd Eindhoven en vliegveld Welschap door de Duitsers bezet. Het sint-Joseph Ziekenhuis in Eindhoven alsmede een deel van het Diaconessenhuis worden opgeëist en gingen als Feldlazarett van de Duitse wehrmacht dienst doen. 

Hangaar A na de demolitie dwz belangrijke (toekomstige) vijandelijke doelen te vernietigen of saboteren door ze op te blazen..
Op de voorgrond is een deel van de betonnen-rioolbuizen zichtbaar welke gebruikt werden voor het verhinderen van landen op het vliegveld.

Een door Nederlands bewakingspersoneel opgeblazen hangaar op vliegveld Eindhoven, kort na de Duitse inval in mei 1940.
foto: https://nimh-beeldbank.defensie.nl

Op 15 mei 1940 omstreeks 11:30 landen de eerste Messerschmitt Bf-109E-3 jachtvliegtuigen van het Jagdgeschwader-26 “Slageter” op vliegveld Welschap. Zij maken deel uit van de 1e Gruppe van dit Jagdgeschwader welke als taak heeft om zo dicht mogelijk achter de Duitse grond strijdkrachten op te rukken en daarbij luchtsteun te bieden. Het vliegveld werd aanvankelijk Fliegerstutzpunkt Eindhoven genoemd.

Ook de 1e Gruppe van het Jagdgeschwader 20 streek op 15 mei neer op Welschapse bodem, de volgende dag gevolgd door de staf van het Jagdgeschwader 51. Vanaf Welschap worden gevechtsvluchten uitgevoerd boven Nederland, België en Frankrijk. Op 22 mei 1940 vertrok Jagdgeschwader 26 naar het Belgische vliegveld Deurne. Op 23 mei vertrok de staf van het Jagdgeschwader 51 van Welschap.
Op 25 mei maakte een staffel Messerschmitt toestellen van het Jagdgeschwader 52 een voorzorgslanding op Welschap in verband met de slechte weersomstandigheden.

Vrijwel onmiddellijk na de Duitse overname namen zij het vliegveld onder handen, en begonnen zij direct het vliegveld uit te breiden. De omliggende boerderijen werden ontruimt en de bewoners hadden vaak slechts enkele uren de tijd om te vertrekken, en voor nieuwe huisvesting te zorgen. De toegangswegen naar Welschap werden afgesloten en nieuwsgierige burgers door wachtposten weggestuurd. Eindhovense aannemers en firma’s verdienden grof geld aan de aanleg van startbanen de bouw van hangars etc. deze werkzaamheden wekten niet alleen de nieuwsgierigheid van de Eindhovense bevolking maar ook dat van de Royal Air force en in de nacht van 23 op 24 mei 1940 , tien dagen na de Nederlandse capitulatie huilden de sirenes van het luchtalarm. Hampden bommenwerpers van Bomber Command van de RAF wierpen bommen af boven Weert, Helmond en Geldrop waarbij in Geldrop enkele branden uitbraken. 

De namen in de krant waren foutief weergegeven, hierboven gecorrigeerd.
De naam Tappen moet Tappel zijn en Versteegen is: Verstegen. 

Duitse werkzaamheden 

Op 24 juni 1940 wierp een Engelse Bristol Blenheim, een lichte bommenwerper van Bomber Command, om 09:43, diverse bommen op het vliegveld waarbij drie Eindhovense arbeiders  de dood vonden. Een arbeider raakte lichtgewond terwijl een Duitse militair zwaargewond raakte. In totaal werden twaalf bommen geworpen in de noordoost hoek van het vliegveld, de schade hierbij was gering.

Nog vele personen zullen in de komende oorlogsjaren, door de aanvallen op het vliegveld, als burgerslachtoffer omkomen. ( zie lijst bij https://stichting18september.nl

 Luchtbombardementen op Eindhoven 

Het gevaar voor luchtbombardementen op Eindhoven was niet denkbeeldig. Eindhoven was een verkeersknooppunt en was belangrijk voor de Duitse oorlogseconomie met de Philips fabrieken en DAF. Daarom werden zowel door de Duitsers als de Nederlanders voorzorgsmaatregelen getroffen. De Duitse maatregelen waren erop gericht om aanvallende vliegtuigen af te weren. De Nederlandse maatregelen om zoveel mogelijk schade en verliezen van burgers levens zoveel mogelijk te beperken. De Duitsers installeerden hiervoor zoeklichtinstallaties waaronder een op de speelplaats van de meisjesschool in de Houtstraat in Woensel. En afweergeschut zogenaamde FLAK rond het vliegveld Welschap en later ook in Eindhoven zelf bij het zwembad, de IJzeren Man, de Marconilaan en op en rond de Emmasingel Complex en Philipsfabrieken.
De Nederlanders hielden oefeningen van de luchtbeschermingsdienst die de verduistering controleerde en het luchtalarm regelde. Ook kregen de inwoners van Eindhoven het advies om emmers met zand of water klaar te zetten om eventuele branden in huis te kunnen blussen. Openbare schuilplaatsen worden gebouwd en evacuatieplannen opgesteld voor de openbare gebouwen, ziekenhuizen en dergelijke. Ondertussen wordt er met man en macht op het vliegveld doorgewerkt, twee ploegen van elk 1500 man sterk wisselen elkaar af. Hele stukken heide, bosgrond en akkers worden bij het vliegveld getrokken. De eigenaren van bospercelen kwamen al gauw tot de ontdekking dat hun bossen zonder waarschuwing waren om gekapt. Al onder het verblijf van de Nachtjagdgeschwader 1./NJG 1 was het vliegveld sterk uitgebreid en eind mei was de Fliegerhorst Kommandantur 10/XI onder bevel van Hauptmann W. Stoffregen van Eelde naar Eindhoven overgeplaatst. 

Omstreeks dezelfde tijd vestigde zich aan de Bredalaan 134 de Bauleitung Eindhoven om de werkzaamheden te regisseren. De eigenlijke uitvoering kwam voor rekening van de Luftwaffen-bau battalion 18/IV die op 9 juni arriveerde. Zo werd begonnen met de aanleg van drie verharde start banen en een stelsel aan taxibanen. Prioriteit hierbij kreeg baan 1 ( oost-west) en baan 2 ( zuidwest-noordoost ) ook werden er onverharde startbanen, wegen en opstelplaatsen. Tal van bouwkundige voorzieningen worden gerealiseerd, verschillende daarvan in de vorm van betonnen bunkers.

Aan de Sliffertsestraat verscheen de eerste toegangspoort. ( Duitse poort) welke als hoofdingang ging functioneren. Een tweede verscheen aan de Heistraat in Zeelst waarvoor een extra weg moest worden aangelegd.de maatregel van de militaire overheid om het vliegveld uit te breiden, waarbij honderden inwoners van Eindhoven gedwongen werden om in dienst van de Duitse Wehrmacht te werken, had ook tot gevolg dat het aantal personen in de bijstand van gemiddeld 1008 personen in januari 1940 daalde tot 611 werklozen in december van hetzelfde jaar.

Lees ook Duitsers in gebouwen https://eindhoven4044.nl/8/duitseringebouwen.html

"De Duitse commandant van ” Fliegerhorst Eindhoven” Zoals Welschap nu werd genoemd, nam zijn intrek in de “Wielewaal”, de villa van de familie Philips aan de Oirschotsedijk."
Beeld: NIMH

Vliegers van het KG 30 en een officier van de Flug Betriebs Kompanie (FBK) turen op De Wielewaal naar de karpers in de vijver op het landgoed. Tenminste drie van de oorlogsvliegers zijn onderscheiden met het IJzeren Kruis der eerste klasse. Vliegers die hiermee waren gedecoreerd, hadden doorgaans inmiddels enkele tientallen oorlogsmissies achter de rug.

Beeld: NIMH

Overname van Eindhoven

Het kazernecomplex aan de Oirschotsedijk ( Constant Rebecquekazerne) werd al direct door de Luftwaffe in gebruik genomen.
De Duitse commandant van ” Fliegerhorst Eindhoven” Zoals Welschap nu werd genoemd, nam zijn intrek in de “Wielewaal”, de villa van de Frits Philips aan de Oirschotsedijk . In de omgeving van het vliegveld verrezen als Kempische dorpjes gecamoufleerde complexen legerings en opslag gebouwen zoals aan de Oirschotsedijk ( het latere Beatrixkamp) en in Zeelst ( het latere Peter Zuidkamp). Ook begonnen de Duitsers onderkomens te bouwen in Strijp, op de Noord-Brabantlaan en bij Oirschot langs de Oirschotsedijk ( huidige legerplaats).

Een aantal bemanningsleden en leden van het grondpersoneel van de I./KG 30 controleert in 1941 na een beschieting de romp van een Ju 88 na terugkomst op Eindhoven.

Beeld: NIMH

Een Heinkel 111 van de II./KG 4 staat in de zomer van 1940 klaar in zijn goed gecamoufleerde parkeerplaats op Eindhovense vliegveld voor een nieuwe gevechtsvlucht. Onder de romp hangen 2 SB 1000-bommen. Deze werden voornamelijk gebruikt voor het aanvallen van doelen op zee. De Heinkel is nog niet voorzien van een donkere beschildering voor nachtoperaties.

Beeld: NIMH

Schijnvliegveld Dun en Vessem en Oostelbeers waren voor de Luftwaffe plaats voor het afwerpen van bommen

Schijnvliegveld 

Om de vliegtuigen van de RAF, vooral `s-nachts te misleiden werd door de Duitsers een aantal schijnvliegveld een zgn. Scheinflughaven of Scheinflugplatz in Brabant aangelegd. Voor Eindhoven lag het westelijk van Welschap bij het gehucht Dun. Dit namaak vliegveld kreeg de naam SF-38 DUN. De Scheinflugplatz was compleet met startbanen en hangars. Op een smalspoor werd met een houten vliegtuig het effect van een opstijgende Messerschmidt nagebootst.
De tactiek van schijnvliegvelden was redelijk succesvol in het misleiden van de geallieerde vliegers. De nabijheid ervan was niet zonder gevaar voor de bevolking in de omgeving. Maar naarmate de oorlog vorderde, wisten de geallieerden steeds beter de echte van de schijnvliegvelden te onderscheiden. 

Luftwaffe afwerpplaatsen

In Vessem en Oostelbeers bevonden zich de Luftwaffe afwerpplaatsen, in de heide aldaar werden schepen nagebootst, en vanaf Eindhoven stegen de vliegtuigen op met hun oefenlading deze bestond uit betonnen SC oefenbommen welke naast de betonnen mantel 2 kleine nissen bevatte waar een kleine fosfor lading in aangebracht werd. Zo konden de Duitsers na het afwerpen observeren of de bommen hun doelen hadden getroffen. 

Vanaf Waalre werd een spoorweg verbinding aangelegd en van goederen perrons voorzien. 
Ook begonnen de Duitsers direct met de uitbreidingen, zo kwamen er drie geplaveide startbanen, 130 opstel plaatsten en 53 hangars. Om het vliegveld heen werden diverse bunkers en flakstellingen aangebracht, de meeste bunkers, verblijven en onderkomens werden gecamoufleerd als zijnde boerderijen. De wegen beklinkerd voor een landelijke uitstraling. Het Beatrixkanaal waar men in 1930 met aanleg werkzaamheden was begonnen, was nog niet volledig voltooid ten tijde van de bezetting van het vliegveld. De Duitse troepen hebben het kanaal voltooid en uitgebreid, zo kwam er een loskade compleet met voorzieningen voor het lossen van munitie en brandstof ten behoeve van het vliegveld. 

In Best was Fliegerhorst Beatrixoord dit kamp hoorde bij Fliegerhorst Eindhoven, het voornaamste doel hiervan was een legering kamp en tevens vond er parachute onderhoud plaats. 

In de volgende maanden deden ook enkele eenheden met jachtvliegtuigen en nachtjagers Eindhoven aan. Bijvoorbeeld de I./JG 54 in de periode juni-juli 1940 met Bf 109’s. Maar ook de I./NJG 1 in de periode februari-maart 1941 met Bf 110’s. Zij verdedigden het Roergebied overdag en ’s nachts tegen Britse bommenwerpers. 

Grondpersoneel van de I./KG 30 zwaait in 1941 naar de bemanning van een Ju 88 op een van de uitrolbanen van het vliegveld.

Beeld: NIMH

Het personeel van de I./KG 30 staat voor een officiële gelegenheid op Eindhoven aangetreden. Onderwijl brengt Hauptmann Sigmund-Ulrich Freiherr von Gravenreuth, de Staffelkapitän van de 1./KG 30, een collega de militaire groet.
Op de achtergrond een uitkijktoren.

Beeld: NIMH

Zwaardere toestellen 

Eindhoven ontpopte zich al spoedig als basis voor bommenwerpers. In de zomer van 1940 waren de eerste verharde banen klaar. Nu konden ook zwaardere toestellen het vliegveld gebruiken. Bijvoorbeeld de Heinkel He
111 bommenwerpers. Deze vliegtuigen voerden verschillende bombardementen uit op Britse steden. In de nacht van 9 op 10 september 1940 maakte de Duitse bemanning een fout. Een He 111 in nood dropte zijn bommen op het vliegveld. Hierdoor stond de hele omgeving in korte tijd in lichterlaaie. Uiteindelijk gingen acht Heinkels in de vlammenzee verloren.



In de nacht van 9 op 10 september 1940 namen elf Heinkel He 111 bommenwerpers van de II./KG 4, gestationeerd op vliegveld Eindoven deel aan een bombardement op Londen.
Van deze aanval keerde Leutnant H. Arnold voortijdig terug vanwege een technisch mankement aan zijn Heinkel.
Zeer waarschijnlijk heeft hij kort voor de ingezette (nood)landing zijn bommen gelost, waarbij hij dacht boven Notabwurfplatz Oirschot te vliegen, maar in werkelijkheid bevond hij zich boven vliegveld Eindhoven. De bommen vielen in de zuidwesthoek van het vliegveld bij Liegeplatz 3. Het dennenbos vloog in brand en de hier opgestapelde bommen ontploften.
Het gevolg was dat acht Heinkel bommenwerpers van II/KG4 in de vlammenzee verloren gingen en er twee zwaar beschadigd raakten.
Leutnant Arnold en twee van zijn bemanningsleden kwamen om het leven bij de noodlanding toen hun toestel nabij Best tegen een passerende goederentrein botste. 
Beeld: NIMH

Eind september 1940 vertrok de Gruppe of squadron naar Soesterberg. Niet alleen de vliegtuigen werden verplaatst maar een operationele eenheid met al het hierbij behorend personeel en een commandant.
Een dag later arriveerde vanuit Melsbroek de III./KG 30. Deze werd echter al snel ontbonden. Daarop nam de I./KG 30 haar intrek op Eindhoven. Vanaf januari 1941 diende het vliegveld bovendien als basis voor het hoofdkwartier van het squadron van het KG 30. Beide eenheden namen volop deel aan de ‘Blitz’ tegen Groot-Brittannië en leden aanzienlijke verliezen. Pas in juli 1941 vertrokken beide eenheden.
Tijdens de Slag om Engeland bevond zich overigens ook een verkenningseenheid op het vliegveld. Dit was de 3.(F)/122. Deze eenheid opereert met Ju 88’s en He 111’s. Na november 1940 gebruikte de eenheid Eindhoven alleen nog als ‘Absprunghafen’, vertrekplaats.

Een aantal Duitse stafofficieren uit het gevolg van Generalfeldmarschall Hugo Sperrle, de commandant van Luftflotte 3, tijdens een inspectie van Fliegerhorst Eindhoven. Op de achtergrond het gecamoufleerde verkeersgebouw van voor de oorlog.
foto https://nimh-beeldbank.defensie.nl

Generalfeldmarschall Hugo Sperrle (1885 - 1953), de commandant van Luftflotte 3, inspecteert op Fliegerhorst Eindhoven een aangetreden eenheid.
foto https://nimh-beeldbank.defensie.nl

1942

Bommenwerper basis voor de II./KG 2
Na een relatief rustige periode speelde het vliegveld vanaf 1942 weer een belangrijke rol. Het werd bommenwerper basis voor de Kampfgeschwader 2 " Holzhammer " II./KG 2. Deze Gruppe, zoals personeel en piloten arriveerde in mei en bleef een jaar lang op Eindhoven gestationeerd. Zij deed onder meer mee aan de operaties boven Dieppe op 19 augustus. Hier gingen liefst zeven Dornier Do 217’s  verloren en raakten er twee beschadigd.

In 1942 kwam een legeringskamp en kreeg het vliegveld een eigen spoorweg verbinding tussen Aalst/Waalre en Welschap, ook was er een smalspoor verbinding of zogezegd munitie lijntje deze liep van de Klotputten tot aan Welschap. Eerder in de zomer van 1941 worden er op de Oirschotse heide (nu het oefenterrein) 21 bunkers gebouwd, voor de opslag van munitie en bommen. Er loopt een spoorlijntje naar het vliegveld toe voor het vervoer
van deze bommen. (bron https://www.planviewer.nl/..._6.pdf)

1943

In april 1943 arriveerde de bommenwerper eenheid met het vliegtuig Kampfgeschwader 2 ofwel I./KG 2 op Eindhoven. Deze Duitse "mannschaft" bleef er tot januari 1944 gestationeerd. Zij deed vanaf Welschap mee aan operatie Steinbock. Dit was een kleine opleving in het Duitse luchtoffensief ( Unternehmen Steinbock)) tegen Groot-Brittannië. Het stond ook wel bekend als de ‘Baby Blitz’.

Hiervoor was vanaf eind 1943 ook weer tijdelijk de I./KG 30 en de Geschwaderstab van het KG 30 op Eindhoven gelegerd. In de zomer van 1944 maakten de Duitsers nog intensief gebruik van de Fliegerhorst. Bijvoorbeeld met het KG 54 (juni-september), de 4./KG 51 (maart-juni), de I./NJG 2 (mei-juni) en de II./NJG 3 (juni-juli).

Een Dornier Do 217 van het KG 2, mogelijk op vliegveld Eindhoven met op de voorgrond enkele Minenbomben SC 500.
beeld https://nimh-beeldbank.defensie.nl

1944
In 1944 kwamen er ook weer jachtvliegtuigen bij op "Welschap" i.v.m. de naderende invasie in West-Europa, de zogenaamde "D-Day".

Ondertussen lag het vliegveld steeds vaker onder geallieerd vuur. Tot in 1944 bestoken ‘Intruders’ het zeer regelmatig. Een eerste grote aanval vond plaats op 14 juni 1944. Toen namen meer dan 60 Liberators het vliegveld ‘onder handen’.

Feik Fast schrijft in zijn dagboek: "De 14de juni is een sensationele dag voor Eindhoven om zeven uur 's ochtends worden we al gewekt door alarm op het vliegveld, en als we liggen te overwegen, of we al op zullen staan, beginnen ook de stads-sirenes te loeien, zodat we binnen de tien minuten alle drie gekleed en wel in de tuin staan, waar reeds in verschillende richtingen formaties vliegtuigen te zien zijn. (direct na het alarm hadden we ze trouwens al gehoord ). We tellen er al gauw over de honderd, die in de richting van België verdwijnen. Ondertussen zie ik met mijn kijker ver weg vanuit het N.W. nieuwe formaties naderen, die ten Oosten van Eindhoven ineens een bocht maken, en nu vanuit het N.O. op ons toekomen!

De hele buurt is ondertussen in en om de schuilkelder verzameld. We tellen nu vijf groepen van elk dertien vliegtuigen, die keurig in slagorde, met misschien een kilometer tussenruimte tussen de groepen, even ten Noorden van ons op een tweeduizend meter hoogte passeren. Met mijn prismakijker kan ik nu van de voorste groep duidelijk de vorm der vliegtuigen onderscheiden, het zijn grote viermotorige vliegende forten, waarschijnlijk "Liberators". De vele motoren vervullen de lucht met hun doordringend geronk. Als de eerste groep van 13 stuks juist, iets ten Noorden van ons, passeert, werpen ze vier rode lichtkogeltjes uit, wat blijkbaar het sein is, de bommen los te laten, want binnen de minuut weerklinkt ineens een roffelende onweerslag, die misschien een halve minuut aanhoudt. We zitten natuurlijk meteen in de schuilkelder, waar nog vier maal zo'n onheilspellende roffel gehoord wordt.
Om ca. 7.45 wordt het alarm afgeblazen, maar om acht uur dagen weer vliegtuigen op, en na een nieuwe roffel wordt weer alarm geblazen! Om 8.20 is het weer "veilig", maar ik wacht toch maar tot negen uur met naar de zaak te gaan. Onderweg zie ik al rode-kruis-auto's rijden, en hoor, dat de spoorlijn vóór Acht onderbroken is. "


Op 15 augustus deed de Royal Air Force het dunnetjes over. Zij bestoken de Fliegerhorst met 115 zware Halifax- en Lancaster-bommenwerpers.

Feik Fast schrijft over de 15e augustus 1944: "We zijn nog niet in een greppel aangeland, of de hel breekt los boven het vliegveld, waarop we van hieruit toevallig, gelukkig op eerbiedige afstand, vrij uitzicht hebben. Een hevige gerommel overstemt het afweervuur, en spoedig is de horizon over kilometers afstand pikzwart gekleurd, vanwaaruit geweldige rookkolommen opstijgen! Ondertussen blijven dicht schuin boven ons steeds maar nieuwe vliegtuigen, alle ​afzonderlijk vliegend, aanstromen, terwijl de lucht geheel wit-gespikkeld wordt door de honderden ontploffende granaten. Tegen de zwarte achtergrond boven het vliegveld tekenen zich soms hele bundels witte strepen af, waarschijnlijk veroorzaakt door de neersuizende bommen. Pas na het neerkomen van de eerste bommen horen we de sirene van Acht alarm blazen, dus nadat reeds meer dan een half uur grote aantallen bommenwerpers gepasseerd waren... Het bombardement duurt meer dan een half uur, dan pas durven we onze greppel, waar ik mijn arm nog aan een verroeste prikkeldraad heb opengehaald, verlaten!"

Tewerkstelling in augustus / september 1944. 

Ausweis om (verplicht) te werken op Fliegerhorstgelandes Eindhoven.

Tewerkstelling in augustus / september 1944.

Verplicht ter werkstelling Vliegveld Eindhoven, augustus 1944 

Feik Fast tekent diverse verplichtte ter werkstelling

Half augustus worden grote aantallen Eindhovenaars opgeroepen om het vliegveld te gaan herstellen, wat nu niet bepaald een ongevaarlijke bezigheid is! Behalve tal van winkeliers wordt zelfs de Philips gloeilampenfabriek leeggehaald!

24ste augustus wordt de IJzeren man omsingeld, om er mensen voor het vliegveld uit te zeven! (Fataal voor Jan van Hout, die dan aan zwemmen is en niet uit water wilt komen.)

29ste augustus vertelde (een Philips collega) over mensen uit Waalre, die een oproep kregen om op het vliegveld te komen werken, en dus onderdoken. De landwacht ging de adressen af, en nam bij afwezigheid van de betrokkene maar een zuster of een ander familielid mee, of ook wel de naaimachine of de stofzuiger!!

Luchtfoto 11 september 1944 van vliegveld Welschap (vliegveld Eindhoven) na diverse bombardementen.
Het terrein vertoont een groot aantal bominslagen op de landingsbanen maar veel in de omgeving.
Op moment van de fotoverkenning zijn de Duitse vliegtuigen al vertrokken.
De Britse Airfield Repair Unit is ingezet om meer dan 1650 bomkraters dicht te gooien, maar ook werkloze Eindhovenaren worden ingezet.
foto https://nimh-beeldbank.defensie.nl/

Bijna  bevrijd

Een tweede zware RAF-aanval op 3 september 1944 luidde het vertrek van de Luftwaffe in.

Naar verluidt zou daags erop een eenzame Typhoon gevlogen door Flying Officer R.J.E.M van Zinnicq Bergmann op het vliegveld geland zijn, waarmee hij de eerste Geallieerde vlieger was die voet zette op het vliegveld.

Nog voor de Duitse 'sprengkommando' of verniellingsploegen het vliegveld Eindhoven konden verlaten of de voorbode van de bevrijding kondigde zich aan met de dropping van talloze parachutisten in de omgeving van Arnhem en De Dz zones bij Son en Veghel op 18 september 1944. Op 19 september, een dag na de bevrijding, bezetten Amerikaanse parachutisten het vliegveld en de omgeving. Nog voordat zij arriveerden bliezen de vertrekkende Duitse verniellingsploegen de munitiedepots van het vliegveld op. Ook maakten zij de rolbanen onklaar voor gebruik.
De volgende dag werd op vliegveld Welschap de Nederlandse vlag gehesen. De Britse airfield repair unit werd ingezet om de in totaal 1.650 bomkraters dicht te gooien. Zo'n 200 Eindhovenaren zonder werk, werden nu weer opgeroepen om de startbanen te repareren.

Begin oktober '44 werd het, na een aantal acties van de geallieerde, wat rustiger rond "Welschap" en kon men zich geheel richten op het herstel van de startbanen en platforms. Op "Welschap" werden de Typhoon jachtbommenwerpers van de 2e Tactical Airforce (2TAF) gestationeerd, die als voornaamste taak hadden om luchtsteun te verlenen aan de landstrijdkrachten van de Geallieerden. Ook de Canadese 143 Wing gaven luchtsteun aan de geallieerde troepen in de omgeving. Ook voerden zij missies uit achter de Duitse linies. Andere toestellen bombardeerden spoorlijnen en rangeerterreinen. Transportvliegtuigen voerden troepen en materieel aan.

De Britten, zij gaven het vliegveld de codenaam B.78. ( base.78 ) De geallieerden herstelden het vliegveld zodat allerlei vliegtuigtypen het konden gebruiken. 
Ondanks het feit dat de Duitsers nog regelmatig het vliegveld bombardeerden bleef "Welschap" tot maart 1945 een van de belangrijkste vooruitgeschoven vliegvelden van de geallieerden. Daarna werden de meeste vliegtuigen naar verder vooruitgeschoven vliegvelden in Duitsland en Oost-Nederland geplaatst omdat de frontlijn verder opgeschoven was en de vliegtuigen hun doel verder weg in Duitsland kregen. Tot het einde van de oorlog, op 8 mei 1945 te 24.00 uur, waren nog slechts 2 squadrons verkenningsvliegtuigen op "Welschap" gestationeerd.

Restant oude luchthavengebouw en verkeerstoren van vliegveld Welschap na diverse bombardementen op het vliegveld.
Na de oorlog is het gebouw hersteld.
beeld: https://nimh-beeldbank.defensie.nl

Na de oorlog

Ook stationeerden de geallieerden maandenlang de Canadese fotoverkenningseenheid 35 Recce Wing op B.78. Deze eenheid opereert met Spitfire- en Mustang-fotoverkenners. Door het intensieve gebruik van het vliegveld vormde dit een geliefd doelwit tijdens Operation Bodenplatte. Dit was op 1 januari 1945. Ongeveer 70 Bf 109’s van het JG 3 voerden de aanval redelijk succesvol uit. Van de ongeveer 175 geallieerde vliegtuigen op Eindhoven vernielden de Duitsers er 45 en beschadigen ze er nog eens 35. Het was tevens de laatste wanhopige poging van de Duitsers om de strijd in de Ardennen een beslissende wending te geven. Meer dan 300 ervaren Luftwaffe-piloten kwamen hierbij om ook een kwart van de deelnemende Duitse vliegtuigen gingen verloren.

Begin 1945 vertrokken de 124 en 143 Wing. De 125 en 127 Wings namen hun plaats in. Deze luchtvaart eenheden beschikken over Spitfires. Niet alleen vliegtuigen van de 2nd TAF werden op Eindhoven gestationeerd.

Het einde van de oorlog betekende niet het einde van de vliegactiviteiten op "Welschap". Het vliegveld kreeg een taak in de verbindingen naar de eenheden die over heel West-Europa waren verspreid. "Welschap" werd een zogenaamde transistorbasis voor de Britse Strijdkrachten.

De RAF (Royal Air Force) maakte gebruik van de verschillende kampen en onderkomens en men bouwde een groot magazijncomplex. Het kamp Oirschot kreeg een Landmacht bestemming en heeft die tot op heden nog. Het zogenaamde Engelse Kamp is tot 1961 in gebruik gebleven bij de RAF.

Na de oorlog behield de RAF tot 15 februari 1948 het beheer over het vliegveld. Vier jaar later kwam Eindhoven in handen van de Koninklijke Luchtmacht en is de verkeersleiding nog steeds in militaire handen.

15 februari 1948 overgedragen aan de gemeente Eindhoven.

Engelse vlag op Welschap omlaag Vliegveld weer aan Eindhoven overgedragen


Op 15 februari 1948 gaat op het vliegveld Welschap bij Eindhoven de Engelse vlag omlaag, want dan wordt na acht jaar het vliegveld weer aan de gemeente Eindhoven overgedragen. Sinds 18 September 1944 heeft de R.A.F. er de scepter gezwaaid en de laatste jaren heeft ze het als doorgangshaven voor het vliegverkeer tussen Engeland en de Britse zone van Duitsland gebruikt. Deze officiële overdracht wil echter niet zeggen, dat squadron leader Garson en zijn Aircraft Reception Unit ons land gaan verlaten. Het is n.l. de bedoeling van de Engelsen, het vliegveld voor koeriersdiensten te blijven gebruiken, totdat de Britse bezetting van Duitsland tot het verleden zal behoren. Zij zelf schatten deze periode op 20 jaar. Ze zullen blijven als gasten en normaal de verschillende onkosten, o.a. voor het gebruik der startbanen, betalen. De ongeveer 100 officieren en manschappen, van wie velen hun gezin hebben laten over komen, zullen in de gemeente Zeelst in barakken worden ondergebracht. Nu, vier jaar na de bevrijding, kan Eindhoven met het herstel van zijn zwaar beschadigd vliegveld beginnen. De regering heeft een subsidie toegezegd, waarvan de gemeente in overleg met de Rijksluchtvaartdienst gebruik kan maken voor het herstel van gebouwen en hangars. Het ziet er echter naar uit, dat de gemeente een N.V. zal stichten, waarin plaatselijke bedrijven, die belang hebben bij het vliegveld voor goederenvervoer enz., de Kamers van Koophandel en enkele omliggende steden zullen kunnen deelnemen, zodat men gezamenlijk het vliegveld kan exploiteren. Het staat nog niet vast, wanneer de Nationale Luchtvaartschool, die nog steeds in Gilze-Rijen gevestigd is, naar Welschap zal komen. Wel oefenen de mannen van de school al dagelijks boven Welschap, maar ’s avonds vliegen  ze naar hun basis terug. Verder is er natuurlijk de K.L.M., die dagelijks op Welschap landt. Vooral bij mistig weer, als Schiphol „dicht” zit, strijken tal van vogels op het uitwijk-vliegveld neer. Vóór de oorlog was de oppervlakte 50 ha. De Luftwaffe vergrootte het tot 1150 ha. Thans is het vliegveld 150 ha. groot. Wil men echter de steeds toenemende verkeersdrukte kunnen verwerken, dan zal tot verdere uitbreiding moeten worden overgegaan.

1948: OLIELAMPEN VERLICHTEN VLIEGVELD „WELSCHAP”

Het Eindhovense raadslid Mr. v. d. Grinten merkte op, dat de grasmat zo slecht is, dat er ongelukken te verwachten zijn, indien een vliegtuig buiten de startbaan komt. Het stationsgebouw zou zich in deplorabele staat bevinden, terwijl de verlichting van het veld nog steeds met petroleumlampen geschiedt. Mr. v. d. Grinten informeerde voorts waarom van de in februari van dit jaar door het rijk aan de gemeente Eindhoven ter beschikking gestelde rekening van f 500.000 ten behoeve van „Welschap" nog steeds geen gebruik is gemaakt.


Tegenwoordig is de Vliegbasis Eindhoven behalve de thuishaven van de militaire luchttransportvloot, een logistiek knooppunt en ook een vertrekpunt voor vele toeristische vakantievluchten.
Stap voor stap groeit Welschap uit tot het huidige "Eindhoven Airport", wel met een Engelse benaming. De naam Fliegerhorst Eindhoven kent bijna niemand meer.

Het luchthavengebouw is één van de laatst overgebleven luchthavengebouwen in Nederland van voor 1940 en het is een rijksmonument. Architect Dirk Roosenburg (Philips gebouwen) bouwde het in een functionalistische stijl. Karakteristiek zijn de heldere opzet en indeling en de grote raampartijen met stalen kozijnen. Het luchthavengebouw was van 1935 tot 1984 in gebruik. Het gerestaureerde luchthavengebouw heeft fungeert tijdelijk als informatiecentrum voor de nieuwe Vinexwijk Meerhoven. Nu is het luchthavengebouw een restaurant, zie https://www.echtwelschap.nl
Bron: https://www.herbestemming.nl/projecten/luchthavengebouw-welschap-eindhoven
Foto Wammes Waggel - Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=10206416

De Luftwaffe-eenheden 1940 

De Luftwaffe-eenheden op het vliegveld stonden resp. onder bevel van Fliegerhorst-Kommandantur E 10/XI (1940-1941); Fliegerhorst-Kommandantur E (verlegbar) 206/XI (1942-1943) en Fliegerhorst-Kommandantur A 204/VI (tot sep 1944). Gedurende de periode 1940 - 1944 waren dit:

KampfGeschwader 30, stab (1 sep 1940-1 jan 1942; 10 dec 1943-23 jan 1944)
I gruppe / KG 30, (16 mrt-3 jul 1941; 14 dec 1943- 23 jan 1944) met Junkers Ju 88
II gruppe / KG 4 “wever”, (20 jul 1940-12 mrt 1941) met Heinkel He 111
I gruppe / KG 2, (11 apr 1943- 22 jan 1944) met He 111
II gruppe / KG 2, (8 – 16 dec 1941; 2 mei 1942- 11 apr 1943) met He 111
JagdGeschwader 53 “pik as”, stab (29 aug-4 sep 1944)
II gruppe / JG 53, 5 en 6 staffel (29 aug-5 sep 1944) met Messerschmitt Bf 109
I gruppe / JG 26, 1,2 en 3 staffel (15- 23 mei 1940) met Bf 109
I gruppe / NachtJagdGeschwader 2, stab, 1,2 en 3 staffel (12 mei- 7 jun 1944) met Ju 88
II gruppe / KG 66, stab, 1 en 2 staffel (14 aug-12 sep 1944) met Junkers Ju 188
I gruppe / JG 20, stab, 1,2 en 3 staffel (16- 20 mei 1940) met Bf 109
Stab / KG 54 “totenkopf” (3 jun- 15 aug 1944)
I gruppe / KG 54,(25- 30 jul 1944) met Messerschmitt Me 262
IV gruppe / JG 2 “richthofen”, stab, 10 staffel (1-30 jun 1940) met Arado Ar 68
I gruppe / JG 54 “gruenherz”, stab, 1,2 en 3 staffel (21 jun- 15 jul 1940) met Bf 109
3 staffel KG 51, ook genoemd als Einsatzkommando Schenk (30 aug – 5 sep 1944) met Me 262
21 abteilung / Luftnachrichten-Regiment 211 (dec 1940 – sep 1944) met Flugmelde-Leit Kompanie, Bakel (Stellung "Bazi") en Flugmelde-Leit Kompanie, Weert (Stellung "Truthahn")
(verlegbar) leichte Flak-Abteilung 668, (jan 1941 – dec 1943)
(verlegbar) gemischte Flak-Abteilung 591, (dec 1943- sep 1944)

Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Vliegbasis_Eindhoven