Witte Dorp in oorlogstijd 1940 - 1944

De vroegste herinneringen van de bewoners van het eerste uur aan het Witte Dorp vallen veelal samen met oorlogsherinneringen. Herinneringen aan zingende Duitse soldaten die door de straat marcheerden naar een van de gaarkeukens in de wijk. De Duitse adelaars, die de Grüne Polizei in een soort mozaïek van rode en witte steentjes in de voortuinen hadden aangelegd. En na de bevrijding de ingekwartierde Engelsen, Amerikanen en Canadezen die bij de tankrepairshop op het werkten. De files tanks die vanaf de Burghstraat tot aan de Jorislaan stonden geparkeerd. De soldaten die chocola en biscuitjes aan de kinderen uitdeelden, de emmertjes vlamkolen op de stoep, de bevrijdingsfeesten op het feestelijk verlichte Burghplein.

Een van de mooiste huizen in het Witte Dorp, alleen in de oorlogsjaren 1940 -1944 is het pand een periode het woonhuis voor de Staf van Oberinspector (Staf hoofdinspecteur): Schieweck, Burghplein 9. Het huis is een rijksmonument.
Gebouwd volgens de architectuur van Willem Dudok.

Grüne Polizei in het Witte Dorp 1940 -'41


In het eerste oorlogsjaar worden de meeste leegstaande huizen in het Witte Dorp (Tuindorp De Burgh) door de bezetter gevorderd om er manschappen van de Grüne Polizei te huisvesten, zo'n twee bataljons, 500 man Schütz-polizei en paarden zijn dan ingekwartierd.

In het eerste oorlogsjaar stonden, met name in de Petrus Dondersstraat, 2e Wilakkersstraat, St. Odastraat en op het Burghplein, nog zo'n veertig van de in totaal 262 woningen leeg. De meeste leegstaande huizen werden door de bezetter gevorderd om er manschappen van de Grüne Polizei te huisvesten. Een Duitse medische dienst was op nummer 35 van Petrus Dondersstraat gevestigd. Burghstraat 3, bezet door Pionier-Erkundigingsstab Holland
Op het garagepleintje was een Duitse gaarkeuken gevestigd en ook in het toen leegstaande huis in de Petrus Dondersstraat, nummer 42, moet een gaarkeuken zijn geweest, ook in St. Odulphusstraat 6. Lies van Tuyl, die in 1938 met haar ouders in een van de hoekhuizen in de Odulphusstraat kwam wonen vertelt: "Dan kwamen de Duitse soldaten zingend aangemarcheerd met een pannetje in hun hand en dan marcheerden wij met hen mee." De Duitsers gingen hun eten in de verschillende gaarkeukens halen, maar soms ook werden veldkeukentjes ingericht in de gangetjes achter de huizen. Dan werd de bel geluid, ten teken dat het eten klaar was.

Joodse bewoners van het Witte dorp

In de wijk woonden relatief veel Joden, zo'n 61 personen en bijna allemaal zijn geholpen met onderduiken en de meesten overleven de oorlog. Twaalf Joodse personen komen om in vernietigings- of concentratiekamp. Waaronder Kurt en Ellen Vogel. 
Lies van Tuyl was er als klein meisje getuige van hoe het joods echtpaar Vogel door de Duitsers werd gedeporteerd uit St. Odastraat 22. "Het was 's morgens heel vroeg. Ik was wakker geworden en toen ik naar buiten keek, zag ik overal Duitsers die op het huis afliepen. Mijn moeder heeft me toen bij het raam weggetrokken. Het moet in 1942 zijn gebeurd. De familie Vogel had nog een dochtertje, Ellen-Marie tien jaar, zij was opgenomen in het pensionaat Catharinaberg in Oisterwijk. Ze hebben haar geholpen met onderduiken. Later zit zij ondergedoken in de St. Maartenskliniek in Nijmegen. Zij heeft de oorlog overleefd en is in 2011 in Nijmegen overleden.
Zie overzicht onderaan.

Alle leeg gekomen woningen zijn daarna door Duitse soldaat in het huis getrokken en later NSB-ers

Joodse gezinnen of personen

Joodse bewoners 1940-1943 Witte Dorp
Bron: Boek-Joodse-gemeenschap-06-2010.pdf geschreven door Phocas Kroon, 2010

Kies voor 20 "entries per page"

aantal naam Adres tijdens 1938-1944 gebeurtenis Overleven Plaats
9GodkewitschOdulphusstraat 6ondergedoken8 overleeft1 overleden
3Israel Odulphusstraat 6ondergedoken3 overleeft 
2Dam/ HaasOdastraat 9ondergedoken2 overleeft 
2Feiner/ GrünbaumOdastraat 11ondergedoken2 overleeft 
4Weij /VogelOdastraat 22ondergedoken/
opgepakt
2 overleeft2 overleden
5Kan / Behrends1e Wilakkerstraat 26ondergedoken1 overleeft 
1StritterSt. Jorislaan 15ondergedoken1 overleeft 
5EisnerP. Dondersstraat 9ondergedoken3 overleeft2 overleden
9GrünfeldP. Dondersstraat 5ondergedoken9 overleeft 
5Hes /RijskindP. Dondersstraat 53ondergedoken4 overleeft1 overleden
 1MeijerP. Dondersstraat 26ondergedoken1 overleeft
 3Olman P. Dondersstraat 22ondergedoken3 overleef
 2RosenfeldP. Dondersstraat 5ondergedoken2 overleeft
 6Wertheim/CohenP. Dondersstraat 24ondergedoken2 overleeft4 overleden
 2WolfP. Dondersstraat 41ondergedoken1 overleeft1 overleden
 1Eisner Burghstraat 7ondergedoken1 overleden
 1MannBurghstraat 6ondergedoken1 overleeft
Resultaat invoerveld gefilterd uit invoervelden

Mei 1940: Grüne Polizei vordering van huizen in het Witte Dorp.
2e Wilakkersstraat 5 Eindhoven, Duitse soldaat bewaakt dit huis.
(foto www.hetwittedorp.nl)

Duitse wehrmacht op dak Philips met op de achtergrond gashouder en Sint-Catharinakerk.

"Wir müssen uns razieren".

Mevrouw Ophoff, die sinds 1939 in de 1e Wilakkersstraat nummer 14 woont, kan zich nog opwinden over de Duitse die op betaaldag iedere week ongevraagd plaats namen op het houten tuinameublement in haar voortuin. Mevrouw Ophoff: "Hondsbrutaal waren ze. In het eerste jaar van de oorlog stopten er bussen met Duitse muziekbands hier in de straat. Die Duitsers belden huis aan huis aan. Doe ik open, staat er zo'n Duitser voor de deur die snauwt "Wir müssen uns razieren". Ja, wat moet je dan doen? Dus stond zo'n Duitser zich even later in jouw badkamer te scheren."

veroordeling van  brandweer kapitein Schmeink

De echtgenoot van mevrouw Ophoff en een vriend schilderden op een zaterdagavond met oranje menie een groot hakenkruis op de voordeur van een NSB'er, J. Schmeink, die in de 1e Wilakkersstraat 1 woonde. Dit tot grote hilariteit van de mensen die de volgende morgen vroeg naar de kerk gingen. De NSB'er, die ondercommandant, bij de brandweer was, schakelde zijn eigen dienst in om de menie van de voordeur af te halen. Toen dit niet lukte, heeft men er maar de hele voordeur uitgehaald en deze vervangen door een andere.
Schmeink vlucht de dag na Dolle Dinsdag en meent kapitein Schmeink en onderluitenant Fock bij hun desertie de auto van de commandant mee. Op 19 September, daags na de bevrijding wordt hij ontslagen. Later veroordeeld tot internering tot 1 mei 1950 en ontzetting recht om openbare functies te bekleden. 

Nadat de Duitsers in het voorjaar van 1941 waren vertrokken werden de huizen grondig opgeknapt. Daarna kwamen er snel nieuwe bewoners en raakte het Witte Dorp volledig bewoond. De meeste sporen die de Duitsers achterlieten zijn inmiddels uitgewist, maar in een huis in de Petrus Dondersstraat zitten onder het behang nog tekeningen die een Duitse tekenaar daar op de muur ooit aanbracht: een portret van Hitler en een schets van twee soldaten.

In de wijk nemen wel diverse vooraanstaande NSB-ers huizen in zoals Joh. C. A. Vroegindeweij, Burghstraat 27. Hij was voor de NSB, in 1937 Statenlid voor Noord-Brabant. Tijdens de oorlog actief in diverse functie bij: de organisaties Winterhulp en Nederlandsche Volksdienst. Zijn belangrijkste functie was bij Philips als sociaal hoofdvoorman (NSB vakbond) en daarnaast nog redactie-secretaris van "De Opstand", deed de administratie bij het districtsblad van de N.S.B. voor Eindhoven en omgeving. 
Ook SD-er en jodenjager Wolterbeek heeft rond 1941 Burchplein 1 gewoond, op 19 september 1944 in Wattstraat gearresteerd. In 1952 hij vrijgekomen maar twee maanden later overleden. Zo'n 9 andere NSB-ers en 1 Waffen SS-er wonen tot half september 1944 in de Witte Dorp, hun namen zijn bekend bij verzet, O.D. en politie en zij worden korte of langere tijd gevangen gezet.

Kringblad Eindhoven van Joh. C. A. Vroegindeweij, Burghstraat 27 en de latere NSB burgermeester dr. H.A. Pulles.

Bij een verbouwing van een huis in de 2e Wilakkersstraat werden een paar jaar geleden een identiteitsbewijs en een exemplaar van Het Parool van 5 maart 1943 achter een spiegel in de badkamer aangetroffen. Het identiteitsbewijs staat op naam van Leonard Paul Couturier, geboren 11 augustus 1917 te's Gravenhage.
Bij de gevonden spullen zat ook een gekopieerde brief, gedateerd mei 1943 en gericht aan de oudstrijders, waarin hen wordt ontraden zich vrijwillig aan te melden bij de Duitse autoriteiten:

"Ziet gij, zoodra het oogenblik van ophalen is begonnen, kans "onder te duiken", dan moet Gij dat doen. (...) Het is de dure plicht van alle Nederlanders gastvrij te zijn jegens de oud- strijders, die zich door vluchten (onderduiken) aan de greep van onze doodsvijanden onttrekken. Nederlandsche mannen en vrouwen, weest gastvrij en gul jegens allen, die thans genoopt worden huis en haard te verlaten. (...) Nederland zal herrijzen. Laat dat ook uw werk zijn!!"

Waarschijnlijk was Couturier ondergedoken en leefde onder een andere naam de oorlog uit. Hij overleeft de oorlog en hij is 8 mei 1998 overleden.

Verzetshaard Voogd
Het huis van de familie Voogd ( Voogd Dr.J. (Jaap), Petrus Dondersstraat 28) heeft gedurende de oorlog gefungeerd als tijdelijk onderduikadres voor vluchtelingen die op doorreis waren. In geval van nood konden ze via een opening achter de centrale verwarming aan de schuine kant op de tweede verdieping zo naar het huis van de buren toe.

Halverwege de oorlog kreeg een aantal bewoners in het Witte Dorp te horen dat hun huis gevorderd zou worden om er een NSB-gezin te huisvesten. Ze moesten vóór een bepaalde tijd hun huis verlaten hebben en al hun huisraad achterlaten. De heer en mevrouw Voogd, herinneren zich hoe buurtbewoners in een optocht door de gangetjes gingen om de huisraad en andere bezittingen van de mensen die hun huis uit moesten in veiligheid te brengen. Bedden, bankstellen, de keldervoorraad, alles werd op zolders van andere bewoners opgeslagen. In de huizen waar de NSB'ers zouden komen, liet men alleen het hoognodige staan, net genoeg om aan de omschrijving "gemeubileerd" te beantwoorden. September 1944, toen de NSB'ers waren gevlucht, zo'n negen gezinnen en personen, konden de oorspronkelijke bewoners weer in hun huizen terugkeren en hun spulletjes her en der ophalen.
De P.A.N. heeft ook tijdelijk een huis in het Witte dorp gebruikt als hoofdkwartier omdat Willemstraat 26 te bekend was geworden. Een verslag schrijft;  "We hebben nu de zaak verdeeld over de Tuinstraat en het Witte Dorp." Na dolle dinsdag zijn de meeste NSB-ers gevlucht en aantal van hen hadden een huis bezet.

Verzetsmensen in Witte Dorp
Volgens een naoorlogse lijst zijn aantal mensen bekend die zich daadwerkelijk hebben ingezet voor het verzet en of hulp aan onderduikers:

Voogd Dr. J., Petrus Dondersstraat 28 (werkzaam Philips NatLab)
Jonge, W. A. de, Petrus Dondersstraat 17, (Nationaal Steunfonds )
Tops, J.H.A.J.M. Sint Odulphusstraat 10
Kamsteeg, H.J.C. Sint Odulphusstraat 13
Boeke, drs Jan St.Odulphusstraat 25 (Nationaal Steunfonds )
Dam, S.S van Sint Odastraat 9
Veldhoven, H.G. van Sint Odastraat 2 Stratum I
Croes, A.H. 1e Wilakkerstraat 24
Duinker, D.M. 1e Wilakkerstraat 26
Cammelbeeck, Mr. G.J.P., Geldropseweg 152,
Vollenbroek, J.B. Sint Leonardusstraat 1

J. Vollenbroek, Bedrijfsorganisator, St.Leonardusstraat 1 (Gijzelaar)
ir. H.G. van Veldhoven, adj.-dir.Gemeentebedrijven, St.Odastraat 2 (Gijzelaar)

Tuindorp De Burght

Odastraat nabij De Burght

De dag na de bevrijding, op 19 september 1944, hebben Duitse vliegtuigen Eindhoven gebombardeerd. Ook in het Witte Dorp zijn verschillende bommen gevallen. Een paar op het kerkhof in de Burghstraat, op de St. Jorislaan, en een in de tuin van het huis van de familie Taconis in de St. Odastraat, waarbij de schade wonderlijk genoeg beperkt bleef tot een totaal vernield schuurtje. Bij het bombardement kwam de dertienjarige zoon van de familie Van de Barg uit de Burghstraat 35 om.
Mevrouw De Jong, die een paar huizen verder woont:
"De ouders stonden met hun twee jongens in het halletje. Als er een bom naar beneden kwam, hoorde je zo'n fluitend geluid en die jongen heeft waarschijnlijk willen zien wat dat was. Op het moment dat hij door het zijraampje naar buiten keek, ontplofte de bom. Hij kreeg een scherf tegen zijn voorhoofd. Ze hebben hem nog naar het ziekenhuis gebracht dat nu verpleegtehuis De Dommel heet, maar ze hebben hem niet kunnen redden. Als die mensen in de wc waren gaan staan, dan was er niets gebeurd. Van elf, twaalf huizen hier in de straat waren alle ramen er uit. We hebben toen de schuifdeuren eruit gehaald en voor de ramen gezet met nog een paar ijzeren platen die mijn man bij de DAF heeft gehaald."

Mevrouw Ophoff uit de le Wilakkersstraat herinnert zich nog levendig de verwarring die tijdens het bombardement van 19 september ontstond: "De dag ervoor waren we bevrijd en toen we die oranje lichtkogels zagen, dachten we aanvankelijk ook dat het vuurwerk was."

Via het gangetje achter de 1e Wilakkersstraat was via een speciaal gemaakte toegangsdeur een provisorische schuilkelder op het DAF-terrein te bereiken. Mevrouw Ophoff: "De DAF had op het binnenterrein rioleringsbuizen neergezet, met daarin banken. Om de buizen te camoufleren waren ze aan de buitenkant bekleed grasmatten. Als er luchtalarm was, gingen we daar altijd naar toe. En nooit zonder onze geldkist, want daar zaten de bonnen in."

Na het bombardement van 19 september is er op het toen nog onbebouwde terrein, nu St. Nicasiusstraat, een schuilkelder gebouwd, op dezelfde plaats waar Duitse soldaten eerder loopgraven hadden gemaakt.

Tuindorp

Engelse soldaten ingekwartierd bij de familie Ophoff

Van Tuyl

De eerste geallieerde die de heer Van Tuyl op 18 september zag, was een van de Amerikaanse paratroopers die de dag daarvoor tijdens de luchtlandingsoperatie Market-Garden boven Best waren gedropt. "Ik was naar De Burgh gegaan omdat ik gehoord had dat de Duitsers richting Geldrop weggetrokken. Opeens rijst er uit de grond een vent voor me op. 'Where are the Germans?' vroeg hij. Ze hadden overalls aan met niks dan zakken.

En ze deelden maar chocola uit als ze kinderen zagen". De bevrijders, de Amerikaanse paratroopers en eenheden van het Britse Tweede Leger, sloegen hun tenten onder andere op aan de St. Jorislaan, waar de witte huizen toen nog de begrenzing vormden. De dag na de aftocht van de Duitsers over de Geldropseweg, gingen veel kinderen uit het Witte Dorp kijken naar de soldaten die tijdelijk in de tuin bij de Joriskerk bivakkeerden.

Op het DAF-terrein werd een tankherstelplaats ingericht. Vic van Lijf, die in de Burghstraat woonde, weet nog goed hoe files tanks van de Burghstraat tot de Jorislaan op de stoepen geparkeerd stonden. Ook op de weilanden achter het Witte Dorp, de huidige verlengde Petrus Dondersstraat en Leonardusstraat) en rond het vennetje, schuin achter de 2e Wilakkersstraat, stonden tanks. De kinderen maakten hoepels van de in ruime mate voorradige schakels van tankrupsen die ze met een stok voortduwden. En er was niets mooier dan het knopje van de geschutskoepel te mogen bedienen.

De soldaten bakten eieren op de verhitte motorkap van de tanks, terwijl kinderen likkebaardend toekeken. Lies van Tuyl kan zich nog herinneren dat er in de Burghstraat een soldaat op wacht stond bij een tank.

"Hij was nog erg jong, een jaar of negentien, en zocht misschien daarom contact met de kinderen aan wie hij chocola en biscuitjes uitdeelde. Hij heette Harry Wood, zoiets vergeet je niet."

De maag van veel kinderen raakte van streek na het eten van chocola, iets dat de meesten in hun leven nog nooit gegeten hadden.

In de meeste huizen in het Witte Dorp werden Engelse, Amerikaanse en Canadese soldaten ingekwartierd. De echtgenoot van mevrouw Ophoff werd ingeschakeld als contactpersoon omdat hij Engels en Frans (Franssprekende Canadezen) sprak.

Mevrouw Ophoff: "De Amerikaanse en Canadese soldaten hadden het moeilijker dan de Engelsen, want die mochten regelmatig op verlof naar Engeland. Ik heb het meegemaakt dat een van de Amerikanen 's avonds thuis kwam en me huilend om de hals viel, zo diep konden ze in de put zitten. Later zijn de soldaten weer verder getrokken, naar Duitsland. Maar ze hadden het in het Witte Dorp blijkbaar goed naar hun zin, want als ze 48 uur verlof kregen, kwamen ze hier terug om even een bad te nemen.

Witte Dorp of Tuindorp Geldropseweg

Ook bij Van Tuyl zijn verschillende militairen ingekwartierd geweest.

De heer Van Tuyl: "Eerst een Engelse sergeant, Dean, maar dat was maar een week. Daarna hebben hier een paar maanden een Schot en een Canadees, McLeod en Cottingham, gezeten. Tot de unit verder trok, achter het leger aan. Ze hebben nog een tijdje in Aarle-Rixtel gelegen en zijn uiteindelijk in Duitsland terecht gekomen. Die Canadees, Cottingham, had nog met de beren gevochten, daar kon je de littekens nog van zien. Van de Engelsen kregen we eten en brandstof. Iedereen moest een emmer op het stoepje zetten. 

Dan kwam er een wagen van de Engelsen voorbij en werden die emmers vol met vlamkolen geschept."

Bij de familie Voogd werden drie Engelse soldaten ingekwartierd. Tegen Sinterklaas ontstond er een brandje toen de matras van een van hen contact maakte met een accu, die onder het bed was gezet om als voedingsbron voor extra lampen te dienen. Nadat de drie naar de tankherstelplaats op het Burghplein waren vertrokken, haalde mevrouw Voogd wat kapok uit de smeulende matras en draaide er sigaretten van.

Op sinterklaasavond kregen de drie een sinterklaasrijm met toespelingen op het ongelukje met de matras. Bij het gedicht hoorde een pak je sigaretten. Daarin zaten sigaretten met echte tabak én sigaretten met kapok. Zo stonden op die sinterklaasavond in de winter van 1944 drie Engelse soldaten in de Eindhovense Petrus Dondersstraat een sinterklaasrijm te declameren, terwijl ze af en toe een trekje namen van hun kapoksigaretten.

In het fotoalbum van de familie Johansen, die in de Jorislaan woonde, zitten kiekjes van de ingekwartierde Britse militairen, poserend in een makkelijke stoel in de huiskamer of achter de piano. "David en Jerry, at home St. Jorislaan 14", staat er bij de foto's geschreven. In het album zit ook een getekende wenskaart die David ter gelegenheid van de verjaardag van zijn gastvrouw tekende. Daarop het vignet van de tank workshop, een tank en een tekening van het huis dat hem onderdak bood. een gedicht: "It is your birthday today, and many happy returns we wish, to you good health be paid, to you a life of bliss!" Ook bewaard gebleven is een uitnodiging voor een "officers dance" die op 4 maart 1945 in het Churchill theater bij de Tweka-fabriek in Geldrop werd gehouden. "Dress' informal" staat er bij.

Een van de ingekwartierde Engelsen is tot zijn dood, een paar jaar geleden, in het Witte Dorp blijven wonen. Frank Irwin Akroyd trok in september 1944 met de stoottroepen van het
Britse leger, via Valkenswaard, Eindhoven binnen. Daar werd hij ingekwartierd bij de familie Van Bockel op de hoek van de Petrus Dondersstraat. Hij leerde Toos van den Oever kennen die huishoudster was bij Van Veldhoven in de St. Odastraat. Na de oorlog gingen ze een jaar naar Yorkshire in Engeland waar ze in 1946 trouwden om vervolgens weer naar Nederland terug te keren. Ze trokken in bij de familie Van Veldhoven en later bij de familie Mekking in de Petrus Dondersstraat. Na de dood van Mekking bleven ze in het huis wonen.

Mevrouw Akroyd-van den Oever is vorig jaar naar de Wilgenhof verhuisd.

Frank Akroyd, die tijdens de oorlog in de tankherstelplaats op het DAF-terrein werkte, zocht nadat hij uit Engeland was teruggekeerd een baan als automonteur. Hij werd uiteindelijk aangenomen door de Citygarage. Mevrouw Akroyd heeft nog het briefje, gedateerd 6 juli 1947, waarop Van Veldhoven de volgende aanbeveling had geschreven:

"Houder dezes, Frank Akroyd, is mij bekend als een eerlijk, werklustig mens. Hij is reeds 20 jaren in het autovak werkzaam en zoekt nu hier werk voor het onderhoud van zijn gezin. Hij is een Engelsman en was na de oorlog in Eindhoven gedetacheerd".

Vlag uit bij bevrijding
foto's: https://www.hetwittedorp.nl

Bevrijders op scooters in Witte Dorp

De bevrijding


Toen Eindhoven in september 1944 werd bevrijd, was Jenny van Lijf 15 jaar. Ze woonde in de Burghstraat en trok op met een groepje jongeren dat zich "De Club" noemde. Ze hadden veel vrije tijd want de soldaten hadden veel scholen gevorderd. De club hoefde alleen 's morgens naar school en kreeg dan les onder het Sportfondsenbad. Jenny van Lijf, die tegenwoordig in Frankrijk woont, schreef een paar herinneringen op aan die avontuurlijke maanden tijdens het laatste oorlogsjaar.

"We stalen van alles van de soldaten die in de DAF reparatiefabriek werkten, koptelefoons, kilometers draad. We hadden van straat naar straat, van dak naar dak leidingen en een heel telefoonnet waar je dan 's avonds, als onze ouders dachten dat we sliepen, hele verhalen hielden. Op het terrein waar de vrachtwagens van de geallieerden stonden speelden Evan Keizerwaard en ik verpleegster, met banden om onze arm met een rood kruis erop.

Met Thieu de Baar, Evan Keizerwaard, Albert Spoorenberg, Nettie de Baar en Sjef Lavrijsen hebben we een keer de kelder van Vroegindeweij, een NSB'er uit de Burghstraat, leeggegeten. Deze familie was na 18 september gevlucht en er stonden tientallen weckflessen met allerlei heerlijkheden! We schepten de perziken e.d. met onze handen uit de potten - slubber, slubber, zalig! Iemand vond echte kunstschaatsen en schoenen en nam ze mee naar huis. Verder was er niets dat ons interesseerde, alleen het eten. Papa was razend toen hij het hoorde. Ik vertelde het nota bene heel trots thuis!

Wat zou het toch enig zijn om die club weer eens bij elkaar te krijgen. We hadden het echt leuk, heel onschuldig eigenlijk: honkbal op het Burghplein, bustrapje in de Odastraat op de hoek bij pa van Tuyl en dansavondjes op Glen Miller-muziek in een lege achterkamer bij Lea en Vera Donders die boven de Etos op de Geldropseweg woonden en eigenlijk niet bij de club hoorden, want ze waren geen Tuindorp."

50 jaar het Witte Dorp in Eindhoven

Bron 

50 jaar Het Witte Dorp in Eindhoven van Dudok
Uitgever: Stichting Witte Dorp, Eindhoven
Verschenen1989
ISBN 9090030298
Kenmerken112 pagina's, 23×23 cm, ill., foto's
Aantekening Met lit. opg
redactie: Hans Hoekstra & Ed Marcélissen.
Meer info: https://www.hetwittedorp.nl

Boek is alleen antiquairs beschikbaar bij:
https://www.boekwinkeltjes.nl
In te zien bij Eindhoven in beeld

Tuindorp of Witte Dorp is als totaliteit een rijksmonument

Dubbele tongen en giftige pennen & Verdwaald in het Witte Dorp 

Verdwaald in het Witte Dorp 

Hoe dramatisch waren de gevolgen voor een opgroeiende zoon, na de oorlog van een vader die vanaf het begin van de Duitse bezetting in mei 1940 lid van de NSB was. Deze man werkte zich op tot een hoge functie bij de gelijkgeschakelde radio-omroep. Na de oorlog kwam dit alles hem op zeven jaar werkkamp te staan. Het gezin doemde hij tot ontwrichting.In deze twee niets verhullende autobiografieën beschrijft Frans van Hoof de vernederingen en teleurstellingen die hij in zijn jeugd moest ondergaan, de schaamte, de ruzies thuis, het wanhopige gevecht om nog iets van het leven te maken, het zoeken naar eigen identiteit. Het verhaal geeft tevens een duidelijk tijdsbeeld van Eindhoven in de jaren vijftig. Dit boek is een vervolg op ‘Dubbele tongen en giftige pennen’, het verhaal van een NSB-kind, dat in 1997 verscheen en landelijk veel stof deed opwaaien. Waargebeurd verhaal (autobiografie) over 1950 tot 1964 in Witte Dorp
Zie: https://eindhovenfotos.nl/1/roman_eindhoven.html
Alleen nog 2e hands te koop