Verzetsgroep Gust & Ko

Hoppenbrouwers en van den Broek

Midden 1942 is er een kleine maar actieve Eindhovense illegale werkers groep samengesteld die bestaat uit Philipsmensen, politieagenten en ambtenaren op gemeentehuis van Eindhoven. Deze verzetsgroep wordt geleid, volgens Frans Dekkers in zijn boek B&W, door een Philips-employee, J. van der Sanden, de hoofdagent J.C. Hoppenbrouwers en hoofdagent en rechercheur Francis van den Broek. De groep biedt vooral hulp aan piloten, joden en onderduikers. Ze hadden ook contact met S.E. Siebels, inspecteur van politie in Goes, die wapens kon leveren. De groep werkte ook samen met “groep Gust” en later in 1944 met “groep Ko” met familie Evers als belangrijke schakel.


Sjef de Vries in 1992
foto: Hans-Joachim Schröter / Boek Frans Dekkers B&W

Eind 1942 sluit gemeentebode Sjef de Vries zich aan bij de verzetsgroep Hoppenbrouwers / van der Sanden. Sjef de Vries vertelt hierover in het B&W boek: “De groep zocht een betrouwbaar contact op het stadhuis. Omdat ik als gemeentebode overal kon komen, heeft de ambtenaar De Haas, van de afdeling Personeelszaken, mij bij deze verzetsgroep aanbevolen en geïntroduceerd.”

Sjef helpt hen aan een aantal blanco persoonsbewijzen en de bijbehorende "transparant" zegels om joden en onderduikers, na het vervalsen ervan, een andere identiteit te geven. De Vries vertelt: “Die stal ik verscheidene malen in de middagpauze als er niemand op de afdeling Bevolking was, uit een stalen ladenkast die onafgesloten bleef, en verstopte die PB’s onder een traploper op het stadhuis. Na werktijd smokkelde ik die naar buiten en bezorgde ze bij adjudant F. van den Broek huisadres aan de Harmoniestraat 17 in Eindhoven”.


"Sjef de Vries helpt hen aan een aantal blanco persoonsbewijzen en de bijbehorende, "transparant" zegels om joden en onderduikers, na het vervalsen ervan, een andere identiteit te geven. "
Foto van de moeilijk na te maken doorzichtige of transparant zegels, 
uit archief Jacques Hermans

Omdat de persoonsbewijzen op volgnummer zijn geregistreerd, blijft de verdwijning niet onopgemerkt. Maar nog voordat de diefstal wordt ontdekt, gaat het al mis.

Sjef de Vries: “Een paar persoonsbewijzen waren al vervalst en uitgegeven, ook aan een joodse man die bij een straatcontrole werd gepakt. Zijn persoonsbewijs was kennelijk slecht vervalst. Het spoor leidde al gauw naar het stadhuis en dat was op zich niet zo erg, omdat ik er zeker van was dat niemand mijn diefstal had gezien. Maar wat wel erg was, die joodse man sloeg bij zijn verhoor door en noemde daarbij de naam van degene die hem aan een vervalst persoonsbewijs had geholpen, rechercheur F. van den Broek. Van den Broek werd door de S.D. gearresteerd. Ik vernam dat van De Haas die wist dat Van den Broek was gearresteerd. Daarop wist ik de overige leden van onze groep bijtijds te waarschuwen, en die zijn evenals ik, onmiddellijk onderdoken."

De SD stelt een onderzoek in naar diefstal op het stadhuis. Samen met een Nederlandse SD-medewerker, Adrianus Wolterbeek, krijgt A. Th. A. Paro, NSB gemeentesecretaris, opdracht om de ambtenaren van de afdeling Bevolking aan de tand te voelen. Het onderzoek loopt op niets uit en heeft tot gevolg dat er voortaan een betere controle op de beveiliging van persoonsbewijzen komt: een NSB-ambtenaar zal daarop toezien.

In augustus 1943 worden in de woning van Hoppenbrouwers, Woenselsestraat 454 een aantal Joden ontdekt. Hoppenbrouwers duikt direct onder. 

De ondergedoken hoofdagent J.C. Hoppenbrouwers wordt 11 september 1943 door de NSB hoofdcommissaris ontslagen. Hij is tijdens de oorlog actief bij de groep Gust, groep Ko en P.A.N. Na de bevrijding natuurlijk weer bij het Eindhovense politiekorps in dienst genomen.  De rol en het  vervolgverhaal van de Philips-medewerker J. van der Sanden is onbekend.
Ook Sjef de Vries overleeft de oorlog en laat zijn verhaal in 1991 noteren door Frans Dekkers in B&W. 

F. van den Broek 

J.C. Hoppenbrouwers 

Met politierechercheur F. van den Broek loopt het tragischer af.

De Vries: “Onze groep had het vanzelfsprekend erg moeilijk met zijn arrestatie, maar we konden niets ondernemen.' Oud-politie-inspecteur C. Verhagen probeerde hem te helpen: 'Een plan om hem te laten ontvluchten, wees hij van de hand. In de marechausseekazerne aan de Tuinstraat verkoos hij daarom de dood boven verraad. Hij pleegde op 13 augustus 1943 zelfmoord.” 
Zijn vrouw Adriana C. van den Broek-Hoppenbrouwers was al eerder bij het sinterklaasbombardement op 6 december 1942 omgekomen.

De gevolgen zijn van de gevangenisneming lees je hier. "Een Eindhovense liquidatie die niet doorging."

Zijn broer Franciscus Johannes van den Broek, is ook actief in het verzet. Hij was tijdens de bezettingsjaren ambtenaar voor het Centraal Distributiekantoor en is belast met de distributie van levensmiddelen voor de bevolking in oorlogstijd. Dit stelt hem in staat om voor ondergedoken joden en medeburgers distributiebescheiden te vervalsen, maar zijn illegale activiteiten worden ontdekt. Frans wordt gearresteerd en naar concentratiekamp Buchenwald gedeporteerd. Vandaaruit wordt hij doorgevoerd naar het buitenkamp Langenstein-Zwieberge, waar de gevangenen onder erbarmelijke omstandigheden en zware mishandeling aan het werk werden gezet in de onderaardse vliegtuigfabrieken, of in de mijnen. Daar overlijdt Frans op 22 november 1944 op 38-jarige leeftijd, aan de gevolgen van de geleden ontberingen. Als officiële doodsoorzaak is longontsteking opgegeven.

Nog een "van den Broek" in het verzet, familie??
Henk van den Broek (H.J.T. v.d. Broek, 1904, s-Hertogenbosch), wonend in de oorlogsjaren op Biesterweg 47 Eindhoven is gehuwd met Hetty de Bruijn, ze hebben drie kinderen waarvan een dochter Inge is. Henk is werkzaam op het Ingenieursbureau van Philips, destijds gevestigd aan de Willemstraat. Hij is actief in het verzet. Tijdens zijn verzetswerk heeft hij een infectie opgelopen en door dit ongeval overlijdt hij op 9 januari 1944. Zijn vrouw heeft tot 1952 moet strijden voor zijn herkenning van zijn rol het verzet. Zijn naam staat daarom niet op het Philips Monument “1940 - Aan onze gevallenen - 1945” dat in 1950 is onthult.

In de Verzetsheldenbuurt in Acht/Eindhoven is wel een straat naar hem vernoemd: Henk van den Broeklaan. Ook staat zijn naam in het boek in de hal van de Tweede Kamer te Den Haag.

Verzetgroep Gust en Ko

A.J.A. Evers is Guust Evers (getrouwd met Sjaantje Evers)
W.J. / W. Evers is Wim Evers
Getruda Evers is Gerda Evers
Guust, Wim en Gerda zijn broers en zussen van elkaar.
Guust woonde tijdens de oorlog met zijn eigen gezin op Woenselsestraat 10 (Vlokhoven).
Wim en Gerda woonde nog thuis in het ouderlijk huis (Woenselsestraat 464).


Wim en Gerda Evers van de groep Gust achter het ouderlijk huis, Woenselsestraat 464 Eindhoven
foto via Barry Wonder https://bevrijdingwoensel.nl


Schematische weergave van de Eindhovense verzetsgroep rondom 
Hoppenbrouwers en van den Broek.
 De groep Gust :
Evers, A.J.A. = Guust (zie ook lijst pilotenhelpers), J. Raaijmakers, J. Manders, , W.J. (Wim) Evers, H. van de Heuvel, L. Snaphaan,
Gerda of Gertruda Evers (koerierster)
en de groep Ko: H. Honing,  A. de Groot, E. Evers,  G. Theres en A. Evers.

Schema gemaakt door W. Evers  op 18-6-1981

Met dank aan Barry Wonder voor document
Schrijver van het boek: Bevrijding Woensel

W. Evers schrijft: "Groep Gust was klein maar een veilige groep, die actief was in hulp aan piloten, aan joodse Nederlanders, en trad meestal individueel op". Het gebrek aan wapens en springstoffen, was een grote belemmering. Wat soms tot niet verantwoorde daden leiden. Deze groep bestond later geheel uit ondergedoken militaire, en mensen die de arbeidsinzet ontliepen.

De oorsprong van de verzet in Woensel was begin 1942 onder leiding van A.J.A. Evers, groepsleider sectie Woensel met een groep van negen personen. Deze groep ging begin 1944 samen met andere groepen (Ko en P.A.N.) en vormde zo een grote formatie. 

W.J. Evers schrijft aan het Eindhovens dagblad: "Een onderdeel van de verslaggeving betrof het kaalknippen van vrouwen."  Vier maanden voor de bevrijding kwam van de groepsleider (P.A.N leiding) het bevel hier niet aan mee te doen, dus een duidelijk verbod! Dit verbod was echter overbodig, daar niemand aan deze minderwaardige handeling dacht.

Een tweede punt in de verslaggeving was het toevoegen van jongeren bij deze groepen zonder discipline. Verschillenden van deze jongens waren meer gemotiveerd en kunnen beter omgaan met wapens dan de militairen. Wat de verslaggever niet schrijft is dat de sectie Woensel een arsenaal en wapens, munitie en granaten opruimden, ter bescherming van de bevolking.

Een andere taak van de groepen was de bewaking van de 'foute" Nederlanders in de Don Boscoschool, de hoogspanning centrales van de PNEM en van de luchtfoto afdeling van de RAF aan de Dommelhoefstraat.  Natuurlijk zijn er fouten gemaakt, waar niet, zelfs bij de hoogste legerleiding. Er waren dagen nodig om de enorme chaos die elke keer weer ontstond enigszins op te ruimen en zaken op orde te brengen. De leider van de sectie Woensel kreeg voor zichzelf en zijn groep oorkondes van Koning George V. generaal Eisenhower, generaal Montgomery en -luchtmaarschalk Tedder. Later ontving hij ook nog het Verzetskruis uit handen van Prins Bernhard op Paleis Soestdijk. Alle mensen uit deze verzetsgroepen deden dit voor hun volk met gevaar voor eigen leven. Zij voelden dit als hun. plicht en stonden niet stil bij de eventuele consequenties, daar was geen tijd voor. Ondergetekende was een onderdeel van deze groep en is trots dat hij dit heeft mogen doen. getekend W.J. EVERS

De groep Gust, trad meer individueel op. 

Guust Evers vertelt daarover in Midden Brabant krant, 26 oktober 1984: "Slechts een sabotagedaad hebben zij gedaan. Er moest een trein worden opgeblazen bij Best. Dat lukte. Maar na drie kwartier was de zaak weer opgebouwd. De gevolgen waren erger. De Duitsers bonden aan elke paal die er maar te vinden was, een oude vrouw. Zij lieten ze staan totdat ze er bij neervielen".
Vanaf dat moment ging Guust alleen op pad. Van zijn hobby had hij een deugd gemaakt. Zijn handboog had hij zo gemaakt, dat hij hem onder zijn jas kon verstoppen en ook nog een koker met pijlen, die met lijnolie waren ingesmeerd. Aan de punt van de pijl maakte hij een luciferdoosje vast en aan het andere eind een kurk. Daarmee bestookte Guust de treinen met munitie. ”De wagons, die met munitie waren gevuld, reden niet met geheel gesloten deuren. Dan zou het te warm worden en de munitie zou ontploffen.” Daarvan maakte Guust gretig gebruik. Als er een trein naderde, schoot hij een pijl in de wagon. De lucifers begonnen te branden en door de lijnolie bleef het vuurtje lang genoeg branden om de munitie te laten ontploffen. Met tien pijlen ging het volgens Guust zeker acht keer goed.. Treinen hadden voor Guust een extra aantrekkingskracht. Hij kende de zwakke punten. Via oliepotten werden de assen gesmeerd. Door die potten onklaar te maken, zodat er geen olie meer naar de assen werd gedrukt, liepen de assen gloeiend heet en daardoor vast. Ook auto's moesten het bij Guust ontgelden. Hierbij maakte hij dankbaar gebruik van zijn oude kennissen bij Philips. Van hen kreeg hij slijppoeder. Dergelijk poeder in de benzinetank maakte de motoren van de Duitse auto's na ongeveer 500 km totaal onbruikbaar. Op die manier heeft hij enkele militaire colonnes onklaar gemaakt.
In zijn tijd bij de KP (Knokploeg) heeft hij ook herhaaldelijk oog in oog met de dood gestaan. Zo erg zelfs, dat hij op zeker moment met een wel gemikt schot voorkwam, dat zijn commandant ritmeester Schade en hij zelf zouden worden geliquideerd. Dat speelde zich af op een dijk bij Everdingen. Deze Schade zou hij nog wel eens willen ontmoeten. Bij de uitreiking van het herdenkingskruis heeft hij met Prins Bernhard over hem gesproken. Het bleek een zeer goede kennis van hem te zijn geworden. Na de oorlog kwam Guust bij de toen opgerichte Aan- en Afvoertroepen. Als konvooi-commandant heeft hij bijna een half miljoen voedsel vanuit Frankrijk naar Nederland gebracht. Dat duurde tot 17 november 1947.

Bij de groep Ko stond het optreden in groepsverband centraal. Naargelang het einde van de Duitse bezetting naderde, werd deze groep Ko steeds roekelozer. Het saboteren van de Duitse verbindingslijnen, 's nachts beschieten van wagens met Duitse militairen, enz. 

De groep Gust met aanvulling van groep Ko, die tijdens de bevrijding van Eindhoven, Son en Best alle mogelijke hulp verleende, aan onze 101ste Airborne Divisie, o.a. het het bewaken (mede) van krijgsgevangenen. Later heeft deze groep naast de Schotse Hoogland divisie, bij de Bata-fabrieken e.o te Best, voortdurend onder Duits mortiervuur gelegen. Na de bevrijding zijn veel mannen bij de stoottroepen en Blauwe Jagers gegaan.

Een aanvulling van Barry Wonder: Van een kleindochter van de familie Evers heb ik begrepen dat er onder andere piloten werden verborgen in de kelder onder het huis van opa en oma (Jan en Collette) Evers (de ouders van Guust, Wim en Gerda), wonende op Woenselsestraat 464. Wat er zich in en rondom het huis afspeelde tijdens de bevrijding staat beschreven in de brieven van zoon Wim en heb ik uitgewerkt in mijn boek "Bevrijding  Woensel Ooggetuigen vertellen’". Net op tijd konden zij de verzetsspullen verbergen toen de Duitsers op 17 september 1944 op de voordeur sloegen om het huis te vorderen en het 88 mm-kanon ervoor in stelling te brengen.


Guust Evers en zijn dochter en enkele Britse bevrijders voor het huis waar hij en zijn gezin woonden, Woenselsestraat 10 Eindhoven
foto via Barry Wonder https://bevrijdingwoensel.nl/

Een Eindhovense liquidatie die niet doorging

Frans Dekkers in B&W schrijft "Maar toch blijkt dat adjudant Van den Broek tijdens zijn verhoor informatie over de activiteiten van de verzetsgroep (Gust of Ko?) prijs gaf. Kort voor zijn arrestatie rijpt bij de illegale groep het plan om enkele NSB-ers te liquideren. Op het lijstje staat ook J. van Stratum (prive-secretaris van burgemeester Pulles), maar de voorgenomen aanslag op hem mislukt."

Gemeentebode Sjef de Vries was erbij betrokken en hij geeft een lang bewaard geheim prijs: 'In de zomer van 1943 besloot onze groep enkele in onze ogen gevaarlijke NSB-ers te liquideren, en daartoe behoorde ook Van Stratum. Maar door bepaalde omstandigheden, die ik liever verzwijg, is die aanslag mislukt.

Deze ontboezeming strookt met een herinnering van Van Stratum. Hij verneemt in de zomer van 1943 dat er een aanslag op zijn leven wordt voorbereid.

Van Stratum: 'Op een dag kwam SD-chef Weber mij waarschuwen dat een Eindhovens “verzetsgroepje” van plan was om mij, burgemeester Pulles en de Gewestelijk Politiepresident majoor Vermeulen, de opvolger van Kooymans, te liquideren. Weber nam de zaak serieus omdat adjudant Van den Broek, een van de leden van de verzetsgroep, was gepakt en hem dat bij zijn verhoor had verteld. We kregen alle drie een vuurwapen van Weber en de instructie, om als we van huis gingen, om de twintig meter de straat over te steken.'

Van Stratum: “Toen SD-chef Weber me dat kwam vertellen, waren Pulles en ik met onze vrouwen door de Ortskommandant die avond geïnviteerd voor een borrelavondje bij Schimmelpenninck. We voelden ons heel gespannen maar we wilden toch geen verstek laten gaan. Het pistool liet ik thuis. Ik had er in de kelder een keer mee geoefend, maar ik kon er niet mee omgaan. Provisorisch gewapend, ik met een boksbeugel en mijn vrouw met een ploertendoder in haar handtas, zijn we toen van huis gegaan. Op de hoek van de 1e Wilakkersstraat-Heezerweg hoorden we ineens een menselijk fluitsignaal dat uit een andere richting met zo'n signaal werd beantwoord. Verlamd van schrik zijn we toch doorgelopen, maar er gebeurde tot onze opluchting niets.'

Dat het ernst is geweest, blijkt jaren na de oorlog als Van Stratum op straat wordt aangesproken door de gemeenteambtenaar A.H. van Rijsingen. Ook hij was betrokken bij de mislukte liquidatie en vertelt wel waarom de aanslag niet doorging.

Van Stratum:  "A.H. van Rijsingen (lid G.O.I.W.N = Gemeenschap Oud Illegale Werkers Nederland) zei: “Wij lagen vlak bij jouw woning aan de 1e Wilakkersstraat op de loer. Maar omdat jouw hoogzwangere vrouw naast jou liep en in ons schootsveld lag, hadden we eerst haar moeten doden, en dat is de reden waarom we toen van die liquidatie hebben afgezien.”  (Bron Frans Dekkers B&W p.164)

Bronnen: 

Frans Dekkers B&W, Rond de Tweede Wereldoorlog in Groot-Eindhoven, pagina 160-162, ISBN 90-6265-363-4 / ISBN 9062653634

Online

https://www.gemeentepolitieeindhoven.nl/de-oorlogsperiode?showall=1

http://web.archive.org/web/20130728074744/http://www.herinnerudenamen.nl/Naam.html

https://brabantsegesneuvelden.nl/persoon/frans-van-den-broek-breda-1906

https://brabantsegesneuvelden.nl/persoon/henk-van-den-broek-s-hertogenbosch-1904

http://www.ihesm.com/eindhoven1934/bloemenbuurt/

https://www.eindhoven4044.nl/3/Bevrijding_monumenten_eindhoven_.html

Documenten

Aantal documenten waarop deze pagina is gebaseerd.


Ingezonden brief  van W.J. Evers in Eindhovens Dagblad of Groot Eindhoven, september 19??


Toelichting bij  De groep Gust  / Ko door W. Evers op 18-6-1981


Guust & Sjaantje Evers vertellen over hun leven en oorlogservaringen
Midden Brabant, 26 oktober 1984

Evers document

Brief Wim Evers


            40 MB  

Handgeschreven brief van Wim Evers