Sinterklaasbombardement

zondag 6 december 1942

Sinterklaasbombardement

Over het Eindhovense Sinterklaasbombardement zijn diverse boeken en artikelen geschreven. Al die kennis ga ik niet opnieuw behandelen. In dit artikel krijgen twee gebeurtenissen, die relatief onbekend zijn, extra aandacht. Allereerst de vraag waarom PSV plotseling van speeldag veranderde, van de zondag naar de zaterdag. Daarnaast de grote nazi-bijeenkomst met zo'n 600 tot 650 personen in het Philips Ontspanningsgebouw op die zondag 6 december.
Daarnaast is een verhaal van Peter Snellen over de brandweer toegevoegd, waarin ook de grote lijnen van het bombardement worden behandeld.

Sinterklaasbombardement

Het Sinterklaasbombardement was een grootschalig geallieerd bombardement op de Philipsfabrieken in Eindhoven. Het werd op zondag 6 december 1942 uitgevoerd door de Britse Royal Air Force (RAF). De aanval vond een dag na Sinterklaas plaats, vandaar de naam die in het volksgeheugen is gegrift. De officiële militaire codenaam van de missie was Operation Oyster.

Het doel van Operation Oyster was om de productiecapaciteit van Philips met een precisieaanval uit te schakelen en zo de Duitse oorlogsvoering te verzwakken. De aanval was gepland op donderdag 3 december, maar door mist uitgesteld naar de volgende dag: vrijdag 4 december. Omdat het die dag nog steeds mistig was, koos de leiding voor 6 december, een zondag. Dat was, toevallig en gelukkig voor Eindhoven, een vrije werkdag.

Op zondagmiddag, rond 12:30 uur, vlogen de bommenwerpers op zeer geringe hoogte over de stad om hun bommen af te werpen op de fabriekscomplexen aan de Emmasingel en op Strijp-S. De aanval duurde minder dan 15 minuten. De fabrieken werden zwaar getroffen en de productie werd voor een periode stilgelegd. Na een half jaar was de productie echter weer op gang gebracht omdat relatief weinig productiemachines waren vernield.

Ondanks de poging tot een precisieaanval overdag waren de gevolgen voor de stad Eindhoven desastreus. Door de lage vlieghoogte en de snelheid van de operatie kwamen veel bommen niet op de fabrieken, maar in de omliggende woonwijken terecht. Met name de wijken Demer en Fellenoord werden zwaar geraakt. Ook het Binnenziekenhuis werd getroffen.

De menselijke tol was hoog. Onder de Eindhovense burgerbevolking vielen circa 138 doden en 161 gewonden. Daarnaast werden 107 woningen en 96 winkels verwoest, waardoor velen hun huis verloren.

Het precieze aantal omgekomen Engelse bemanningsleden is onduidelijk. De schattingen lopen sterk uiteen: van 14 (Boek Ad Hermens p.214) tot wel 62(Engelse wikipedia), met een tussenliggende schatting van 46 (tracesofwar.nl). Het is opvallend dat veel artikelen geen melding maken van slachtoffers onder de bemanning.
Van de 94 Britse vliegtuigen die aan de aanval deelnamen, keerden er 14 niet terug en raakten er 53 beschadigd.

Daarnaast kwamen er zeven Duitse militairen om het leven die met afweergeschut op de gebouwen waren gestationeerd.

Tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog moesten veel organisaties, waaronder de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond, het predicaat 'Koninklijk' laten vallen. Dit was een bevel van de bezetter, die alle verwijzingen naar het Nederlandse koningshuis wilde verwijderen, zodoende  N.V.B.

Een dag vooraf wijziging in speeldatum PSV

Volgens de planning van de (K)NVB zou PSV op zondag 6 december thuis tegen Spekholzerheide (Spekhei) spelen. Een dag van tevoren werd die planning echter omgegooid, zo meldde de krant van 5 december. Deze schreef: "De Limburgers hebben gereclameerd. Ze zouden met een onvolledige ploeg in het veld moeten treden, terwijl zij thans nog een mooie kans op den titel hebben."

Deze belangrijke wedstrijd werd dus plotseling op een zaterdag gespeeld. Was het een gelukkig toeval dat de wedstrijd een dag naar voren werd gehaald? Of kwam er van hogerhand de opdracht: "speel maar een dag eerder"?

Normaal gesproken werden competitiewedstrijden op zondag gespeeld. Dit gebeurde overdag, omdat verlichting 's avonds tijdens de bezetting verboden was en het in de wintermaanden al vroeg donker is. Een zaterdag was als speeldag ook niet ideaal, aangezien veel mensen op zaterdagochtend nog werkten en scholieren naar school gingen.

PSV Station in 1942
Een stilstaand beeld uit de filmbeelden [YouTube] tijdens de Engelse aanval zijn gemaakt. De bommen vallen 1 á 2 seconden later in het centrum van Eindhoven.

Gelukkig speelde PSV op zaterdag 5 december en niet op zondag 6 december 1942, tijdens het "Sinterklaasbombardement".

Het Sinterklaasbombardement begon op zondag 6 december om 12.30 uur in Eindhoven. Als PSV die zondag had gespeeld, waren er aanzienlijk meer mensen in het centrum geweest en zouden er waarschijnlijk meer slachtoffers zijn gevallen. PSV had echter al op zaterdag 5 december de thuiswedstrijd gespeeld tegen Spekholzerheide, ook bekend als Spekheide. De officiële clubnaam was SV Juliana, maar deze was door de Duitse bezetter verboden. Men moest spelen onder de plaatsnaam van de club. Spekholzerheide was destijds een dorp bij Kerkrade. Verwijzingen naar namen van het Koninklijk Huis waren sinds 1942 niet meer toegestaan.

De wedstrijd tussen EVV Eindhoven – Maurits, die wel op zondag 6 december werd gespeeld aan de Aalsterweg, werd afgelast vanwege de bombardementen, de branden en verwoesting in de binnenstad. Ook de wedstrijd RPC 3 - SPC 3 (Sportvereeniging Picus) werd gestaakt.

Tussen het Philips sportpark en Philips fabrieken is een a twee seconden met een vliegtuig

De Kinderlandverschickung (KLV) werd al sinds 1933 door de NS-Volkswohlfahrt (NSV) georganiseerd en was oorspronkelijk bedoeld om behoeftige kinderen een recreatieve reis mogelijk te maken. Vanwege de toenemende bombardementen moesten vanaf september 1940 de kinderen in de leeftijd van drie tot veertien jaar uit de door luchtaanvallen bedreigde steden naar veilige gebieden worden geëvacueerd. In de KLV-kampen vond ideologische indoctrinatie plaats in de geest van het nationaalsocialisme.

Nazi-bijeenkomst in Philips Ontspanningsgebouw op 6 december

Op zondagochtend 6 december 1942 organiseerde de Hitler-Jugend een propaganda-evenement in het Philips Ontspanningsgebouw in Eindhoven. Tijdens deze bijeenkomst werd handgemaakt speelgoed overhandigd aan de NSV (Nationalsozialistische Volkswohlfahrt), de Duitse winterhulp. Het speelgoed, gemaakt door kinderen van de Hitler-Jugend uit de regio Eindhoven, waar ook Tilburg, Helmond en alle andere Brabantse steden onder vallen, was bestemd voor de kinderen van Duitse soldaten die aan het front vochten.

De foyer was gevuld met het speelgoed en de bijeenkomst werd bijgewoond door diverse hooggeplaatste functionarissen van de NSDAP en de NSV. Er werden toespraken gehouden vol propaganda over gemeenschapszin, zelfopoffering en de strijd voor "levensruimte". De bijeenkomst zou worden afgesloten met een zogenaamde ‘Eintopfmaaltijd’ de zogenaamde eenpansmaaltijd, voor 600 tot 700 leden van de Duitse gemeenschap, opgeluisterd door muziek van de kapel van de vliegbasis (de Fliegerhorstkapelle).

De propagandistische rust werd die middag echter wreed verstoord. Toen de eerste schoten van het zeer nabije afweergeschut weerklonken rond 12.30 uur en het Sinterklaasbombardement op het Philipscomplex begon, wilden velen het gebouw verlaten. Het weinige aanwezige personeel van de Luchtbeschermingsdienst (LBD) heeft dit samen met een paar portiers proberen te verhinderen, omdat schuilen in de gangen veiliger was. Bij de tweede aanvalsgolf van de Engelse vliegtuigen brak er ware paniek uit. De meesten waren niet te houden en renden de straat op, waardoor er drie zwaar- en zeven lichtgewonden vielen.

Dit bombardement moet een grote indruk hebben gemaakt op de aanwezige Duitse bezetter. 
Dat ze zelf het front die middag meemaakte was voor de Duitse "gasten" een niet te vergeten ervaring. Eindhoven was nu voor hun een bedreigde stad.  
Die middag werd duidelijk dat de oorlog nog niet was gewonnen en de muziekkapel was die middag wel uitgespeeld.

Deze bijeenkomst werd bijgewoond door prominente figuren binnen de Nederlandse nazi-organisaties, waaronder: Fraulein Hilde Figue, leider van de Hitlerjugend in de regio Eindhoven (KreiStelle Eindhoven).
De heer K. Krebbers, de lokale leider van de NSDAP (de nazi-partij).
De heer Ulrich, leider van de Nationalsozialistische Volkswohlfahrt (NSV), een nazi-organisatie voor sociale welvaart.
De heer Pöthig, Kreisgeschaftsfuehrer van de NSDAP.

Bronnen:
Dagblad van het Zuiden op 8 december 1942
Luchtaanvallen op Eindhoven en Philips 1940-1945, deel 1, Ad Hermans, p.405 

 Philipsfabrieken, PSV sportpark en ontspanningsgebouw (witte gebouw in verlengde van voetbalveld)
Foto is van na de oorlog.

Na de bommen

De middag van 6 december werd onder andere het Philips Ontspanningsgebouw gebruikt voor de eerste opvang van gewonden, doden en getroffenen.

Een uitgebreid verslag Feik Fast van die dag en de dagen erna is te lezen in zijn dagboek:

Het Sinterklaasbombardement van Eindhoven, 6 december 1942
Door Peter Snellen

Op 6 december 1942 werd Eindhoven getroffen door een onverwachte maar vooral onaangename verrassing. De Engelse 'Operation Oyster' zaaide dood en verderf in de Lichtstad. De Philipsfabrieken waren het doel, omdat hier materialen voor de bezetter werden gemaakt, maar ook de burgerbevolking van de stad werd zwaar getroffen.

Het waarom

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Philips gedwongen om onder meer radiobuizen te produceren voor het Duitse leger, dat grote hoeveelheden afnam. Hoewel men in Eindhoven hoofdzakelijk verouderde buizen van niet al te beste kwaliteit leverde, had men in Engeland vernomen dat er een nieuw type radiobuis was ontwikkeld. Er was angst dat de Duitsers ook dit type in handen zouden krijgen. Daarom was er contact opgenomen met de Nederlandse regering in Engeland met de vraag of men ook in Nederland zou mogen bombarderen. Tot ieders verbazing was het antwoord positief. Al in november waren er vanuit Engeland waarschuwingen naar Nederland gestuurd dat belangrijke industrieën (zoals de Rotterdamse havens en Philips) gebombardeerd konden worden. De aanval stond gepland voor de woensdag voorafgaand aan 6 december, maar slecht weer gooide roet in het eten. De aanval werd verplaatst naar de vrijdag, maar het weer was nog niet opgeklaard. Daarom viel de bommenregen uiteindelijk op zondag 6 december 1942.

De aanval

Tussen 12.30 en 12.40 uur voerden 47 Ventura's, 36 Bostons, 10 Mosquito's en een aantal vliegtuigen van een jagerescorte een verrassingsaanval uit op de hoofdkantoren en de lampen- en radiobuizenfabrieken van Philips. Dit escorte zou de bommenwerpers beschermen op hun terugweg naar Engeland. Daarbij werd (volgens Zwanenburg) 45 ton aan brisantbommen en nog eens 10 ton aan brandbommen afgeworpen. Dit zou in drie golven zijn gebeurd: twee hevige en één minder hevige aanval. De Duitsers rapporteerden dat er 360 brisantbommen en 800 brandbommen zouden zijn afgeworpen. De exacte cijfers lopen uiteen, maar het is duidelijk dat er sprake was van een zeer grote luchtaanval.


De aanval kwam als een donderslag bij heldere hemel. Luchtalarm werd blijkbaar niet gegeven, want toen de telefoniste rond 12.30 uur vanuit Den Bosch een bericht kreeg om luchtalarm te geven, werd dit gesprek al verstoord door het geluid van de laag overvliegende Engelse bommenwerpers en het Duitse afweergeschut. Direct daarna viel de elektriciteitsvoorziening uit en werkten de sirenes niet.

Hoewel de Philipsfabrieken het doel waren, werden ook grote delen van Eindhoven zwaar getroffen. Veel bommen kwamen in de omliggende woonwijken terecht. Naast de fabrieken liepen ongeveer 4400 panden schade op, waaronder 107 huizen en 96 winkelpanden die volledig werden verwoest. De belangrijkste winkelstraat van Eindhoven, de Demer, lag volledig in puin.

Aanvankelijk rapporteerden de bezetters dat er één Duitse militair was omgekomen en 25 militairen gewond waren. Onder de burgers werden op dat moment 89 doden en circa 300 gewonden geteld. In de bijgestelde rapportage van 15 december 1942 (eveneens van de Duitse bezetter) werd melding gemaakt van 7 doden onder Wehrmacht-personeel en nog eens 18 gewonden. Onder de burgerbevolking waren volgens dat rapport op dat moment 109 doden te betreuren, 95 zwaargewonden en 87 vermisten. Uiteindelijk kwam het definitieve dodental uit op 138 en het aantal gewonden op 161. Van hen vielen alleen al 28 doden in het Catharinaziekenhuis, dat midden in de stad lag en door een bom werd getroffen. Tien vermiste personen in het ziekenhuis zijn nooit meer teruggevonden.

Hulpverlening
Eindhoven had in die tijd twee brandweerposten: één in het centrum aan de Paradijslaan en een tijdelijke aan de Broekscheweg. Anderhalf jaar eerder was er een beroepsbrandweer opgericht, die in twee ploegen van 24 uur diensten draaide. Het beroepskorps beschikte over twee autospuiten, enkele motorspuiten, een autoladder en personeelswagens. Daarnaast was er nog een vrijwillige brandweer die ook werd ingezet.

Gezien de 'bijzondere omstandigheden' werd het beroepskorps bijgestaan door een zogenaamde Luchtbeschermingsbrandweer. Deze manschappen waren gehuisvest in stadswijken (de zogenaamde vakposten). Stratum had twee vakposten, en Gestel, Tongelre, Strijp en Woensel elk één. Deze vakposten waren allemaal uitgerust met een trekkend voertuig (meestal een 'gehuurde' bestelwagen) en een motorspuit.

Ook Philips had een eigen brandweerkorps en aanvullende 'beschermingsdienst', die later de Bedrijfszelfbeschermingsorganisatie (BZB) zou worden. De Philipsbrandweer had twee posten, verdeeld over de twee industrieterreinen. Beide posten beschikten over modern materieel, zoals auto- en motorspuiten.

Daarnaast had Eindhoven een grote luchtbeschermingsdienst met onder andere redders en gewondenhelpers (EHBO'ers). Philips had zijn eigen medische dienst, aangevuld met eigen artsen, verpleegkundigen en helpers.

De stad brandt
Op het complex Emmasingel stond het hoofdkantoor van Philips in brand. Ook een garage, schilderswinkel en fitterij stonden in lichterlaaie, maar die branden konden door de bedrijfsbrandweer snel onder controle worden gebracht. De waterleiding van Philips was echter geraakt, waardoor de bluswatervoorziening in gevaar kwam en het hoofdkantoor niet meer te redden bleek. Twee loodsen op dit complex, een expeditieloods en 'gebouw D', stonden ook in brand. Door een autospuit op te stellen bij een bron, kon men met zes stralen de branden in deze twee loodsen aanvallen. Een volgend probleem was het tekort aan brandstof. De gemeentebrandweer sprong bij, waardoor de brandbestrijding kon worden voortgezet. Een lange slangleiding werd het hoofdkantoor binnengerold en men slaagde erin nog wat belangrijke zaken veilig te stellen, waaronder de sigaren van meneer Philips, die vervolgens door de dankbare directeur onder de brandweerlieden werden verdeeld. Ondanks alle problemen konden de voertuigen om 10 uur 's avonds naar andere locaties worden verplaatst om daar bij te springen.

Op het complex Strijp werden onder meer het ketelhuis, de Philitefabriek, apparatengebouwen, papier- en cartonagefabrieken, een magazijn en de bedrijfsschool getroffen. Ook enkele huizen in de omgeving hadden vlam gevat. Op maandagochtend rond vijf uur werd het sein 'brand meester' gegeven, maar er moest nog dagen worden nageblust.

Buiten de Philips-complexen stond de gemeentebrandweer voor een bijna onmogelijke klus. In en om het centrum waren er branden op de Demer (78 getroffen panden), Emmasingel, Frederiklaan, de Jonghlaan, de H. Geeststraat, de Kanstanjelaan (9 panden), Prins Hendrikstraat (8 grote branden), Maria-Stuartstraat (zo'n 20 brandende huizen), Mathildelaan (8 panden) en de Sophiastraat. Aan de andere kant van de spoorlijn waren de Oude en de Nieuwe Bogert getroffen (met in totaal zo'n 35 getroffen panden), de Boschdijk (11 panden), Harmoniestraat, Wattstraat, de van Kinsbergenstraat en de Edisonstraat (in de laatste twee al meer dan 20 getroffen panden). Op nog veel meer plaatsen was er sprake van geringere schade, kleine branden en/of instortingen.

Hulp van buitenaf
Het was al snel duidelijk dat Eindhoven dit niet alleen aankon. Hulp van brandweerkorpsen uit diverse plaatsen kwam snel. Den Bosch stuurde in een vroeg stadium een voertuig met motorspuit, gevolgd door Valkenswaard en Aalst-Waalre. Helmond, Weert, Breda en Veldhoven stuurden ook een wagen. Op verzoek van Budde (destijds hoofd van de Staatsbrandweerpolitie in Rotterdam en afkomstig uit Eindhoven) werd zelfs een eenheid uit Rotterdam naar Eindhoven gestuurd, waaronder minstens één autoladder en één motorspuit. Ook Tilburg assisteerde in Eindhoven. Zelfs vanuit Limburg kwamen voertuigen van de Staatsmijnen Emma en Hendrik.

Een bekend document (verslag werkzaamheden Luchtbeschermingsdienst) meldt dat er contact was opgenomen met de 'Dienststelle van Major Wölk' en het 'Luftgaukommando Aussenstelle Rotterdam', waarna vijf brandweervoertuigen van de 'Feuerschutzpolizei' naar Eindhoven waren gezonden. In de documenten van de gemeentebrandweer wordt echter melding gemaakt van één motorspuit van de Feuerschutzpolizei. Mondelinge bronnen, zoals de opa van Peter Snellen, hebben echter duidelijk aangegeven dat er meerdere 'donkergroene brandweerwagens' in de buurt van de Philipsfabrieken stonden. Dit zou pleiten voor het aantal van vijf. Mogelijk waren deze afkomstig van het Feuerschutzpolizeiregiment 2 'Hannover', dat destijds in Rotterdam was gelegerd.

Tot slot
Het duurde nog dagen voordat de branden definitief uit waren. De bezetter stond nablussing graag toe, want de enorme rookwolken boven de stad waren de beste gidsen voor geallieerde vliegtuigen. Er is keihard gewerkt, met beperkte middelen, een slecht functionerende waterleiding en een tekort aan brandstof. Het improvisatietalent van de helpers werd ongetwijfeld op de proef gesteld. Dit geldt niet alleen voor de brandweerlieden, maar ook voor de andere helpers die de vele gewonden en doden uit de ingestorte woningen moesten halen.

Hoewel het bombardement nooit vergeten is, heeft Eindhoven de geallieerden nooit iets kwalijk genomen. 
Het bombardement leeft nog altijd in Eindhoven, ondanks het feit dat de meeste mensen die het aan den lijve hebben ondervonden, er niet meer zijn. Maar omdat het zo’n enorme impact op de stad en haar bewoners had, leven de verhalen nog altijd, ook onder de generaties die er toen nog niet waren.

Bronvermelding bij dit artikel
* Diverse artikelen uit het Eindhovens Dagblad / Groot Eindhoven e.d.
* Korthals-Altes, A: Luchtgevaar; Amsterdam 1984
* Snellen, P. & Pero, J.: De brandweer van de Lichtstad; Grave 1992
* Haase, J. & Jarausch, D: Die Feuerwehr Regimenter im Zweiten Weltkrieg; Stuttgart 1990
* Hermens, A.: Luchtaanvallen op Eindhoven en Philips; Geldrop 2002
* Zwanenburg, G.J.: En nooit was het stil; Den Haag 1990

Bronnen

Lijst slachteroffers bij stichting 18 september 
https://stichting18september.nl/6-december-1942-sinterklaasbombardement

https://roblepair.nl/2011/09/14/een-nieuwe-operation-oyster-krijgt-gestalte


Youtube diverse filmpjes
https://www.youtube.com/watch?v=DakGZPoORjU



Boeken:
75 jaar 'Sinterklaasbombardement' 1942-2017 : Philips en de productie van radiobuizen tijdens W0 II ; balanceren tussen aanpassing en verzet
Auteur: Hans Schippers
Uitgave: Optima : Vianen, 2017
Pagina's: 62, Met lit.opg
ISBN / ISSN: 978-94-92396-03-7 /

Luchtaanvallen op Eindhoven en Philips, 1940-1945 : feiten en achtergronden over de luchtaanvallen tijdens de periode 1940-1945 ; deel 1 (2 delen)
Auteur: Ad Hermens
Uitgave: s.n. : Geldrop, 2002
Pagina's: 432
ISBN 9080207438

Operation Oyster : The Daring Low Level Raid on the Philips Radio Works
Auteurs: Kees Rijken, Paul Schepers en Arthur Thorning
Uitgave: Pen & Sword : Barnsley (Eng.), 2014 (herdruk 2022)
Pagina's: XII, 227 p. ,ill. ; krt. ; tab.
ISBN 9781473821095
ISBN: 978-1-399-01976-7 (herdruk paperback)

Twee over half één
Serie Toen & Hier Eindhoven aflevering: Klokgebouw
Auteur: Suzanne Wouda
Geïllustreerd door Rik Stabel
Pagina's 64
EAN 9789491992100
Uitgave: 2018
(opmerking Jeugdboek 9+)

Operation Oyster - Sinterklaasbombardement
De dag dat Eindhoven zijn hart verloor. 6 december 1942
Auteur:  Rieks Holtkamp
Pagina's: 112
Uitgave: 2011

De film Oyster 1942
In 2018 zijn de plannen openbaar gemaakt om een speelfilm te maken over Operation Oyster. In 2018 een teaser gepresenteerd en waren de makers bezig  met het werven van fondsen en sponsors. Ze hoopten destijds in de zomer van dat jaar te beginnen met de opnames. Echter, er zijn sindsdien geen nieuwe updates meer verschenen over de status van de speelfilm. Het lijkt erop dat het project is stilgelegd of dat de productie flinke vertraging heeft opgelopen.
https://oyster1942.nl