Theo Doove

Verzetsstrijder
Geboren in Amsterdam 21-07-1907 
Doove overlijdt op 23 februari 1986 in Oldenzaal, hij was toen 78 jaar oud.

Militaire opleiding
 
Theo Doove is op 29 april 1926 gekeurd en geschikt bevonden voor militaire dienst. Uit zijn militaire keuring blijkt dat hij toen de lengte had van 179.5 cm. In die periode was de gemiddelde lengte voor mannen, 165 cm. Hij begon zijn militaire loopbaan als gewoon dienstplichtige. Hij wilde graag een onderofficiersopleiding bij de infanterie in Amersfoort of eventueel bij de genie. Het leger vond hem het meest geschikt voor de infanterie. Hij werd ingedeeld bij het 18e regiment infanterie. Hij kreeg tussen februari 1927 en september 1933, in verschillende tijdvakken, een militaire opleiding, daarna ging hij met grootverlof.

Op 24 augustus 1939 besluit de Nederlandse regering om tot voormobilisatie over te gaan. Dat houdt in dat 50.000 man onder de wapenen wordt geroepen, zij gaan voorbereidingen treffen voor een algemene mobilisatie. Die wordt afgekondigd op maandag 28 augustus 1939. De regering kan de steeds verder oplopende internationale spanning niet langer negeren en roept direct 230.000 mannen onder de wapenen. Ook Theo Doove wordt opgeroepen. 

In de maanden na de mobilisatie plaatst het Nederlandse leger militairen door het hele land en begint het met het voorbereiden van de verdediging voor een eventuele aanval. Stellingen worden verstevigd en soldaten worden getraind. Toch verwacht Nederland geen oorlog: er is groot vertrouwen in de neutraliteit van ons land.

In een interview met het Reformatorisch Dagblad, 06-10-1978 vertelt hij "dat hij nog weet als de dag van gisteren dat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, de meidagen, het uitzichtloze gevecht van onze soldaten. Herinnert zich nog haarscherp de terugtocht van het onderdeel, waarvan hij als gemobiliseerd militair deel uitmaakte. Was enige tijd krijgsgevangene van de Duitsers, moest voor hen ook de loyaliteitsverklaring tekenen, dat hij niets zou ondernemen tegen de bezetters. „En daarmee is het begonnen, want dat weigerde ik", vertelt Doove. „Een natie die ons land op laffe wijze had overvallen, kon ik geen loyaliteitsverklaring in handen spelen, vond ik. En dat is de aanzet geweest tot verzet.

In het verzet

Je begint als eenling, maar vindt al gauw anderen op je weg. We gaven direct al een gestencild blaadje uit, het BC-nieuws oftewel Burgerlijk Contact-nieuws. Wat we zo links en rechts hoorden over de radio, werd vermenigvuldigd en verspreid. In het begin kon dat nog straffeloos. Uit dit blaadje is voortgevloeid mijn deelname aan het illegale blad „Je Maintiendrai, dat in eerste instantie gestencild werd in Den Haag, in het Vredespaleis. Nadat de zaak daar was stukgelopen, werd het overgebracht naar mijn woning in Brabant. Met de twee hoofdfiguren van het blad, die ondergedoken waren, hebben we daar de uitgave van JM georganiseerd.

Daarna gingen we ons bezighouden met de jodenhulp, hulp aan onderduikers en dergelijke. Van het een kwam het ander. Ik heb op een gegeven moment de verspreiding van "Je Maintiendrai" eraan moeten geven, toen één van onze naaste medewerkers werd gegrepen. Ik moest toen onderduiken, thuis [Doove woonde toen in Geldrop]  vond iedere week huiszoeking plaats met aan mijn vrouw J. Doove-van Sprang, de mededeling dat "Je man wordt neergeschoten zodra we hem aantreffen".


Verzet en ondergedoken

„Ik wil gerust bekennen, dat ik in die tijd benauwde ogenblikken gekend heb. Een keer in Utrecht, ik liep toen van het station naar de Neude, waar we een vergadering zouden hebben van het verzet. Als ik het achteraf bekijk, hebben de Duitsers dit wellicht geweten. Ik ga de trein uit en wil in de restauratie een kopje „Ersatz"-koffie gaan drinken, als ik achter mij de deur hoor dichtklappen, terwijl voor mij twee politiemensen in burger op me afkomen. Ik was ingesloten.

M'n persoonsbewijs was vals, nog nooit gecontroleerd. Ik was zogenaamd ingenieur bij Philips en had ook een arbeidskaart van Philips. Verder had ik een tas bij me, waar tekeningen in zaten van een V-1. Wat is dat, vroegen ze. U kunt toch lezen wie ik ben, antwoordde ik, er staat toch op m'n persoonsbewijs dat ik ingenieur bij Philips ben en op de tekeningen dat het verboden is om derden inlichtingen hierover te geven. Ze onderzochten alles, maar konden niets vinden en smeten toen alles door de restauratie heen, zo kwaad waren ze. Nou, m'n knieën knikten. Goed, ik ga daarna een kopje koffie drinken, komt er een meneer naar mij toe en zegt: "zo, u hebt ook geluk gehad, met die kerels". "Hoezo", vraag ik, "ik heb toch niets te verbergen?" Die vent staat op, gaat naar de twee politiemensen toe en zegt: "het is in orde..."

In het manuscript over de P.A.N (Partisanen Actie Nederland) worden vijf oprichters genoemd met hun schuilnamen: Sander (militair), Jacques (drogist / ex-militair), W.19 (rechterhand Jacques) en Frits (student) en John Dankelman (Theo Doove /res. militair).

Theo Doove was o.a. commandant van het district Geldrop van de P.A.N . Hij heeft vele schuilnamen: Guus Winkler, John Dankelman, Max v.d.Poll en Theo Wieland. In de oorlog gaf Doove leiding aan zes rayons van de P.A.N. : Geldrop, Someren-Heeze, Leende, Sterkel, Budel, Nuenen-Gerwen, Lierop-Asten met zo'n 110 inzetbare verzetsstrijders. [zie volledige tekst hieronder Verslag_TheoJA_Doove_verslagen_Geldrop.pdf ]

„Naarmate de oorlog voortschreed, gingen we geleidelijk aan over op directer verzet, ik had een vrij grote groep onder mij van jonge mensen; we pleegden sabotage, kwamen ook in directe confrontatie met de vijand, maakten zelfs krijgsgevangenen. We hadden een illegaal kamp in Lierop [Dennenlust], waar neergeschoten vliegers onderdak kregen. Veel ondergedoken jongeren werd daar door een Amerikaanse piloot vaardigheid bijgebracht in het hanteren van wapenen. Wonderwel zijn we nooit door de Duitsers ontdekt. In de buurt zijn wel veel razzia's gehouden, maar we hadden een uitstekende boswachter [Mathieu Bussers] en die heeft ons in alles geholpen. Hij heeft misschien nog wel meer risico's genomen dan wij".

[zie https://www.eindhoven4044.nl/4/pan_start.html verslagen van de diverse districten en verhaal over Dennenlust op: https://www.eindhoven4044.nl/4/PAN7-dennenlust.html ]

Bevrijding
„Na de bevrijding van het zuiden, hebben ze mij verbindingsofficier [res. majoor] gemaakt bij het hoofdkwartier van het tweede Britse leger. Als zodanig heb ik de verdere bevrijding van het zuiden meegemaakt. Daarna werd ik militair commissaris in Drenthe en later afdelingscommandant van de drie noordelijke provincies. Tot 1948 ben ik betrokken geweest bij de nasleep van de oorlog en daarna kwam ik terecht bij de civiele verdediging, waar ik tot mijn pensionering gebleven ben". Theo Doove eindigde, als reserve officier, in de rang van Luitenant-kolonel. Na 1948 was hij luitenant-kolonel b.d. dat staat voor buiten dienst.


Dhr. Doove als secretaris in 1978. De foto is afkomstig uit het blad Kontakt, NFR/VVN, verenigingsblad  van Nationale Federatieve Raad van het Voormalig Verzet Nederland. De foto toont het hoofdbestuur in actie tijdens de NFR/VVN jaarvergadering in 1978, waar Dhr. Doove zal aftreden (hij zou ad interim overigens nog een jaar doorgaan).
Namen op foto vlnr:  mevr. Trijntje de Boer-Stam, G Bensen, penningmeester ??, voorzitter ?, Th Doove, mevr. W. Borghouts, N. Ape..= (Pastoor-Dominicaan N. Apeldoorn)
De Nationale Federatieve Raad van het Voormalig Verzet (NFR) werd opgericht op 13 december 1947. Dit was het resultaat van het samengaan van de Federatie van Organisaties van Oud-Illegale Werkers (FOOIW) en de Gemeenschap van Oud-Illegale Werkers Nederland (GOIWN).
©foto archief NIOD  of kijk oorlogsgetroffenen.nl

De Nationale Federatieve Raad van het Voormalig Verzet Nederland

Na de oorlog vormden zich allerlei groepjes, waaronder zich, om het in de woorden van Doove te zeggen, veel meikevers en september-ridders bevonden. Het bekende kaf onder het koren dus. In de jaren '50 werd Doove lid van de Federatie, Nederlands verzet, de enige door de Kroon goedgekeurde vereniging van verzetsmensen. Van die federatie, een verband van ongeveer 20 landelijk verspreid zijnde verenigingen, werd hij al vrij snel secretaris. De federatie, waarvan prins Bernhard secretaris is, telt ongeveer 1600 leden en bemoeit zich, in tegenstelling tot andere ex-verzetsverenigingen, zo min mogelijk met politiek. Iedereen kan ook niet zomaar lid worden, men moet bewijzen dat men in het verzet geweest is. „Op dit gebied heb ik bittere ervaringen", zegt Doove. „Het gebeurt dat mensen zich opgeven omdat ze daardoor in aanmerking denken te komen voor een buitengewoon pensioen. Zo hebben we het geval gehad van Meester, Kamerlid voor de PvdA. Ondanks de verklaringen van vooraanstaande figuren, bleek hij later toch een pure fraudeur te zijn die het enkel om een buitengewoon pensioen was begonnen".

Bij de zogeheten ballotage was Doove vooral betrokken door zijn lidmaatschap van de Raad van overleg van de Stichting '40-'45. Deze stichting, in het leven geroepen met het oog op de nazorg van de door de oorlogsgetroffenen en/of hun nabestaanden, had eigenlijk al opgeheven moeten zijn. Maar, zegt Doove, de nasleep duurt langer dan gedacht. Zo is er de tweede generatie, de kinderen dus die in kampen geboren zijn of wier ouders ex-verzetsmensen zijn. Ook blijkt dat velen tobben met het verleden, na de pensionering voelt de oudere generatie een soort van bescherming van zich afvallen. Met de zorg voor deze mensen houdt de stichting zich bezig en dat werk blijkt in de praktijk erg moeilijk te zijn.

„Ik heb een periode gehad dat Ik de Duitsers haatte. Nu niet meer, naarmate je ouder wordt, word je wijzer. Maar het recht moet wel z'n loop hebben, de discussies bijvoorbeeld over de drie van Breda hebben mij diep gekwetst".

„Ze zeggen misschien daar heb je ze weer, die oude sokken, altijd maar weer over de oorlog kletsen. Nou, ik wou 'dat ik er niet' over kon praten, dat ik het niet meegemaakt had. Ik hoop ook dat niemand het hoeft mee te maken. Maar daar ben ik wel bang voor. Mensen willen niet leren, let maar op het neo-nazisme dat overal de kop opsteekt. Ja, daar ben ik werkelijk bang voor, dat er achter de schermen een nieuw gevecht aan de gang is, een nieuwe strijd naderbij komt".

Theo Doove ontvangt de volgende onderscheidingen :

Officier in de Orde van Oranje Nassau
Drager van de medal of freedom
Officier in de orde van Leopold II met palmen
Honorary member of the royal air force escaping society
Verzetsherdenkingskruis

Literatuur
Diverse PAN documenten www.eindhoven4044.nl
Reformatorisch Dagblad, 06-10-1978

ORGANISATIE D.O. P.A.N.

======================
===============
========

Zeer ten onrechte worden de actieve verzets en sabotage groepen der P.A.N. het verwijt gemaakt, dat na de bevrijding misbruik werd gemaakt van hun positie als ondergrondse.

Op de allereerste plaats dient hier echter een verschil te worden gemaakt tussen illegaliteit en ondergrondse. Immers onder illegaliteit verstaat men, die groepen van mensen, die gedurende de gehele bezettingstijd zich gegeven hebben aan de verzetsbeweging.

De ondergrondse kenmerken rich hoofdzakelijk door groepen van mensen, die zich na "Dolle Dinsdag" onder een of ander voorwendsel hebben samengevoegd, om zich na de bevrijding een zeker vrijgeleide te verschaffen.

De P.A.N. bestond echter hoofdzakelijk uit groeperingen van K.P., O.D- en R.V.V., die bij een overkoepelende vergadering in juni 1944 de wens te kennen hadden gegeven gezamenlijk op te treden.

Dat nu na 1,5  jaar mij verzocht wordt een rapport samen te stellen over de werkzaamheden heeft mij wel getroffen.

Het ligt niet op de weg der illegaliteit om over haar daden te spreken, maar het moet mij van het hart, dat die mensen die zich spontaan gegeven hebben voor de goede zaak en waarvan er velen sneuvelden, of levenslang verminkt zullen zijn dingen aangewreven worden, waaraan zij part noch deel hebben.

Van deze plaats zeg ik dan ook allen hartelijk dank voor de spontane kameraadschap en medewerking, welke ik in dikwijls moeilijke en gevaarvolle uren van mijn mensen mocht ondervinden. Het was als één grote familie en hier kwam zeker die kameraadschap en goede samenwerking naar voren, welke men verwachten kan van mensen, die bezield zijn van dezelfde gedachte, Alles te geven voor hun Vaderland, Recht en Vrijheid, met achter uitzetting van persoonlijke belangen.

Ook onder ons waren vogels van diverse pluimage. Arbeiders, kantoormensen, academisch gevormde; doktoren evenals straatvegers, studenten evenals boeren.

Er werd bij ons echter nooit onderscheid gemaakt, wie of wat men was. Er werd wel gevraagd hoe men was.

De blaam, welke na de bevrijding werd geworpen op deze mensen, kan door mij niet worden geaccepteerd. Deze is veeleer te wijten aan het feit, dat na de bevrijding het werk van deze mensen een einde nam, zij hun bedding moesten zoeken en uittraden, waarvoor in de plaats zeer dikwijls avonturiers kwamen, die meenden op een gemakkelijke manier aan geld te komen. Dit is echter niet alleen in Brabant, doch ook elders gebeurd en deze groepen kunnen inderdaad met de naam ondergrondse worden aangeduid.

Ik wil niemand kwetsen. De goeden onder ons, weten wie ik hiermee bedoel.

Mocht ik in mijn rapport namen vergeten, zo moet men mij dit niet ten kwade duiden, aangezien na bijna 2 jaar intensief werk aan de wederopbouw van Nederland er veel is vervaagd uit de actieve verzetstijd. Ik vraag daarom, mocht ik iemand iets te kort doen mij dit te willen vergeven. 

Om tot de kern der zaak te komen volgt hier allereerst een kleine uiteenzetting van de organisatie, zoals deze werkte gedurende de laatste maand van de bezetting en tijdens de bevrijding van het z.g. Peelgebied.

Reeds begin juni 1944 was er een samenwerking tot stand gekomen tussen groepen K.P., R.V.V. en een kleine groep O.D. Vooral K.P en R.V.V. waren reeds lang georganiseerd.

Groep Eindhoven mag ik hier vooral noemen Frits, Louk, Theo Bom en de promotor P.A.N. Eddy, die deel uitmaakten van de Staf. Heel veel hebben wij besproken in de panden Distelstraat en Lakerstraat!

De samenwerking was inderdaad allerhartelijkst en er groeide een bijzondere achting en vriendschap. Toen ik mij dan ook meer bezig hield met de hergroepering, bleek dat wij op elkaar konden bouwen. Jammer, dat deze goede verstandhouding niet bestendigd kon worden, na de bevrijding ging ieder zijns weegs, terug naar zijn eigen zorgen en belangen, waarvoor hij moest opkomen.

Mijn rayon strekte zich uit van Budel tot Gerwen en verdeeld in 6 districten. 

Rayon I. Kortweg genaamd R.I. omvatte de streek Budel-Maarheeze

 Groep De Raaf ( Graaf ) een sabotagegroep, welke voortgekomen is uit K.P. plm.15 man. 

Rayon II. Geldrop en omstreken. 2 militaire groepen plm. 22 man. 

Rayon III. Someren-Heeze. 

 Groep de Raaf plm- 9 man. 

 Groep Hertog plm- ll man. Beide actieve-sabotage groepen. 

Rayon IV. Leende, Sterksel, Neder-Strijp. 

 Groep Hertog plm. 6 man. Sabotage groep.

 Groep Amtink plm. 17 man. Verzetsgroep.

 Vliegende brigade groep Hertog plm. 10 man. 

Rayon V. Lierop-Asten. 

 Groep Wim-Koos. Plm. 20 man. actieve verzets-sabotage groep. 

Rayon VI. Nuenen-Gerwen, welke groep werd overgedragen aan Staf Eindhoven. 

Naderhand voegde zich de groep Valkenswaard bij Staf D.O. De Staf D.O. bestond uit de navolgende mensen: Districts commandant John Dankelman ( in 1947 res. luit. kolonel Th. J. A. Doove) Adjudant: Peter Gerrits
Ordonnance: W. Breuker en Frits Barends
Radiotelegraphist: P. Kraayenveld.

In augustus 1944 werden de diverse posten betrokken. Bewapening liet veel te wensen over. Mijn commandopost werd ingericht op het terrein de Bijenkorf, een buiten van den heer Pijnenburg [Familie Pijnenburg is groot geworden in ontbijt- ofwel peperkoek en banket. De koekfabriek had de naam De Bijenkorf ], die van de acties op de hoogte was, en direct zijn goedkeuring gaf voor het gebruik van het terrein. Speciale vermelding mag hier worden gemaakt voor de wijze waarop hulp werd ondervonden van de families Boex en van Dijk, die alhoewel wetende wat de gevolgen zouden zijn, indien bekend werd dat hulp werd verleend aan sabotagegroepen, toch zorgden voor warme maaltijden en onderdak.

Op de allereerste plaats moest gezorgd worden, dat deze diverse groepen behoorlijk bewapend en uitgerust werden. Daarvoor heeft menige Duitser onvrijwillig zijn wapen moeten af staan, zodat begin augustus 1944 kon worden gezegd, dat allen behoorlijk van wapens waren voorzien.

De allereerste opdracht was het vertragen van de terugtrekkende Duitse legeronderdelen, waarbij vooral gedacht werd aan het buit en onklaar maken van rijdend materieel, wapenen, benzine enz., het opblazen van spoorwegen, het onklaar maken van spoorseinen, het in brand steken van Duitse voorraden. De Buitenwereld heeft hiervan weinig gemerkt.

Ik moet echter vermelden, wat dit vooral sabotage-acties waren, waarbij levensgevaar werd gelopen, dikwijls heb ik bij mijzelf afgevraagd, of de risico's, welke dan werden genomen, hun . vruchten in de toekomst wel zouden afwerpen. 

Vooral de groepen Heeze en Lierop hebben zich bij het actieve sabotage werk buitengewoon onderscheiden, doch die in de bezetting de meeste verliezen hebben geleden. Toen het er dan ook op aankwam om gevaarvolle opdrachten te doen uitvoeren, waren het steeds deze groepen, die werden uitgezonden.

Dikwijls heeft de staf haar schuilplaats moeten wijzigen en resideerde achtereenvolgens te Geldrop, Mierlo, Lierop en Heeze, doch keerde uiteindelijk tot het oude stafkwartier te Mierlo terug, van waaruit operaties werden geleid.

Ik mag tevens de gewonden uit mijn groep een eresaluut brengen, mensen die thans reeds lang zullen zijn vergeten, daarboven de gesneuvelden, waaraan zeer zeker niemand meer denkt en ik denk hierbij in het bijzonder aan de Amerikaanschen piloot Frank Doucette, Sergt. Gunner, die op 19 augustus 1944 bij een verzetsactie in een gevecht met de Duitsers sneuvelde en in alle stilte 's nachts op het kerkhof te Lierop ter aarde is besteld.

Van onze Engelse vrienden piloten, parachutisten, die in het kamp Lierop waren ontvingen wij de technische kennis voor het gebruik van moderne wapenen. In dit kamp hebben zich tientallen piloten opgehouden, waarvan de laatste Horrace F. Bradshaw, Lieutenant Pilot zich na de bevrijding op 20 september heeft gemeld. De gemaakte krijgsgevangenen werden eveneens in dit kamp ondergebracht, indien althans een begrafenis niet noodzakelijk was.

Zoals gezegd de werkzaamheden van de actieve sabotage groepen bestonden hoofdzakelijk uit het onklaar maken van de spoorwegen, het in brand steken van Duitse voorraden. Het doorzagen van ondergrondse Wehrmacht telefoondraden, terwijl de verzetsgroepen zorgden voor het benodigde aantal wapenen.

In denk b.v. hier aan de nacht, dat wapenen gedropt zouden worden op Willem III. Ondanks het feit dat was doorgegeven, dat dit terrein onbruikbaar was n.l. in beslag genomen door een radiozender SS. met ongeveer 80 à 100 man bezetting, werd toch prompt gedropt. De wapens zijn dus midden tussen de vijand gekomen, die hiervan een dankbaar gebruik heeft gemaakt. Tocht werd opdracht gegeven te trachten deze wapenen te bemachtigen. De groep was echter te klein en te slecht bewapend om tot openlijke strijd over te gaan. Daarom werden de Duitsche Wehrmachts wagens, welke in de omgeving stonden behoorlijk gesnuffeld en alles wat bruikbaar was tot buit verklaard. Hierbij waren ook verschillende automatische machinegeweren.

Bij het neerlaten van de parachutisten meldde zich ogenblikkelijk de commanding officer op mijn stafkwartier te Mierlo, waarbij door mij de opdrachten in ontvangst genomen werden, welke hoofdzakelijk bestonden uit het zuiveren van streken voor een directe opmars van belang, het geven van inlichtingen, getalsterkte en weerstandsnesten der Duitsers, het direct doen arresteren van Staatsgevaarlijke elementen, waarbij niet gedacht is aan NSB'ers, doch aan die personen, die gevaar kunnen opleveren door het overbrengen van berichten naar de Duitsers, zoals dit is geschied door Notaris Hoffmann.

Als anekdote mag ik hier nog vermelden, dat aan een van mijn groepen opdracht werd gegeven de spoorlijn naar Weert van haar verbindingsstukken te ontdoen. Door een klein misverstand gingen hierop twee groepen erop uit. Een groep van vier man uit Lierop, en een groep van vier man uit Heeze. Groep Heeze was druk aan het werk, ondanks de spoorlijn-patrouille van de Duitsers, totdat zij op een gegeven moment bijna recht tegenover zich vier mannen zagen opduiken, waarop beide groepen dekking zochten. Dit heeft enige tijd geduurd totdat men tot de ontdekking kwam, dat men hier met een nevengroep te maken had, die op dezelfde plaats de verbindingsstukken zou verwijderen. Dit is ook gezamenlijk gebeurd. 

Ik denk tevens aan het in brand steken van stroo-pakken, welke voor de Duitsers van belang waren voor het maken van “auto-boxen” en schuilplaatsen, voor al in de omgeving van Leende en Asten, waar grote voorraden van deze pakken door middel van phosfor werden vernield.

Ook de asbussen van spoorwagons, welke een rijke lading aan gestolen goederen inhielden, werden onklaar gemaakt, waardoor het heel dikwijls gebeurde, dat deze wagons op dood spoor gereden.

Midden in de actie werd een Duitse munitietrein op de weg Geldrop-Helmond onder mitrailleurvuur genomen. In de bossen aldaar bevonden zich verscheidene groepen o.a. de radio zend installatie. De Duitsers moesten een goed heenkomen zoeken en een plaats waar zij hun gewonden konden deponeren. Hierbij ging onze radiozender verloren, daar de overmacht te groot was en in een bebouwde gemeente ook niet tot openlijke strijd kon worden overgegaan. Er werd ons n.l. de verzekering gegeven, dat bij enige weerstand van partisanen het dorp zou worden uitgemoord. Deze verantwoording heb ik niet op mij durven nemen, zodat het terrein van een actie werd verplaatst naar de Leenderheide, waarbij verscheidene Duitsers krijgsgevangen werden gemaakt.

Tevens werd aan de groepen in opdracht van de counterintelligence opdracht gegeven voor het bewaken van de enige weg, waarlangs de Duitsers een tegenaanval zouden kunnen ondernemen, en ook inderdaad hebben voorbereid. Engelse troepen trokken zelf terug, doch gaven one de beschikking over één tank, waarmee wij twee dagen en twee nachten de betreffende dorpen hebben moeten beschermen.

Tevens kregen wij vlak voor de bevrijding opdracht tot het uitvoeren van beveiligingsmaatregelen, hoofdzakelijk de bewaking van geallieerd oorlogsmaterieel, het verschaffen op kaart van inlichtingen aan de counterintelligence terwijl bovendien de groep Valkenswaard, die zich daarna op mijn stafkwartier meldde, actief werd ingezet bij de bevrijding van Helmond.

Het ingaan op finesses zou mij in deze te ver voeren en voor buitenstaanders gaan lijken op sensatie-verhaaltjes. Dit is geenszins mijn bedoeling. Mijn mensen weten wat hier dag en nacht gepresteerd is. Mede namens hen dank ik U allen, die ons in staat gesteld hebben daadwerkelijk te hebben kunnen medewerken aan, zij het in geringer mate, bevrijding van ons Vaderland.

Ik meen met deze kleine uiteenzetting te hebben weergegeven, wat hier door K.P. en R.V.V. allen verzameld in de P.A.N. aan zeer nuttig en effectief werk is geleverd.

De commandanten van diverse groepen beschikken dan ook over waarderingen uitgebracht op papier van diverse geallieerde legeronderdeel commandanten.

Ik mag hieraan nog toevoegen dat uit de kerngroep voor het grootste gedeelte de mannen zijn overgegaan naar de Stoottroepen en de light infantery bataljons, die nu vechten in ons Insulinden [Insulinde was in Nederland populair als koosnaam voor Nederlands-Indië]

Wat na de bevrijding nog onder het motto P.A.N. gedurende maanden heeft gewerkt, behoorde niet meer tot deze groepen en er wordt dan ook dezerzijds generlei verantwoording genomen voor handelingen door dezen gedaan.

De Luitenant-kolonel Th. J.A. Doove.

Voormalig districtscommandant, meer bekend onder de naam van Theo Wieland, John Dankelman, Guus Winkler en Max v.d. Poll.

[opgesteld in 1947]

[Dit verslag en andere documenten is te downloaden/ lezen op:
https://www.eindhoven4044.nl/4/Verslag_TheoJA_Doove_verslagen_Geldrop.pdf ]